H2 taalkunde 8

H2: Taalonderwijs en didactiek
Joke de Boer en Roelieke Westerink
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2: Taalonderwijs en didactiek
Joke de Boer en Roelieke Westerink

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het onderwijs aan NT2-leerders?

Slide 2 - Woordweb

Taal leren en verwerven
Gestuurd leren: door een cursus of les
Ongestuurd leren: door de omgeving


Slide 3 - Tekstslide

Onderscheid tussen het leren van een taal en het leren van een vak
  1. Iedereen kan een taal leren;
  2. Expliciete kennis leidt niet tot correct taalgebruik;
  3. Er zit geen einde aan;
  4. Interactie is nodig.

Slide 4 - Tekstslide

Automatiseren en
vloeiendheid/fluency

Slide 5 - Tekstslide

  • Rijk taalaanbod is cruciaal
  • Receptie komt voor productie
  • Taalaanbod moet begrijpelijk, maar ook uitdagend zijn

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Outputhypothese
Spreken en schrijven bevordert het taalverwervingsproces.
  • Maakt bewust van hiaten;
  • Genereert specifieke taalkennis;
  • Een rol in het automatiseringsproces.

Slide 8 - Tekstslide

Feedback
Directe feedback: docent verbetert fouten;
Indirecte feedback: fouten worden alleen gemarkeerd.

Gefocuste feedback: op één type fout;
Niet-gefocuste feedback: alle fouten aanstrepen.

Slide 9 - Tekstslide

Taalleerstrategieën
  • Compensatiestrategieën
  • Geheugenstrategieën
  • Cognitieve strategieën
  • Sociale strategieën
  • Metacognitieve strategieën

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een compensatiestrategie?
A
Raden
B
Analyseren
C
Hulp vragen
D
Groeperen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een geheugenstrategie?
A
Voorspellen
B
Grammatica en woordenboek gebruiken
C
Associatie
D
Taal leren leren

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een cognitieve strategie?
A
Hulp vragen
B
Omschrijven
C
Raden
D
Analyseren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een sociale strategie?
A
Hulp vragen
B
Associatie
C
Omschrijven
D
Taal leren leren

Slide 14 - Quizvraag

Benaderingen

Slide 15 - Tekstslide

Grammatica-vertaalbenadering

  • Losse woorden leren;
  • Bestuderen grammatica.

Praktijkvoorbeeld:


Een taal leren zoals vaak op de middelbare school (woordenlijsten en grammaticablokken)

Slide 16 - Tekstslide

Directe methode
    • Ook wel natuurlijke methode;
    • Rechtstreeks ondersteuning van de moedertaal;
    • Doeltaal wordt stapsgewijs opgebouwd.
    Praktijkvoorbeeld:

    Een Fransman leert Nederlands. De Franse taal is hierbij ondersteunend. Bij het woord 'zwembad' kan hij in zijn woordenlijst zien 'La piscine'.




    Slide 17 - Tekstslide

    Audio-linguale benadering

      • Weinig aandacht voor woordenschat;
      • Natuurlijke situaties als uitgangspunt.
      Praktijkvoorbeeld:

      Een leerder gebruikt een bandrecorder om zijn eigen uitspraak te beluisteren en de structuren van de vreemde taal aan te leren.

      Slide 18 - Tekstslide

      Communicatieve benadering

        • Communicatieve routines en taalhandelingen zijn de kern;
        • ABCD-model vaak gebruikt.
        Praktijkvoorbeeld:


        ABCD-model
        A: Receptie;
        B: Geleide reproductie;
        C: Geleide productie;
        D: Vrije productie.

        Slide 19 - Tekstslide

        Taakgericht onderwijs

          • Taken vormen inhoudelijke kern van het onderwijs;
          • Analytische werkwijze: van geheel naar delen.
          Praktijkvoorbeeld:

          VUT-model
          Voorbereiding;
          Uitvoering;
          Terugblikken.



          Slide 20 - Tekstslide

          Inhoudsgericht taalonderwijs

            • Gericht op inhoud;
            • Verwerven van taal geïntegreerd.
            Praktijkvoorbeeld:

            Er wordt les gegeven over het coronavirus. Er wordt vanuit gegaan dat de taal automatisch zo ook geleerd wordt.



            Slide 21 - Tekstslide

            Eclectische benadering
            • Combinatie van alle benaderingen;
            • Sluit aan bij doelgroep.

            Slide 22 - Tekstslide

            Europees referentiekader (ERK)

            Slide 23 - Tekstslide

            Slide 24 - Tekstslide

            Slide 25 - Video

            De docent
            Vroeger: docent moet iets goed kunnen uitleggen;
            Tegenwoordig: docent moet de juiste vragen kunnen stellen.

            Slide 26 - Tekstslide

            Vakinhoudelijke competenties NT2-docent

            • Hij is op de hoogte van taalgberuik en taalstructuur en past dit adequaat toe;
            • Hij is op de hoogte van de beginsituatie van de individuele leerder en kan zijn onderwijs hier op afstemmen;
            • Hij kan een krachtige leeromgeving tot stand brengen;
            • Hij evalueert en past de resultaten toe.

            Slide 27 - Tekstslide

            Didactische principes

            Slide 28 - Tekstslide

            Een krachtige leeromgeving scheppen

            Aspect 1: De docent
            Aspect 2: Materiaal en ruimte

            Slide 29 - Tekstslide

            Slide 30 - Tekstslide

            Lesdoelen bepalen
            Expliciete doelen formuleren;
            Lat hoog leggen (Pygmalion effect).

            Slide 31 - Tekstslide

            Autonomie cursist bevorderen
            • Leerproces is eigen verantwoordelijkheid;
            • Zelfevaluatie;
            • Rol van docent steeds minder sturend.

            Slide 32 - Tekstslide

            Samenwerkend leren bevorderen

            Voordelen:
            • Kwaliteit en kwantiteit taalgebruik neemt toe;
            • Effectieve spreektijd is groter;
            • Drempel om te spreken lager.

            Slide 33 - Tekstslide

            Differentiatie en adaptief onderwijs

            Slide 34 - Tekstslide

            Wat voor vormen van differentiatie ken jij?

            Slide 35 - Woordweb

            Doeltaal, voertaal, steuntaal
            • Zoveel mogelijk contact met doeltaal;
            • Moedertaal als steuntaal.

            Slide 36 - Tekstslide

            Taal en cultuur integreren
            • Cultuuronderwijs is belangrijk;
            • Aandacht voor taal en cultuur.

            Slide 37 - Tekstslide

            Multimedia
            • Internet als bron van informatie;
            • Multimedia als oefeninstrument;
            • Social media en taalles;
            • Computer als toetsafnemer;
            • Computer als hulpmiddel van lesmateriaal.

            Slide 38 - Tekstslide

            Wat was nieuw voor je?

            Slide 39 - Open vraag

            Wat vond je interessant?

            Slide 40 - Open vraag

            Opdracht 4 (blz. 72)

            Slide 41 - Tekstslide

            Slide 42 - Link