Donderdag 8 mei biologie

Donderdag 8 mei   -      Biologie 1F1 en 1F2

Hoe zit jij erbij vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Wat heb je de vorige les biologie (dinsdag) gedaan of geleerd? Schrijf dit op in een (1) zin.

Lesdoelen van vandaag

Je kent de zintuigen en verdiept je in de zintuigen

Je weet wat prikkels en impulsen zijn

Je oefent de begrippen via een werkblad

Lesopbouw

Instructie via Lesson-up (10 minuten)

Zelfstandig werken (werkblad) (25 minuten)

Afsluiting via Lesson-up (10 minuten)

Ken jij de vijf zintuigen nog?
(denk aan de vorige les)

Welke vijf zintuigen gebruiken mensen om hun omgeving waar te nemen?

1. Horen, zien, ruiken, proeven, voelen
2. Zien, ruiken, spreken, voelen, lopen
3. Horen, zien, denken, ruiken, voelen
4. Zien, ruiken, proeven, rennen, voelen

Zintuig (herhaling)

Wat is een zintuig?

We gebruiken onze zintuigen om waar te nemen. Maar wat wordt er eigenlijk bedoeld met een zintuig?

Een zintuig is een orgaan. Een orgaan is een deel van ons lichaam dat iets speciaals kan. Neem je hart bijvoorbeeld: dat is een orgaan dat bloed door je lichaam kan pompen.

Een zintuig is een orgaan dat gevoelig is voor prikkels uit de omgeving. 

Je oor is dus een voorbeeld van een zintuig. 

Wat is een prikkel?

De muziek die je uit de radio hoort is een prikkel: geluid.

Al onze zintuigen zijn gevoelig voor één soort prikkel. Zo is je oog gevoelig voor de prikkel licht.

Een prikkel is een invloed uit de 

omgeving van een organisme.

Een zintuig is een orgaan dat gevoelig is 

voor prikkels uit de omgeving. 

Wat is een prikkel?

1. Een elektrisch signaaltje door een zenuw
2. Iets dat je vervelend vindt.
3. Informatie uit de omgeving. bijvoorbeeld geluid of geur
4. Iets dat je leuk vindt

Een prikkel is?

1. Een elektrisch stroompje
2. Een berichtje (informatie) uit je omgeving

Wat zijn voorbeelden van prikkels?

1. Geluid
2. Geuren
3. Iets dat je voelt
4. Iets dat je ziet

Je hoort buiten een harde knal.

Wat is de prikkel?

1. Schrikken
2. De harde knal

Impulsen 

Als een zintuig een prikkel krijgt, geeft het zintuig een seintje (signaaltje) aan de hersenen.

Dat heet een impuls (het seintje naar de hersenen).

Zenuwen zijn lange, dunne draden die in het lichaam de impulsen doorgeven.

Zintuigcellen maken impulsen

Impulsen gaan via de zenuwen

Voorbeeld impulsen

Je ruikt een geur  ( de geur = de prikkel)

Via je zintuig (je neus) wordt een signaal (impuls) afgegeven aan de hersenen.

Jij denkt: het ruikt lekker, of het stinkt.

Wat zijn impulsen?

1. prikkels
2. zintuigen
3. pijnpunten
4. elektrische signalen

Zintuigen geven impulsen af

1. Waar
2. Niet waar

Een prikkel komt binnen bij de zintuigen

De prikkels worden omgezet in impulsen en via de zenuwen weggestuurd

De impulsen komen aan en er is waarneming. Een beslissing wordt gemaakt.

Impulsen gaan terug naar de spieren.

De armspieren trekken samen.

Aan de slag 

Maak het werkblad (voor en achterkant)

Klaar? Kijk het werkblad na!

Je hebt 25 minuten de tijd!

Klaar? Werk in de Learning Portal verder aan biologie

Week 19 en week 20

Wat heb je deze les geleerd?
Geef uitleg bij een begrip

Hoe ging de les? Ben je tevreden?

😒🙁😐🙂😃