Gramática Capítulo 5_VWO

PROEFWERK capítulo 5
- leren woordjes 5.1/5.2/5.3: Spaans-Nederlands
- leren woordjes 5.4: Nederlands-Spaans
- Zinnetjes bron K: Sp – Nl ÉN Nl – Sp
Grammatica:
- Het wederkerend werkwoord (bron D), presente + presente perfecto
- Kloktijden
- Werkwoorden op -ocer/-ecer/-ocir (bron G)
- Vergelijkingen (bron J)
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

PROEFWERK capítulo 5
- leren woordjes 5.1/5.2/5.3: Spaans-Nederlands
- leren woordjes 5.4: Nederlands-Spaans
- Zinnetjes bron K: Sp – Nl ÉN Nl – Sp
Grammatica:
- Het wederkerend werkwoord (bron D), presente + presente perfecto
- Kloktijden
- Werkwoorden op -ocer/-ecer/-ocir (bron G)
- Vergelijkingen (bron J)

Slide 1 - Tekstslide

Hier volgen een aantal vragen over het Wederkerende Werkwoord. Je moet kennen: 

despertarse (ie), levantarse, vestirse (i), ponerse, acostarse (ue), ducharse, aburrirse, divertirse (ie), llamarse, alojarse, pelearse.

Slide 2 - Tekstslide

Een wederkerend werkwoord eindigt in het Spaans altijd op -se
A
verdadero
B
falso

Slide 3 - Quizvraag

Bij wederkerende werkwoorden kan ook klinkerwisseling voorkomen.
A
verdadero
B
falso

Slide 4 - Quizvraag

Bij de vervoeging van een wederkerend werkwoord heb je altijd me/te/se/nos/os/se nodig.
A
verdadero
B
falso

Slide 5 - Quizvraag

'ir' is een wederkerend werkwoord en 'irse' niet
A
verdadero
B
falso

Slide 6 - Quizvraag

Een wederkerend werkwoord heeft altijd betrekking op jezelf. Daarom heet het 'wederkerend'.
A
verdadero
B
falso

Slide 7 - Quizvraag

Een wederkerend werkwoord kan niet in de verleden tijd staan.
A
verdadero
B
falso

Slide 8 - Quizvraag

Noem alle wederkerende werkwoorden
die je kent

Slide 9 - Woordweb

Wat betekent...
Nos despertamos
A
Wij zijn opgestaan
B
Wij zijn wakker geworden
C
Wij staan op
D
Wij worden wakker

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent...

Me acuesto a las siete
A
Ik douche om zeven uur
B
Ik ga om zeven uur naar bed
C
Ik sta om zeven uur op
D
Ik kleed me om zeven uur aan

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de jullie-vorm van 'levantarse'?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de jij-vorm van 'vestirse'?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de u-vorm van 'despertarse'?

Slide 14 - Open vraag

Kies de juiste vorm.
Mis padres ....... (llamarse) Jorge y Paula

Slide 15 - Open vraag

Kies de juiste vorm.
Mi hermana ..... (ducharse) a las ocho

Slide 16 - Open vraag

Kies de juiste vorm.
Mis amigas y yo .... (aburrirse) en el instituto

Slide 17 - Open vraag

Kies de juiste vorm.
Siempre yo ... (levantarse) muy tarde

Slide 18 - Open vraag

Kies de juiste vorm.
Mis padres ....... (llamarse) Jorge y Paula

Slide 19 - Open vraag

Kies de juiste vorm van de presente perfecto:

Mi hermana ..... (ducharse) a las ocho

Slide 20 - Open vraag

Kies de juiste vorm van de presente perfecto:

Mis amigas y yo .... (aburrirse) en el instituto

Slide 21 - Open vraag

Kies de juiste vorm van de presente perfecto:

Siempre yo ... (levantarse) muy tarde

Slide 22 - Open vraag

Nu volgen een aantal vragen over de werkwoorden die eindigen op -ecer, -ocer, -ucir. Je moet kennen:

Ofrecer, concocer, conducir, aparecer, agradecer, obedecer, reconocer, traducir, introducir, producir.

