Skelet

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

video vragen
Waar in het filmpje zie je gewrichten?
hoeveel verschillende botten zie je?
hoe zitten botten aan elkaar?
waarom kan een mens zo bewegen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functies skelet

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming is een functie van een skelet. Welk orgaan krijgt bescherming van het skelet?
A
Nieren
B
Darmen
C
Longen
D
Lever

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een bot
Het bot bestaat uit:
  • botvlies
  • compact botweefsel
  • sponsachtig botweefsel

Zoek een plaatje van een bot en kijk waar
deze onderdelen zich bevinden en wat 
de taak is.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botvlies
Alle botten zijn bedekt met het botvlies (periost). Het is een taai vlies van straf bindweefsel. Het botvlies voorziet het bot van bloed door middel van aanvoerende en afvoerende bloedvaten.
Compact botweefsel
Tegen het botvlies aan ligt een laag compact botweefsel (substantia compacta). Compact botweefsel is vrij massief doordat de botbuizen dicht tegen elkaar aan liggen. Een botbuis (osteon) is een lange zuil van botweefsel met in het centrum een holte. De holte wordt het haverskanaal genoemd. Hierdoorheen lopen bloedvaten.
Sponsachtig botweefsel
Elk bot bestaat voor een deel uit sponsachtig botweefsel (substantia spongiosa). Dit type wordt zo genoemd vanwege het sponsachtige uiterlijk. In sponsachtig botweefsels is botweefsel gestructureerd tot een netwerk van beenbalkjes. De beenbalkjes worden van elkaar gescheiden door holten. In de holten zit rood beenmerg. Het rode beenmerg is een belangrijk weefsel, omdat daarin continu nieuwe bloedcellen gevormd worden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Zoek van deze soort beenderen 2 voorbeelden waar ze voorkomen in je skelet :
  • Pijpbeenderen
  • platte beenderen
  • korte beenderen
  • onregelmatige beenderen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De langste botten zijn
A
Ribben
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Borstbeen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de afbeeldingen
Scheenbeen
Kuitbeen
Dijbeen
Opperarmbeen
Heupbeen
Borstbeen

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bevindt er zich in de holte van het bot?
A
Bruine beenmerg
B
Gele beenmerg
C
Rode beenmerg
D
Witte beenmerg

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de schedel, bij de geboorte, niet aan elkaar gegroeid?
A
Om nog te kunnen groeien
B
Omdat de naden nog aan elkaar moeten groeien
C
Om over elkaar heen te schuiven bij de geboorte
D
Geen van de drie antwoorden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Botten van je skelet
opdracht:

  1. maak de botten van de armen en benen in de afbeelding
  2. schrijf op de afbeeldingen de namen van de botten

Thieme Module 13 hoofdstuk 1
30 minuten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
De wervelkolom

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Botverbindingen
Botverbindingen zitten op alle plaatsen waar twee botten contact maken met elkaar.

  1. bindweefselverbindingen;
  2. kraakbeenverbindingen;
  3. gewrichten.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Maak met je groepje een poster over de 3 verschillende botverbindingen
gebruik plaatjes / tekeningen / tekst

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepjes

  • Yasmine - Daphne R - Rosanne
  • Manisha - Mirle - Riekie 
  • Daphne T - Michelle - Shemita
  • Lynn - Julia - Day
  • Omilya - Yentl

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kraakbeen bevat bloedvaten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scharniergewricht

Slide 40 - Tekstslide

Scharniergewrichten, zoals de elleboog en je vinger, kunnen slechts in één richting bewegen.
Kogelgewricht

Slide 41 - Tekstslide

De kogelgewricht:  zoals de schouder en heup, kunnen in (bijna) alle richtingen bewegen.


Waar/niet waar
Een gewricht is een beenverbinding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gewricht bevindt zich in de knie
A
Eigewricht
B
Kogelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Rolgewricht

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Sleepvraag

sleep de juiste gewricht naar het juiste plaatje. 
Verwerkingsopdrachten
Thieme
Module 13
Hoofdstuk 1
1,2,3,4,6,7,9

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies