H5.4 Energie en reactiesnelheid 3V les 2

5.4 Energie en reactiesnelheid
Les 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 Energie en reactiesnelheid
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag...
  • Demo experiment over §5.4
  • §5.4 Energie en reactiesnelheid (2de deel)
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Quiz
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Demo experiment §5.4
Experiment 5.16 
Zijn deze reacties exotherm of endotherm?


Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de les....
... kun je het energiediagram van een endotherme en een exotherme reactie aflezen
... kun je in een energiediagram aangeven wat de activeringsenergie is
... kun je met het botsende deeltjesmodel de invloed van concentratie, temperatuur en verdelingsgraad verklaren


Slide 4 - Tekstslide

Exotherme reacties
  • Exotherm: Er komt energie vrij
  • De beginstoffen staan energie
    af aan de omgeving
  • Chemische energie producten lager
    dan chemische energie beginstoffen

Slide 5 - Tekstslide

Endotherme reacties
  • Endotherm: Er is energie nodig.
  • Er is constant energie vanuit de
    omgeving nodig om de chemische
    reactie te laten plaatsvinden.
  • Chemische energie producten hoger
    dan chemische energie beginstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Exotherme en endotherme reacties
  • Voor beide soort reacties is
    altijd energie nodig om te beginnen!
  • Dat is de activeringsenergie
  • Bij exotherme reacties is er genoeg
    energie om daarna zelf te verlopen

Slide 7 - Tekstslide

Energiediagram
  • Voor beide soort reacties is altijd energie nodig om te beginnen!
  • Dat is de activeringsenergie.
  • Bij exotherme reacties is er genoeg energie om daarna zelf te verlopen

Slide 8 - Tekstslide

Energiediagrammen
  • Beginstoffen moeten eerst energie opnemen om in de geactiveerde toestand te komen: de activeringsenergie 

Slide 9 - Tekstslide

Energiediagram
  • x-as : geen eenheid
  • y-as : energie

  • Beginstoffen
  • Geactiveerde toestand
  • Reactieproducten
  • Reactie-energie

Slide 10 - Tekstslide

Activeringsenergie
  • Voor beide soort reacties is altijd
    energie nodig om te beginnen!
  • Dat is de activeringsenergie.
  • Geactiveerde toestand altijd hoogste
    energieniveau
  • Bij exotherme reacties is er genoeg
    energie om daarna zelf te verlopen

Slide 11 - Tekstslide

Reactie-energie
  • Reactie-energie is de energie die
    vrijkomt of opgenomen wordt bij een
    chemische reactie 
  • Endotherm - energieniveau producten 
    hoger --> positieve reactie-energie
  • Exotherm - energieniveau producten
    lager --> negatieve reactie-energie

Slide 12 - Tekstslide

Het botsende-deeltjesmodel
  • Deeltjes bewegen en deeltjes moeten met elkaar botsen om te reageren.
  • Twee voorwaarden:
  • De botsing moet hard genoeg zijn
  • De botsing moet de juiste richting hebben
  • Zo'n botsing heet een effectieve botsing

Slide 13 - Tekstslide

Het botsende-deeltjesmodel
  • Deeltjes bewegen en deeltjes moeten met elkaar botsen om te reageren.
  • Twee voorwaarden:
  • De botsing moet hard genoeg zijn
  • De botsing moet de juiste richting hebben
  • Zo'n botsing heet een effectieve botsing

Slide 14 - Tekstslide

Het botsende-deeltjesmodel
  • Als je wilt dat een reactie snel verloopt, moet je zorgen voor veel botsingen
  • Hoe meer botsingen, hoe groter het aantal effectieve botsingen is!

Slide 15 - Tekstslide

Reactiesnelheid
  • Uit H4:  factoren die invloed hadden op reactiesnelheid:
  • De soort stof
  • Verdelingsgraad
  • Concentratie
  • Temperatuur
  • Katalysator
Verklaren met 
botsende-deeltjesmodel

Slide 16 - Tekstslide

Invloed van concentratie op de reactiesnelheid
  • Bij een grotere concentratie van deeltjes, zijn er meer deeltjes.
  • Meer deeltjes betekent meer botsingen.
  • Meer botsingen betekent meer effectieve botsingen
  • Meer effectieve botsingen betekent een hogere reactiesnelheid. 

