1. De structuur en verdubbeling van chromosomen 5AC2 (BZL)

Module 06 
De celcyclus en celdelingen bij eukaryoten
Hfst. 1 De structuur en verdubbeling van chromosomen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Module 06 
De celcyclus en celdelingen bij eukaryoten
Hfst. 1 De structuur en verdubbeling van chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

1. DNA in de celkern
Wat weet je nog van vorige les?

Slide 2 - Tekstslide

Vul aan: DNA is een ...
A
polymeer opgebouwd uit eiwitten
B
polymeer opgebouwd uit monosachariden
C
polymeer opgebouwd uit nucleïnezuren
D
polymeer opgebouwd uit nucleotiden

Slide 3 - Quizvraag


Wat geeft het omkaderd deel weer?
A
een nucleotide
B
een halve nucleotide

Slide 4 - Quizvraag


Wat geeft S in het omkaderd deel weer?
A
een N-base
B
een monosacharide
C
een zwavelatoom
D
een fosfaatgroep

Slide 5 - Quizvraag


De figuur geeft een stukje DNA weer. Wat moet er op de plaats X komen?
A
A
B
C
C
T
D
G

Slide 6 - Quizvraag

Vul aan: A / T en C / G zijn ...

Slide 7 - Open vraag

Welke verschillen zijn er tussen DNA en RNA?

Slide 8 - Open vraag

Welke uitspraak is FOUT?
A
DNA bestaat uit chromatine
B
Chromatine bevindt zich in de celkern
C
Een chromosoom is enkel zichtbaar tijdens de celdeling
D
Bij celdeling rollen chromatinedraden op tot chromosomen

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft de mens in elke gewone lichaamscel?
A
2 paar
B
23 paar
C
47
D
44

Slide 10 - Quizvraag

2. DNA-replicatie
Wat weet je nog van vorige les?

Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij DNA-replicatie?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de eerste stap van de DNA-replicatie?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het verschil tussen de 'leading' (leidende) en 'lagging' (achterblijvende) streng van DNA ?

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn OKAZAKI fragmenten?
A
stukjes DNA in de achterblijvende streng
B
stukjes DNA in de leidende streng

Slide 15 - Quizvraag

Oefeningen handboek
p.19

Slide 16 - Tekstslide


1. Welke nucleotiden horen op de plaats van W, X en Y?

Slide 17 - Open vraag

2. Een stuk DNA is 1000 nucleotiden lang. Eén van de strengen bevat 382 guaninenucleotiden. Waarom kun je met die gegevens niet berekenen wat het aantal guaninenucleotiden is in de andere streng?

Slide 18 - Open vraag

3. Zoek de fouten op de figuur.

Slide 19 - Open vraag

4. Wat bedoelt men met ' een cel is 2n'?
A
De cel heeft chromosomen met 2 chromatiden
B
De cel heeft 2 paar chromosomen
C
De cel heeft 2 chromosomen
D
De cel heeft n paren chromosomen

Slide 20 - Quizvraag


5. Geef de correcte benaming voor enzym 1 en enzym 2

Slide 21 - Open vraag

Wat is de functie van enzym 1? 
Wat is de functie van enzym 2?

Slide 22 - Tekstslide


Wat is de functie van enzym 1? 
Wat is de functie van enzym 2?

Slide 23 - Open vraag

6. Geef het passende begrip voor
a) de twee chromatiden van een chromosoom

Slide 24 - Open vraag

6. Geef het passende begrip voor
b) de plaats waar twee chromatiden verbonden zijn

Slide 25 - Open vraag

6. Geef het passende begrip voor
c) X- en Y-chromosomen

Slide 26 - Open vraag

6. Geef het passende begrip voor
d) chromosomen met een gelijkaardige vorm en grootte en met informatie over hetzelfde kenmerk

Slide 27 - Open vraag

6. Geef het passende begrip voor
e) chromosomenkaart

Slide 28 - Open vraag

7. Kan je alle pijlen op de foto benoemen?

Slide 29 - Tekstslide