P5_W2-FR MC: Les verbes réguliers et irréguliers en -RE

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 4 - Tekstslide

Welke werkwoorden op -RE
ken jij al?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

répondre
attendre
entendre 
vendre
perdre
rendre
Les verbes en –RE:
combine!
verkopen
antwoorden
wachten (op)
horen
verliezen
teruggeven

Slide 7 - Sleepvraag

Comment conjuguer les verbes en -RE
à l'indicatif présent?
A
infinitief + uitgangen
B
stam + uitgangen
C
stam + voltooid deelwoord

Slide 8 - Quizvraag

La conjugaison
d'un verbe en -RE:
combine!
attendons

attends
attendent
attend
attends
attendez
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Slide 9 - Sleepvraag

Les terminaisons des verbes en -RE
à l'indicatif présent sont:
A
s / s / - / ons / ez / ent
B
s / s / t / ons / ez / ent
C
e / es / e / ons / ez / ent

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Conjugue le verbe: attendre
Nous ... à la maison.
A
attendont
B
attendez
C
attendent
D
attendons

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Conjugue le verbe: perdre
Je ... toujours mes clés.
A
perdez
B
perd
C
perdent
D
perds

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Conjugue le verbe: vendre
Tu ... des fruits et des légumes.
A
vends
B
vende
C
vend
D
vendes

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij werkwoorden
op -RE in de passé composé?
A
-RE wordt é
B
-RE wordt i
C
-RE wordt u
D
helemaal niets

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Conjugue le verbe descendre au passé composé:
Nous ...
A
Nous sommes descendus
B
Vous avez descendu
C
Nous descendu

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Conjugue le verbe répondre au passé composé:
Nous ...
A
Nous sommes répondu
B
Vous avez répondu
C
Nous avons répondu
D
Nous répondons

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Conjugue le verbe dire.
Sujet: vous

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Conjugue le verbe lire.
Sujet: elles

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Conjugue le verbe prendre.
Sujet: il

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Conjugue le verbe mettre.
Sujet: nous

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Le ticket de sortie

Slide 39 - Tekstslide

Choisis la bonne traduction de:
Jullie hebben gelezen.
A
vous avez pris
B
vous avez lu
C
ils ont lu
D
nous avons dit

Slide 40 - Quizvraag

Au travail !
Wat?
Exercices 1-6
Met wie en hoe?
Je mag vragen stellen aan jouw buur of coach
Na 10 minuten verbeteren we klassikaal. 
Tijd?

Tip:
Gebruik het grammaticaboekje op p. 54 & p. 56
Klaar? 
Verbuga
timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide

Check out: ik kan (on)regelmatige werkwoorden op -RE vervoegen in verschillende werkwoordstijden:
A
B
C

Slide 42 - Quizvraag

Le ticket de sortie
timer
1:00

Slide 43 - Tekstslide