voltooid deelwoord

1 / 27
volgende
Slide 1: Link
NT2ISK

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

voltooid deelwoord
Denk aan softketchup

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb de doek ge....

pakken
A
gepakken
B
gepakd
C
gepakt
D
pakte

Slide 3 - Quizvraag

Zij heeft bloemen ge

plukken
A
plukken
B
geplukt
C
geplukd
D
plukte

Slide 4 - Quizvraag

Ik ben naar school ge....

fietsen
A
gefietst
B
gefietsd
C
fietsen
D
gefietsde

Slide 5 - Quizvraag

Hij heeft mijn hond ge...

aaien
A
aaien
B
aaide
C
geaait
D
geaaid

Slide 6 - Quizvraag

De jongens hebben een vogel ge..

tekenen
A
teekenen
B
getekent
C
getekend
D
tekenen

Slide 7 - Quizvraag

Wij hebben buiten ge...

spelen
A
gespelen
B
gespelt
C
gespeelt
D
gespeeld

Slide 8 - Quizvraag

De meisjes hebben een brief ge..

maken
A
gemaakt
B
gemakt
C
gemaakd
D
gemakd

Slide 9 - Quizvraag

Hij heeft de toets ge...

leren
A
geleren
B
geleerd
C
geleert
D
gelerd

Slide 10 - Quizvraag

ik heb het verhaal ...

vertellen
A
geverteld
B
verteld
C
vertelt
D
gevertelt

Slide 11 - Quizvraag

De jongen heeft goed ...

luisteren
A
geluisterd
B
geluistert
C
geluisteren
D
geluister

Slide 12 - Quizvraag

wij hebben bij de action

werken
A
werken
B
gewerken
C
gewerkd
D
gewerkt

Slide 13 - Quizvraag

Het meisje heeft hard

rennen
A
gerent
B
gerend
C
gerende
D
gerennd

Slide 14 - Quizvraag

Hij heeft de klas

vegen
A
geveegd
B
gevegd
C
gevegt
D
geveegt

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb je stem

horen
A
gehord
B
gehort
C
gehoord
D
gehoort

Slide 16 - Quizvraag

jullie hebben naar de juf

luisteren
A
luister
B
geluister
C
geluistert
D
geluisterd

Slide 17 - Quizvraag

Hij heeft lekker

sporten
A
gespoort
B
gesport
C
gespord
D
gesporten

Slide 18 - Quizvraag

Ik heb de slak

proeven
A
geproeft
B
geproevt
C
geproefd
D
geproevd

Slide 19 - Quizvraag

Zij hebben in Breda

wonen
A
gewonen
B
gewont
C
gewoond
D
gewoont

Slide 20 - Quizvraag

Ik heb in de soep

roeren
A
geroerd
B
geroert
C
geroeren
D
geroerde

Slide 21 - Quizvraag

Hij heeft het doel

raken
A
geraakd
B
geraakt
C
geraak
D
raakte

Slide 22 - Quizvraag

ik heb hard

rennen
A
gerennt
B
gerennd
C
gerent
D
gerend

Slide 23 - Quizvraag

maak een zin met willen

Slide 24 - Open vraag

maak een zin met `bellen

Slide 25 - Open vraag

maak een zin met praten

Slide 26 - Open vraag

Klaar!

Slide 27 - Tekstslide