AFP DA1 week 21- Pijn

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 

4.4.5 en 4.4.6
Week 21
Leerjaar 1
Periode 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie, Fysiologie en PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 

4.4.5 en 4.4.6
Week 21
Leerjaar 1
Periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie en geneesmiddelenkennis 'pijn' d.m.v. diverse opdrachten
  • Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke aandoening hebben kinderen in de nacht een gierende ademhaling?
A
Tonsillitis
B
Rhinosinusitis maxillaris
C
Neuritis vestibularis
D
Laryngitis subglottica

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat adviseer je een patiënt met BPPD klachten te doen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de aandoening waarbij iemand 50+ jaar is en perceptiedoofheid heeft?
A
Presbyacusis
B
Otitis media met effusie
C
Ziekte van Ménière
D
Hyperadenoïdtrofie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Otorroe
Tonsillitis
Rhinosinusitis

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een OMA heeft de patiënt druk op het membrana tympani
Waar
Niet waar

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • De verschillende pijnstillingsgroepen benoemen
  • De namen van de medicamenten koppelen aan de medicijngroepen
  • Het verschil tussen een opioïd en niet-opioïd noemen
  • Benoemen wat opioïden zijn.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijn 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijn - algemeen
  • Persoonlijke beleving 
  • Signaalfunctie  
  • Langdurige pijn > signaalfunctie verdwijnt

Slide 10 - Tekstslide

Angst voor pijn en dood hebben invloed op wijze hoe pijn wordt verdragen, Bijv. kiespijn en podb

Pijn heeft een signaalfunctie; er is iets mis. Na lange tijd pijn verdwijnt deze signaalfunctie. 

Acute - en chronische pijn
Acute pijn
  • Oorzaak (vaak) duidelijk
  • Behandeling op basis van klachten
  • (Vaak) goede reactie op pijnstillers
Chronische pijn
  • Lange tijd, oorzaak niet altijd duidelijk
  • Behandeling op basis van klachten en oorzaak
  • Medicatie 'op de klok' 
  • Wanhoop, veel ziekenhuisbezoeken
  • Acupunctuur, ingrepen, zenuwblokkade, hypnose, kalmeringsmiddelen, antidepressiva etc.

Slide 11 - Tekstslide

Chronisch: reuma: behandeling pijnstiller en ontstekingsremmer. 

Op de klok: vaste tijden innemen, ter voorkoming van zeer hevige pijn waarvoor pijnstillers niet meer werken. Gevaar is dat pijn niet meer waargenomen wordt, waardoor de patiënt zich overbelast
Pijnstillers (analgetica)
Niet-opioïden
  • 'Gewone' pijnstillers
  • Meeste OTC
  • Lichte tot matige pijn (pijnscore 0 t/m 7 - TRG wijzer)
  • Pijnstillend, koorts dempend en soms ontstekingsremmend
Opioïden
  • Sterke pijnstillers
  • Uitsluitend op recept (opiumwetrecept)
  • Hevige pijn (pijnscore 8 en hoger) én onvoldoende effect van niet-opioïden
  • Bijwerking: Obstipatie, suf en ademhalingsproblemen, gewenning

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet-opioïden
  • Paracetamol
  1.  Pijnstillend en koorts dempend
  2. Geen bijwerkingen of allergieën
  3. Geen interacties of contra-indicaties
  4. Toxisch: chronisch gebruik of vergiftiging >  schade aan lever.
    Risicofactoren: hoge leeftijd, combi met NSAID, laag gewicht/slecht eten, nierfunctiestoornissen, >4 glazen alcohol per dag

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet-opioïden
  • NSAID's
  1. Remmen vorming van prostaglandinen
  2. Pijnstillend, koortsdempend en ontstekingsremmend
  3. Bijwerking: maagklachten > maagzweer (maagbeschermer = preventie)
  4. Interactie met antistolling! 
  5. Acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium, diclofenac, ibuprofen en naproxen

Slide 14 - Tekstslide

Prostaglandinen: stofjes die vrijkomen als weefsels beschadigd zijn en deze beschadigign doorgeven aan zenuwstelsel = pijnbeleving

Sommige NSAID OTC in lage dosering
Opioïden
  • Vallen onder opiumwet, gezien verslavingsrisico
  •  Hevige pijn
  • Fentanyl, tramadol en morfine

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijnstillers bij reuma
  • Reuma: verzamelnaam, aandoening aan bewegingsapparaat
  • Niet-opioïden en opioïden
  • Reumatoide artritis: DMARD's > methotrexaat en sulfasalazine 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk past bij het medicijn ibuprofen?

A
Pijnstiller
B
Koortsverlagend en ontstekingsremmend
C
Pijnstiller en koortsverlagend
D
Pijnstiller, ontstekingsremmer en koortsverlager

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijwerking van een NSAID?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk middel is er een interactie met een NSAID?
A
Opioïd
B
Niet-opioïd
C
Antistolling
D
DMARD's

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Leren van de LessonUps + opdrachten Cumlaude
  2. Leren hoofdstukken boeken
  3. (Af)maken MBO leren 
  4. Nakijken opdrachten via Cumlaude
  5. Oefentoets KTB + zie Lessonup voor oefentoets
  6. Toets week 22
  7. Week 23: oncologie en lymfe

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies