2021/1/7 klas 3 Latijn
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vertaal:
Dicebam servum vocare
Dicebam servum vocare
Slide 2 - Open vraag
Vertaal:
Dixeratis
Dixeratis
A
Jij zei
B
Jullie zeiden
C
Jij had gezegd
D
Jullie hadden gezegd
Slide 3 - Quizvraag
Vertaal:
Dicebam servum vocavisse
Dicebam servum vocavisse
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Cuius vertaal je als:
A
Aan wie
B
Met wie
C
Van wie
D
Met welke
Slide 6 - Quizvraag
Vertaal:
Vir, cui donum dedisti, ad aedifium currit
Vir, cui donum dedisti, ad aedifium currit
Slide 7 - Open vraag
Sleep naar de juiste tijd
Praesens
Imperfectum
Futurum
Perfectum
Plusquam-
perfectum
perfectum
Futurum
exactum
exactum
vocabitur
poteram
instructi erant
interficitis
meritum est
victus ero
Slide 8 - Sleepvraag
NOMINATIVUS
ACCUSATIVUS
GENITIVUS
DATIVUS
gladios
gladii
deo
agricolis
filium
nuntius
deorum
dolum
filios
Slide 9 - Sleepvraag
Vertaal de zin:
Romulus en Remus zijn door hun moeder verlaten.
... naar het Latijn
Romulus en Remus zijn door hun moeder verlaten.
... naar het Latijn
A
Romulus et Remus a matre reliquerunt.
B
Romulus et Remus a matre relictus est.
C
Romulus et Remus a matre reliqui esse.
D
Romulus et Remus a matre relicti sunt.
Slide 10 - Quizvraag
Om welke reden gebruikt het Latijn eigenlijk een imperfectum?
Slide 11 - Open vraag
Rechts zie je woordgroepen 'voorzetsel + zelfs.nmw.' in het Latijn. Sleep de juiste woordgroep naar de zinnen die rechts staan.
Troiani ...... spectant
Graeci equum...... reliquerunt.
Troiani ...... cucurrerunt.
de muris
ex Troia
in ora
Slide 12 - Sleepvraag
-e- bij a-stam, -a- bij e-stam
-era-
-nt-
-re-
-tur-
-eri-
ptc. fut.
ptc. praes
con perf
con praes
con impf
ind plqpf
ind fut.ex.
