Strux Geldzaken Hfdst 1, les 1

Burgerschap leerjaar 3
Strux geldzaken:
hoofdstuk 1: inkomen
hoofdstuk 2: uitgaven
hoofdstuk 3: vaste lasten
hoofdstuk 4: verzekeringen
hoofdstuk 5: schulden
Afsluiting: eindopdracht


Domein:

Deze lessen horen bij het domein burgerschap en het domein wonen. 


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap leerjaar 3
Strux geldzaken:
hoofdstuk 1: inkomen
hoofdstuk 2: uitgaven
hoofdstuk 3: vaste lasten
hoofdstuk 4: verzekeringen
hoofdstuk 5: schulden
Afsluiting: eindopdracht


Domein:

Deze lessen horen bij het domein burgerschap en het domein wonen. 


Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: inkomen
Aan het einde van dit hoofdstuk:

1. kun je uitleggen wat bruto loon is.
2. Kun je uitleggen wat netto loon is.
3. Kun je uitleggen wat loonheffing en waarvoor dat gebruikt wordt.
4. Kun je een loonstrook lezen en begrijpen.
5. Kun je uitleggen wanneer iemand recht heeft op een uitkering. 

Slide 2 - Tekstslide

Les 1
Wat zijn inkomsten?

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord
inkomsten?

Slide 4 - Woordweb

instructie: inkomsten
Een ander woordt voor inkomsten is inkomen.

Inkomen is al het geld dat je krijgt.

Voorbeelden: zakgeld, kleedgeld, stagevergoeding, loon of salaris, uitkering, geld dat je cadeau krijgt. 

Slide 5 - Tekstslide

Instructie: inkomsten
Inkomsten krijg je periodiek. Dat betekent dat je je ze vaak op een vast moment krijgt. Bijvoorbeeld: 

- Je loon krijg je iedere week of iedere maand.
- Je zakgeld krijg je iedere week of iedere maand.
- Je kleedgeld krijg iedere maand of iedere 3 maanden.

Inkomsten krijg je contant of wordt op je bankrekening gestort.

Slide 6 - Tekstslide

Je inkomsten:
" ik krijg zakgeld"
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Je inkomsten:
"Ik krijg kleedgeld"
Ja
Nee

Slide 8 - Poll

Je inkomsten:
"ik krijg loon omdat ik een bijbaan heb"
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Zijn er nog andere inkomsten die jij krijgt?

Slide 10 - Woordweb

Verwerking
Wat: opdracht 1, 2, 3 en 4 op blz. 2 en 3
Hoe:  zelfstandig
Tijd: 10 minuten

Opdracht 3: vul in wat je weet. Je mag het ook schatten. 

Daarna bespreken we de opdrachten.


timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting:
Noem 3 soorten inkomsten

Slide 12 - Open vraag

Mijn inzet tijdens de les was voldoende.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll