les 2 Absolute competentie van de rechter

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Vorige les






Vorige les hebben we voor het eerst gekeken naar burgerlijk procesrecht:
  • Wat is een andere benaming voor burgerlijk recht?
  • Welke rechtsgebieden vallen hieronder?
  • Waar valt het procesrecht onder materieel of formeel recht?
  • Hoe heet het wetboek waarin burgerlijk procesrecht in staat?
  • Is hoor en wederhoor een grondregel die je alleen in het burgerlijk procesrecht ziet?
  • Wat is een grondregel die je alleen ziet in het burgerlijk procesrecht ?    

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag: De bevoegdheid van de rechter
  • Bij procesrecht heb je (vrijwel) altijd te maken met een procedure bij een rechter. Maar bij welke rechter en hoe wordt dit nu bepaald? Hier zijn uiteraard regels over die we de komende lessen gaan bekijken.
  • We gaan allereerst eens kijken welke rechterlijke instanties we hebben in het privaatrecht

Slide 3 - Tekstslide

Welke instanties zijn er?
Er zijn 3 rechterlijke instanties in Nederland, nl:
1. de rechtbank
2. het Gerechtshof
3. de Hoge Raad
Op p. 22  in 2.3 zie je waar deze zich bevinden.
Maar wanneer is nu bv de rechtbank bevoegd en niet het Hof en in welke plaats moet je bij de rechtbank dan zijn? 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Absolute competentie
  • De vraag die moet worden beantwoord hierbij is: Welk type gerecht is bevoegd oftewel competent?
  • Gaat het om een zaak in 1e aanleg, dus voor het eerst bij een rechter, dan kom je altijd bij de rechtbank!
  • Ga je hiertegen in hoger beroep, dan is de zaak in 2e aanleg (2e x bij een rechter) en dat is altijd bij het Gerechtshof!
  • Ga je dan nog doorprocederen dan ga je ''in cassatie'' ook wel 3e aanleg bij de Hoge Raad (hoogste instantie in Nederland)

Slide 6 - Tekstslide

Maaike start een procedure tegen haar huurbaas, bij welk gerecht moet ze zijn?
A
rechtbank
B
gerechtshof
C
Hoge Raad

Slide 7 - Quizvraag

Eliane is het niet eens met de uitspraak in 2e aanleg en wil in cassatie. Bij welk gerecht is dat dan?
A
Rechtbank
B
Gerechtshof
C
Hoge Raad

Slide 8 - Quizvraag

We zijn er nog niet helemaal!!
  • Er zijn dus 3 instanties waar je afhankelijk van de stand van de zaak naartoe gaat, MAAR:
  • de rechtbank in 1e aanleg bestaat zelf weer uit 2 type rechters, namelijk:
 1. de kantonrechter 
2. de civiele kamer
  • artikel 93 Rv bepaalt naar welke vd 2 je moet!

Slide 9 - Tekstslide

Zoek artikel 93 Rv op. Lees het artikel en geef aan over sub c wat volgens jou hierin wordt bepaald over welke rechter welke zaken behandeld.

Slide 10 - Open vraag

art. 93 sub c
  • In artikel 93 ga je altijd eerst kijken naar sub c
  • Alle soort zaken die in sub c worden vermeld gaan in 1e aanleg namelijk altijd naar de kantonrechter.
  • Dit betekent dat onder andere elke arbeidszaak, huurzaak en consumentenkoopzaak ALTIJD begint bij de kantonrechter
  • Let op: dit is ongeacht de hoogte van de vordering in die zaak!!!  

Slide 11 - Tekstslide

Art. 93 sub a
  • gaat het niet om een soort zaak uit sub c, dan en álleen dan kijk je naar sub a.
  • sub a zegt dat als de hoogte van een vordering niet meer is dan €25000,- (incl. evt rente) óók dan de kantonrechter competent oftewel bevoegd is en dus daar de zaak start  

Slide 12 - Tekstslide

Civiele kamer van de rechtbank
  • Voor alle zaken die niet volgens artikel 93 Rv aanvangen bij de kantonrechter, is de civiele kamer van de rechtbank bevoegd.
  • Dit zijn bijvoorbeeld jeugdzaken (uithuisplaatsingen), familierechtzaken (echtscheidingen) en dus ook waardezaken over méér dan €25000,-  

Slide 13 - Tekstslide

Hedwig start een procedure over zijn achterstallig loon van 10.000 euro. Bij welke rechter moet hij zijn? Licht toe en zet het juiste artikel erbij.

Slide 14 - Open vraag

Manja wordt door haar verhuurder voor de rechter gebracht voor niet betaalde huur a 29000,- euro. Bij welke rechter moet zij verschijnen? Licht toe en zet het juiste artikel erbij.

Slide 15 - Open vraag

Jip heeft schade voor 12.000,- als gevolg van een ongeluk en start een procedure tegen de veroorzaker. Bij welke rechter moet hij zijn? Licht toe en zet het juiste artikel erbij.

Slide 16 - Open vraag

In welk geval is er sprake van een consumentenkoop?
A
bij de aankoop van een tv tussen 2 privépersonen
B
bij de aankoop van tafels door het Summacollege bij BCC
C
Bij de aankoop van een computer door Sjaak bij de Mediamarkt

Slide 17 - Quizvraag

Marja wil haar omgangsregeling met haar zoontje uitbreiden start een procedure. Bij welke rechterlijke instantie is dit?
A
civiele kamer
B
kantonrechter

Slide 18 - Quizvraag

Kun/Ga je altijd in hoger beroep bij het gerechtshof? 
  • Zoals eerder al gezegd komen zaken in 2e aanleg ALTIJD bij het Gerechtshof.
  • Let dus op: als je zaak in eerste aanleg die de bij de kanonrechter, dan ga je niet naar de civiele kamer van de rechtbank, maar dus naar het Gerechtshof!
  • Er is wel 1 uitzondering: gaat het om een waardezaak (art. 93 sub a Rv) dan moet de zaak over een waarde gaan van minstens € 1750,-, anders is er geen hoger beroep mogelijk, zie art 332 Rv! 

Slide 19 - Tekstslide

cassatie bij de Hoge Raad
  • De hoogste instantie in Nederland in privaatrecht is de Hoge Raad. 
  • Hier kom je bij de 3e instantie in 3e aanleg na dus het hoger beroep bij het Gerechtshof.
  • In cassatie kan echter alleen nog worden gekeken naar ''de juridische beoordeling door de eerdere rechter en niet meer naar de feiten.  

Slide 20 - Tekstslide

Hoe lang de tijd voor beroep/cassatie?
  • Of je nu in hoger beroep gaat of in cassatie, in beide gevallen heb je 3 maanden de tijd om dit te doen vanaf de datum van de uitspraak. 
  • Ben je te laat hiermee dan kun je dus niet meer bij die instantie terecht en is de zaak onherroepelijk geworden!

Slide 21 - Tekstslide

In welk artikel staat dat hoger beroep niet kan als de zaak over niet minstens 1750,- gaat? Zoek het op en markeer dit meteen

Slide 22 - Open vraag

En bij welke instantie komt Piet uit als hij in beroep gaat tegen een uitspraak van kantonrechter?
A
Gerechtshof
B
Hoge Raad
C
civiele kamer van de rechtbank

Slide 23 - Quizvraag

bij welke instantie komt Pierre uit als hij in beroep gaat tegen een uitspraak van de civiele kamer van de rechtbank?
A
Gerechtshof
B
Hoge Raad
C
Kantonrechter

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide