4.2 de macht van koningen

4.2 De macht van de koningen blz.127
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.2 De macht van de koningen blz.127

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkend voor een stad:
Vele bebouwing.
Dicht op elkaar.
Vaak hoogbouw.
Hoge bevolkingsdichtheid.
Veel voorzieningen.

De Engelse koning Hendrik VI en Margaretha krijgen een boek cadeau (1445)
  • Herhaling vorige les
  • Nieuw stukje uitleg: hoe koningen machtig werden. 
  • Opdrachten. 
  • Filmpje.
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

1BK2

Slide 5 - Link

1B2
A. Boeren gingen rondtrekken opzoek naar grond. 
B. Er gingen veel mensen in Europa dood aan ziektes.
C. Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen. 
Welke grote verandering vond plaats rond het jaar 1000?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. JUIST 
B. ONJUIST 
In een stad ontstonden nieuwe beroepen zoals schoenmaker. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Een edelman
B. Een burgemeester
C. Een burger. 
D. Een inwoner van een stad. 
Een schout is een...

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Delen
B. Provincies
C. Gewesten
Nederland bestond rond 1300 uit...

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Meer macht voor de koning
  • Markeer belangrijke woorden.
  • Maak hierna opdracht 1 +2 
  • Bladzijde 127
Samen lezen bladzijde 127

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer macht voor de koning
Meer macht voor de koning
  • Middeleeuwen (500 -1500): edelen veel macht
  • Koningen waren daar niet blij mee

Wat deden de koningen om meer macht te krijgen?
1. Ridders aanstellen die trouw waren aan de koning
2. Wetten maken voor het hele land
3. Rechters aanstellen om alle burgers op dezelfde manier te straffen

Slide 11 - Tekstslide

Geef bij staatsvorming voorbeeld Nederland. Alle wetten en regels worden in Den Haag gemaakt en die gelden voor elke provincie. 

Staatsvorming = als een land steeds meer als een eenheid wordt beschouwd. 

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee lieten koningen zien dat ze veel macht en geld hadden?
Door het bouwen van paleizen.
Er ontstond meer eenheid in het land. Hoe heet dit?
staatsvorming
Als een gebied vanuit één punt wordt bestuurd, noem je dat
centralisatie

De macht op één plek (blz. 128)
Waarmee lieten koningen zien dat ze veel macht en geld hadden?
  • Paleizen bouwen 

  • Er ontstond meer eenheid in het land:
      staatsvorming  
  • Als een gebied vanuit één punt wordt bestuurd, noem je dat centralisatie.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

1360 gebouwd. 
Hoe lieten koningen zien dat ze veel macht hadden? Kasteel bouwen. 

Een van de grootste kastelen van Nederland = kasteel Hoensbroek. 

De eerste heer van Hoensbroek was ridder Herman Hoen, naamgever van het kasteel (Herhoensbroeck), van de familie Hoen van den / tzo Broeck, later Hoen van Hoensbroeck en Van Hoensbroeck, en uiteindelijk ook van de latere plaats Hoensbroek. Herman werd vanwege zijn hulp in de strijd tegen Gulik en Gelre in 1388 door hertogin Johanna van Brabant beloond met de heerlijkheid Gebrook, Gebroek, Ingenbrouck (Broek, 'moeras'), dat van het grondgebied van Heerlen werd afgescheiden.

Bijna zes eeuwen was het kasteel het stamslot van de ridders Hoen van den Broeck, de rijksbaron, en de rijksgraven en markiezen Van en tot Hoensbroeck. De familie Van Hoensbroeck verliet het kasteel eind 18e eeuw, waarmee het kasteel in verval raakte.

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

  •  Blauwe leerstof stukje 'de macht op een plek.'
  • Markeer moeilijke woorden. 
  • Maak daarna opdracht 3. 
  • Eerder klaar? Lees 'burgers willen meer inspraak' blz. 129
Lees individueel in stilte
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem voor je blz. 129

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Hoe verkregen koningen rond 1300 steeds meer macht? (3 redenen)
  • Wat is staatsvorming? 
  • Wat is centralisatie?
Herhalingsvragen vorige les...

Slide 19 - Tekstslide

- Door de belasting wat ze ontvingen. 
-Hierdoor betaalde ze ridders die ook voor de koning wilde werken. 
- Daarnaast maakten koningen wetten die ook voor het hele land golden. 

Staatsvorming = als een land steeds meer als een eenheid wordt beschouwd. 

Centralisatie = als een gebied vanuit één land wordt bestuurd. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Burgers willen meer inspraak
  • Markeer belangrijke woorden.
  • Maak opdracht 4 + 5
Zelfstandig lezen bladzijde 129
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Misschien alleen docent voorlezen. 
Werktijd
  • Maak opdracht 4 + 5
  • Nakijken + verbeteren
timer
5:00
  • Lees de leerstof op 129 'burgers willen meer inspraak
Eerder klaar? maak opdracht 1 blz. 132. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franse koning Filips VI krijgt advies (1332)
Burgers willen inspraak
  • Burgers moesten belasting betalen.
  •   Daarom wilden ze ook meepraten over
  belangrijke besluiten.
  • De koning vond dit goed en gaf de burgers inspraak.

