2.5 romeinen, joden en christenen

Het Romeinse Rijk


2.5 Romeinen, joden en christenen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het Romeinse Rijk


2.5 Romeinen, joden en christenen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstaat
  • Je kunt uitleggen waarom de christenen vervolgd werden
  • Je kunt uitleggen hoe keizer Constantijn en keizer Theodosius ervoor zorgden dat het christendom uiteindelijk de staatsgodsdienst werd in het Romeinse Rijk

Kenmerkend aspect:
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten 

Slide 2 - Tekstslide

Jodendom
  • Ontstaan in Palestina
  • Eerste monotheïstische godsdienst: geloven in één god
  • Tenach: heilige boek --> verhalen van het Oude Testament
  • Geloof in messias die volk zal verlossen
  • Joodse volk verspreidde zich na verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniërs in 586 v. Chr --> Diaspora
  • Vanaf 63 v. Chr. hoort Judea bij het Romeinse Rijk

Slide 3 - Tekstslide

Jezus van Nazareth

  • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
  • Jezus krijgt veel aanhangers onder vrouwen, slaven, arme mensen 
  • Door zijn populariteit vinden de joodse leiders hem een bedreiging
  • Jezus wordt verraden en door de Romeinen gekruisigd

Slide 4 - Tekstslide

Christendom


  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  •  Christus --> gezalfde
  • De apostelen (Paulus, Petrus) verspreiden zijn leer door het Romeinse Rijk
  • Door Romeins wegennet + kern boodschap snelle verspreiding

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Christenen in het Romeinse Rijk
  • Romeinen zien de christenen als een bedreiging omdat ze weigeren de keizer te vereren
  • --> er is maar één god!
  • Christenvervolgingen onder verschillende Romeinse keizers; Nero, Decius, Diocletianus
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zouden de Romeinen de christenen wel vervolgen maar de joden niet?

Slide 8 - Open vraag

Constantijn de Grote
  • Na eeuwenlange vervolging maakt keizer Constantijn
  • Goddelijk teken kort voor een veldslag --> visioen met christelijk symbool
  • Hij won de veldslag en bekeerde zich tot christen

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Realiteit


  • Er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 
  • oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen
  • Dus diplomatieke zet in plaats van religieus wonder

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 11 - Tekstslide

Staatsgodsdienst

  • In 380 maakt keizer Theodosius  het christendom tot staatsgodsdienst
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd 
  • Olympische Spelen worden verboden
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 12 - Tekstslide




Rond het jaar 100 schreef de Romeinse 
historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 13 - Tekstslide

Beargumenteer of de tekst van Tacitus een betrouwbare bron is.

Slide 14 - Open vraag

Kenmerkende aspecten
​1. De levenswijze van jagers en verzamelaars
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
​4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
5. De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa
8. De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als eerste monotheïstische godsdiensten

Slide 15 - Tekstslide

Welk KA?
A
Het ontstaan van de landbouwsamenleving
B
De levenswijze van jagers en verzamelaars

Slide 16 - Quizvraag


A
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
B
Het ontstaan van de landbouwsamenleving

Slide 17 - Quizvraag


A
De groei van het Romeinse imperium
B
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur

Slide 18 - Quizvraag

Welk KA?
A
De groei van het Romeinse Imperium
B
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur

Slide 19 - Quizvraag

Welk KA?

Socrates
A
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken
B
Ontstaan van eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 20 - Quizvraag