Slide 23 - Tekstslide

Welke vorm is onregelmatig bij deze werkwoorden?
A
yo
B
C
nosotros
D
vosotros

Slide 24 - Quizvraag

Waar eindigt die ik-vorm steeds op?
A
-sco
B
-nco
C
-zco
D
-rco

Slide 25 - Quizvraag

Al deze werkwoorden eindigen op -ir
A
verdadero
B
falso

Slide 26 - Quizvraag

Conocer en reconocer betekenen hetzelfde.
A
verdadero
B
falso

Slide 27 - Quizvraag

Welke werkwoorden uit
Bron G ken je?

Slide 28 - Woordweb

Vul de juiste vorm in.
Maria y yo ... (conocer) a mucha gente

Slide 29 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.
¿Cómo tú ... (traducir) esta frase?

Slide 30 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.
Durante las vacaciones yo ... (conducir) el coche.

Slide 31 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.
Siempre yo ... (obedecer) a las profes

Slide 32 - Open vraag

Hier volgen een aantal vragen over de trappen van vergelijking. Je moet kennen: 

- de stellende trap
- de vergrotende trap

Slide 33 - Tekstslide

De stellende trap maak je in het Spaans met 'tan .... como ...'
A
verdadero
B
falso

Slide 34 - Quizvraag

'tan ... como ...' vertaal je met 'hetzelfde als..'
A
verdadero
B
falso

Slide 35 - Quizvraag

Het bijvoeglijke naamwoord dat op de puntjes moet komen kan mannelijk/vrouwelijk, enkelvoud/meervoud zijn.

A
verdadero
B
falso

Slide 36 - Quizvraag

Wat vul je hier in?
Mi abuela es tan ... (aardig) como mi abuelo.
A
simpática
B
simpático
C
simpáticas
D
simpáticos

Slide 37 - Quizvraag

Vul in. Zet ook in de juiste vorm!
En Ibiza es tan ... (zonnig) como en Mallorca.

Slide 38 - Open vraag

Vul in. Zet in de juiste vorm!
Mis amigas son tan ... (geweldig) como mis hermanas.

Slide 39 - Open vraag

Vul in. Zet ook in de juiste vorm!
Los profes de inglés son tan ... (verlegen) como los de alemán.

Slide 40 - Open vraag

De vergrotende trap maak je met 'plus que' en 'menos que'
A
verdadero
B
falso

Slide 41 - Quizvraag

De vergrotende trap vertaal je met groter dan.. of kleiner dan..
A
verdadero
B
falso

Slide 42 - Quizvraag

Vertaal. Let ook op de juiste vorm.
España es ... (groter dan) Holanda.

Slide 43 - Open vraag

Vertaal. Let ook op de juiste vorm.
Mi madre es ... (eerlijker dan) mi padre.

Slide 44 - Open vraag

Vertaal. Let ook op de juiste vorm.
Mi hermano es ... (minder lui dan) mi amigo Sandor.

Slide 45 - Open vraag

Vertaal. Let ook op de juiste vorm.
Mis notas de francés son ... (beter dan) mis notas de geografía.

Slide 46 - Open vraag

Noem alle bijvoeglijk naamwoorden
die je kent

Slide 47 - Woordweb

Vertaal. Kies tussen de stellende & de vergrotende trap.
Mi tío es ... (net zo vervelend als) mi primo.

Slide 48 - Open vraag

Vertaal. Kies tussen de stellende & de vergrotende trap.
Sanne es ... (minder knap dan) Aurora.

Slide 49 - Open vraag

Vertaal. Kies tussen de stellende & de vergrotende trap.
Mi casa es ... (net zo klein als) tu casa

Slide 50 - Open vraag

Vertaal. Kies tussen de stellende & de vergrotende trap.
Soy ... (langer dan) que mi madre.

Slide 51 - Open vraag