Bronnen luisteren

• NT2
• ISK

Thema Straatcultuur

Bronnen: luisteren

Wat gaan we doen?

• uitleggen wat straatcultuur betekent;
• straattaal herkennen en voorbeelden geven;
• een luistertekst begrijpen en vragen beantwoorden;
• nieuwe woorden uit de tekst correct gebruiken.

Lesdoelen:

Ik kan vertellen wat straatcultuur voor mij betekent.

Ik kan woorden als “mix”, “straatcultuur”, “fawaka” in zinnen gebruiken.

Ik kan waar/niet waar-vragen beantwoorden over het interview.

Ik kan vijf voorbeelden van straattaal geven.

Straatcultuur

Waarover gaat dit thema?

Wat betekenen woorden als fawaka, skirr, wollah, patta?

Straatcultuur

Straatcultuur is hoe jongeren op straat leven. Ze hebben hun eigen kleding, muziek, taal en manieren.

Straattaal

Straattaal is een mix van gewone taal en woorden van andere talen. Jongeren gebruiken het op straat en op social media.

Voordoordelen

1. fawaka: Hoe gaat het? / Alles goed? Afkomst: Surinaams.

2. skirr: Snel weggaan / vluchten / rennen. Wordt gebruikt als iemand snel ergens vandoor gaat. Hij ging skirr toen de politie kwam.

3. wollah: Ik zweer het / echt waar. Komt uit het Arabisch. Jongeren gebruiken het om te benadrukken dat ze de waarheid spreken.

4. patta: Betekenis: Schoenen, vaak sneakers. Afkomst: Surinaams.

Mooie patta’s heb je aan!

Brainstorm

• Wat verwacht je te horen in het interview?
• Welke woorden verwacht je?

Belangrijke woorden

wollah

Betekenis: Ik zweer het / echt waar.

Komt uit het Arabisch. Jongeren gebruiken het om te benadrukken dat ze de waarheid spreken.

patta

Betekenis: Schoenen, vaak sneakers.

Afkomst: Surinaams.

Mooie patta’s heb je aan!

skirr

Betekenis: Snel weggaan / vluchten / rennen.

Wordt gebruikt als iemand snel ergens vandoor gaat.

Hij ging skirr toen de politie kwam.

Fawaka

Betekenis: Hoe gaat het? / Alles goed?

Afkomst: Surinaams.

Wat betekent fawaka

1. Een nieuw soort avocado bank.
2. Hoe gaat het?
3. Pas op, er komt een auto aan!

Iemand zegt: Bro, ik moet skirr! Wat bedoelt hij?

1. Hij moet snel weg.
2. Hij wil een ijsje.
3. Hij maakt vogelgeluiden.

Je ziet iemand met nieuwe patta’s. Wat heeft die persoon nieuw?

1. huisdieren
2. pannen
3. schoenen

Iemand zegt: Wollah, ik heb mijn huiswerk gemaakt. Wat bedoelt zij?

1. Zij zweert dat zij het echt heeft gedaan
2. Zij gaat het huiswerk weggooien
3. Zij vraagt om hulp.

Welke zin klopt?

1. Fawaka, heb jij mijn patta’s gezien?
2. Skirr, ik heb wollah gegeten.
3. Patta, ik moet fawaka kopen.

Luisterstrategie

Eerst globaal luisteren → Waar gaat dit interview over?

Dan nauwkeurig luisteren → Wat hoor ik precies? Wat is belangrijk? Lees ook de vraag goed!

Voorspellend luisteren  → waar gaat de tekst over? wat kan ik verwachten?

Let op signaalwoorden zoals: eerst, toen, daarom, maar.

Wat hoor ik?

Ik hoor dat BigCool uit Amsterdam Zuidoost komt. Dat is belangrijk. Hij praat over jongeren en straattaal.

BigCool maakt rapmuziek.

1. waar
2. niet waar

Bij straatcultuur denkt BigCool aan hangende jongeren.

1. waar
2. niet waar

BigCool schrijft bijna elke dag liedjes.

1. waar
2. niet waar

Luister naar de tekst

Beantwoord in 1 zin:

1. Wat betekent straatcultuur voor BigCool?
2. Wanneer is hij begonnen met rappen?
3. Wat betekent fawaka?

Zelf oefenen

Ga naar DISK en beantwoord de vragen bij de tekst 

Straatcultuur

Straattaal? Wat vind jij?

Maak groepjes van 3.

Maak een korte presentatie of Canva-slide met:

• 5 straattaalwoorden;
• de betekenis van die woorden;
• Waar je ze WEL en NIET kunt gebruiken;
• Een advies voor docenten over straattaal.

Vind jij straatcultuur positief of negatief? Waarom?

Ik weet nu beter wat straatcultuur is.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan voorbeelden van straattaal geven.

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

• Ga naar Luister en lees mee 
• Klik op nieuwe woorden
• Schrijf de woorden allemaal in je woordenschrift en schrijf de vertaling in je eigen taal erachter.