Welke drie groepen zijn in vergadering?
  • Adel
  • Geestelijken
  • Burgerij
In Frankrijk heette dit de Staten-Generaal.

Slide 23 - Tekstslide

Inspraak = je mening mogen geven. 

Naast de adel en geestelijkheid mochten ook burgers hun inspraak geven. 
Blz.130

Slide 24 - Tekstslide

Samen lezen + markeren blz. 130

In de ME waren kerk + staat niet gescheiden. Koningen accepteerden andere geloven niet omdat ze dachten dat de mensen daar ongehoorzaam van zouden worden. Daarom werden 'ketters' vervolgd. 

Mensen geloofden in bovennatuurlijke wezens en krachten. Bijv. heksen. 
Zij zouden samenwerken met de duivel en de oorzaak zijn van misoogsten en ziektes. 

De hel
Jeroen Bosch schilderde de hel zoals mensen zich dat in de middeleeuwen voorstelden. De hel was een plaats waar mensen veel pijn moesten lijden. De hitte van het vuur was er ondragelijk. De angst om voor eeuwig te moeten branden was voor veel mensen een reden om goed te leven.
Jeroen Bosch
De schilder Jeroen Bosch leefde en schilderde rond 1500. Hij woonde in Den Bosch, vandaar zijn achternaam. Er is weinig over zijn leven bekend. Hij schilderde vaak monsterachtige personen en liet zien dat de belangrijke mensen in de kerk meer hielden van geld en rijkdom dan van hun geloof.

Duivels
Jeroen Bosch schilderde vaak duivelachtige wezens. Deze duivels martelden de mensen in de hel op de meest verschrikkelijke manieren. Zo waarschuwde Bosch de mensen dat ze op een christelijke manier moesten leven. Na de dood zou God beslissen of iemand naar de hel of naar de hemel ging. 
Zonden
Deze man had in zijn leven volgens Bosch veel zonden begaan, hij was een zondaar. Je was een zondaar als je niet leefde volgens de Bijbel. Men geloofde dat een zondaar in de hel terechtkwam. Daar kreeg een zondaar voor eeuwig straf. Je kreeg als mens dus maar één kans.
De machtige kerk
  • Naast de koning had de kerk veel macht.
  • Christenen geloofden in een hiernamaals.
  • Als je goed leefde kwam je in de hemel.
  • Als je slecht leefde kwam je in de hel.

Wanneer was je een goede christen?
1. Bidden
2. Geld geven aan de kerk

  • Niet-christenen werden vaak gestraft.

Slide 25 - Tekstslide

Afbeelding bladzijde 130 Jeroen Bosch.

Afbeeldingen werden gemaakt om mensen te waarschuwen. Nu nog steeds (bijv. sigarettenverpakkingen)  

Tegen het eind van de middeleeuwen leeft er in ’s-Hertogenbosch een schilder met een bijzonder creatieve fantasie. Zijn schilderijen en tekeningen waarschuwen voor de gevolgen van de zonden en de dwaasheid van de mensen, zoals gebruikelijk in die tijd. Tegelijkertijd is de beeldtaal van Jeroen Bosch uniek en onvergetelijk.
Neem voor je blz. 129

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Kruistochten 
  • Markeer belangrijke woorden.
Samen lezen bladzijde 131

Slide 29 - Tekstslide

Misschien alleen docent voorlezen. 

Slide 30 - Kaart

Jeruzalem belangrijke stad voor joodse mensen, christenen en moslims. 

Daar staat de heilige grafkerk, die werd door de moslims vernield en de paus riep de christenen op om te gaan naar het heilige land en de stad te bevrijden. --> kruistochten. 

Aantrekkelijk voor mensen want al je zonden werden begeven, ridders werden rijk en kregen roem en gevangenen werden als ze heel terug keerde vrij gesteld. 

Mannen, vrouwen, kinderen liepen ook mee. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Werktijd
  • Maak opdracht 8
  • Nakijken + verbeteren
timer
3:00
  • Lees de leerstof op blz. 131
  • Maak de herhaling (blz. 132)
  • Nakijken + verbeteren

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Eventueel voor les daarna.
Kruistochten
  • Jeruzalem is voor christenen en moslims
      een belangrijke stad.
  • Gewapende christenen gingen op reis om de stad te veroveren op de moslims. 
    = kruistochten
  • Aan de kruisvaders werd de hemel beloofd.
  • Tussen 1000 en 1300 meerdere tochten.
  • Het lukte de moslims de kruisvaarders te
      verdrijven.




Kruisvaarders bij Jeruzalem, 1099

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies