Fictie: Metafoor, vergeljking, Onderwerp, Thema

    FICTIE
Samenvatting onderwerpen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    FICTIE
Samenvatting onderwerpen

Slide 1 - Tekstslide

Smaak! 
  • je leeservaring
  • je leesvaardigheid
  • je veranderde kennis en interesse
  • je leeftijd
  • je levenservaring

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je er mee?
  • Meeleven met personages
  • Nadenken over de wereld/ jezelf
  • nadenken over het onderwerp&thema

Slide 3 - Tekstslide

5.3 BEGRIPPEN blz. 108
-GENRE                                      -PERSPECTIEF
-TIJD                                           -MENING EN ARGUMENT
-EIND                                          -ONDERWERP EN THEMA
-PERSONAGES

Slide 4 - Tekstslide

GENRE (zjanre)
avonturenroman
historische roman
liefdesroman
oorlogsroman
psychologische roman
science fiction (s.f.)

Slide 5 - Tekstslide

genre?
genre?

Slide 6 - Tekstslide

genre?
genre?

Slide 7 - Tekstslide

opdracht
Kies een genre.
Schrijf een fragment van minimaal vijf zinnen
De klas probeert het juiste genre te raden.

Slide 8 - Tekstslide

TIJD
  • Wel/ niet chronologisch
  • Voorgeschiedenis
  • Welke periode?
  • Hoe lang duurt het verhaal?

Slide 9 - Tekstslide

EIND
  • OPEN EINDE - einde zelf invullen (bv. een cliffhanger)
  • GESLOTEN EINDE - verhaalprobleem is opgelost

Slide 10 - Tekstslide

Personages
Hoofdpersoon:
 Je weet wat hij/zij denkt
Je weet wat hij/zij voelt

Hoofdpersoon: round character
Bijpersoon: flat character

Slide 11 - Tekstslide

perspectief
  1. Ik-perspectief
  2. Hij/zij-perspectief
  3. Wisselend perspectief

Slide 12 - Tekstslide

Mening en argument
  • realistisch argument: Is het geloofwaardig?
  • emotief argument: Leef je mee met de personages?
  • moreel argument: ben je het eens met de ideeën in het boek?
  • argument over de opbouw: Zit het verhaal goed in elkaar?

Slide 13 - Tekstslide

ONDERWERP EN THEMA
Onderwerp: waar gaat het verhaal over?

Thema: voorbeelden:
  • het loslaten van een liefde,
  • hoe een jongen door de oorlog snel volwassen wordt. 
  • vandalisme
  • loverboys

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Noem één bedoeling van Fictie.

Slide 16 - Open vraag

Wat kan de kwaliteit bepalen van fictie?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het genre?
A
psychologisch
B
science fiction
C
historisch
D
liefde

Slide 18 - Quizvraag

In een chronologisch boek zitten geen flash-backs.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een boek met een cliffhanger heeft een gesloten einde.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Een bijpersoon heeft een round character.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Ik dacht: waarom kijkt hij me zo aan?
Wat is het perspectief?
A
ik-perspectief
B
hij-perspectief

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een wisselend perspectief?
A
Je wisselt van IK- naar HIJ/ ZIJ-perspectief.
B
Je wisselt van hoofdpersoon.
C
Je wisselt van HIJ/ZIJ- naar IK-perspectief.

Slide 23 - Quizvraag

"Het verhaal zit goed in elkaar."
Dit is een ........ argument.
A
emotief argument
B
realistisch argument
C
argument over de opbouw
D
moreel argument

Slide 24 - Quizvraag

"Het verhaal komt heel echt op me over."
Dit is een ........ argument.
A
emotief argument
B
realistisch argument
C
argument over de opbouw
D
moreel argument

Slide 25 - Quizvraag

GE(DICHT)

Slide 26 - Tekstslide

beeldspraak

Finse meisjes zeggen zelden gedag
maar zijn niet verlegen of arrogant
je hebt alleen een beitel nodig
om dichterbij te komen



Kira Wuck

Slide 27 - Tekstslide

Vergelijking
Die glimlach van je,
alsof een parkiet
over je gezicht klimt.



Peter Verhelst



Slide 28 - Tekstslide

Metafoor
Je moet zelf invullen waar het beeld naar verwijst.


Ik was zo'n steentje
in jouw schoen.

Slide 29 - Tekstslide

Personificatie
Iets wat levenloos is, krijgt eigenschappen van iets dat leeft.

De wind klom langzaam het huis in.

Slide 30 - Tekstslide