Slide 17 - Tekstslide

Invloed van verdelingsgraad op de reactiesnelheid
  • Het contactoppervlakte reageert bij een reactie.
  • Bij een lage verdelingsgraad is er weinig contactoppervlakte
  • Bij een hoge verdelingsgraad is er veel contactoppervlakte.

Slide 18 - Tekstslide

Invloed van verdelingsgraad op de reactiesnelheid
  • Veel contactoppervlakte betekent veel botsingen.
  • Veel botsingen betekent veel effectieve botsingen.
  • Veel effectieve botsingen betekent een hoge reactiesnelheid.

Slide 19 - Tekstslide

Invloed van temperatuur op de reactiesnelheid
  • Bij een hogere temperatuur gaan de deeltjes sneller bewegen.
  • Hierdoor neemt aantal botsingen toe.
  • Een botsing met snellere deeltjes zorgt ook dat de kans dat ze hard genoeg botsen groter wordt.
  • Dit leidt tot meer effectieve botsingen en een hogere reactiesnelheid.
  • Vuistregel: Bij een temperatuursverhoging van 10 °C gaat de reactie twee keer zo snel.

Slide 20 - Tekstslide

Als je de concentratie van de deeltjes vergroot, wat gebeurt er dan met de reactiesnelheid?
A
Reactiesnelheid neemt af
B
Reactiesnelheid neemt toe

Slide 21 - Quizvraag

Als je de verdelingsgraad van de deeltjes vergroot, wat gebeurt er dan met de reactiesnelheid?
A
Reactiesnelheid neemt af, want er is meer contactoppervlakte
B
Reactiesnelheid neemt toe, want er is meer contactoppervlakte
C
Reactiesnelheid neemt toe, want er is minder contactoppervlakte
D
Reactiesnelheid neemt af, want er is minder contactoppervlakte

Slide 22 - Quizvraag

Als je de temperatuur van de deeltjes verhoogt, wat gebeurt er dan met de reactiesnelheid?
A
Reactiesnelheid neemt af, want de deeltjes gaan langzamer
B
Reactiesnelheid neemt toe, want de deeltjes gaan langzamer
C
Reactiesnelheid neemt af, want de deeltjes gaan sneller
D
Reactiesnelheid neemt toe, want de deeltjes gaan sneller

Slide 23 - Quizvraag

De reactiesnelheid is lager bij
A
een fijnere verdelingsgraad
B
een minder fijne verdelingsgraad
C
de verdelingsgraad is niet van invloed

Slide 24 - Quizvraag

Met schoonmaakazijn kun je kalk verwijderen. Er ontstaan daarbij gasbellen. Wat is de invloed van de concentratie azijnzuur op de hoeveelheid gasbelletjes die ontstaan in een bepaalde tijd?
A
een hogere concentratie azijnzuur -> minder belletjes
B
een hogere concentratie azijnzuur -> meer belletjes
C
concentraties azijnzuur -> geen invloed op hoeveelheid belletjes

Slide 25 - Quizvraag

De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur

Slide 26 - Quizvraag

Welk van de methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan niet worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad
B
Concentratie
C
Temperatuur
D
Katalysator

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.

Slide 28 - Quizvraag

Aan welke voorwaarden moeten deeltjes voldoen voor een effectieve botsing?
A
Ze moeten op de juiste plaats botsen
B
Ze moeten met voldoende snelheid botsen bij de juiste temperatuur.
C
Ze moeten op kamertemperatuur botsen op de juiste plaats
D
Ze moeten met voldoende snelheid op de juiste plaats botsen

Slide 29 - Quizvraag

Aan het einde van de les....
... kun je het energiediagram van een endotherme en een exotherme reactie aflezen
... kun je in een energiediagram aangeven wat de activeringsenergie is
... kun je met het botsende deeltjesmodel de invloed van concentratie, temperatuur en verdelingsgraad verklaren


Slide 30 - Tekstslide