Leçon 6: Tu habites où? partie 1

Leçon 6: Tu habites où?
partie 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leçon 6: Tu habites où?
partie 1

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- We gaan leren hoe je kunt vragen en zeggen waar je woont
- We gaan namen van ruimtes in je huis leren

Slide 2 - Tekstslide

goedendag

Slide 3 - Open vraag

elle s'appelle

Slide 4 - Open vraag

hoe gaat het?

Slide 5 - Open vraag

madame

Slide 6 - Open vraag

hallo
A
salut
B
coucou
C
bonjour
D
au revoir

Slide 7 - Quizvraag

       Tu habites où?

      J'habite à Paris

Slide 8 - Tekstslide

In deze les ga je leren om te vertellen waar je woont en iemand te vragen vaar hij/zij woont.

Waar woon je? = Tu habites où "Tuu aabiet oe"
Ik woon in...... = J'habite à..... "Sjaabiet aa.......

Waar woont hij/zij = Il/Elle habite où "Iel/El aabiet oe"
Hij/Zij woont in..... = Il/Elle habite à.... "Iel/El aabiet aa....

Neem deze 4 zinnen over in je schrift/word-Document voor Frans.


Slide 9 - Tekstslide

Je gaat het filmpje in de volgende slide bekijken.  Twee Franse jongeren stellen zichzelf voor, Inès en Mayeul. Zij laten allebei hun huis zien.

Tijdens het kijken ga je opschrijven welke ruimtes zij laten zien. Schrijf dit op in het Frans en doe dit in je schrift of word-Document voor Frans. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Welke ruimtes heb je gezien, schrijf ze op in het Frans

Slide 12 - Open vraag

La chambre
L'entrée
Le salon
La salle de bain
La cuisine

Slide 13 - Sleepvraag

Luister naar de tekst en lees mee!

Slide 14 - Tekstslide

Waar woont Sandrine?
A
in een villa
B
op een boot
C
in een iglo
D
in een appartement

Slide 15 - Quizvraag

Hoe oud is Sandrine?
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 16 - Quizvraag

Wat vindt Sandrine ervan om op het water te wonen?
A
leuk
B
stom
C
saai
D
geweldig

Slide 17 - Quizvraag

Is het groot bij Sandrine?
A
ja de boot wel maar haar kamer niet
B
nee de boot is klein, maar ze heeft wel een grote kamer
C
Het is als een normaal huis
D
Het is allemaal heel klein

Slide 18 - Quizvraag

Welke ruimtes beschrijft Sandrine (in NL)

Slide 19 - Woordweb

Sandrine woont op een boot. Wat betekent "sur"
A
in
B
op
C
onder
D
naast

Slide 20 - Quizvraag

C'est comme une maison normale. Wat betekent "comme"
A
onze
B
als
C
zoals
D
dus

Slide 21 - Quizvraag

On a une salle de séjour. Wat betekent " on a"
A
Wij zijn
B
Wij hebben
C
Hij heeft
D
Zij heeft

Slide 22 - Quizvraag

Schrijf in het Frans op hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont.

Slide 23 - Open vraag