prepositions of place

Welcome!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chapter 4 
No place like home

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homes
detached house
flat
semi-detached house
terraced house

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Choose from:
8 carpet – 5 chair – 4 couch – 2 downstairs – 10 mirror – 3 stairs – 6 table – 1 upstairs – 9 wardrobe - 7 window
1
2
3
7
8
9
10
5
6
4
downstairs
upstairs
window
carpet
wardrobe
couch
chair
table
mirror
stairs

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar time!

Doel:
Aan het einde van deze les, 
kun jij een aantal voorzetsels van plaats (Prepositions of Place) noemen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of place

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of place
Met prepositions of place (voorzetsels van plaats) kan je aangeven waar iets is. 

Noem in de volgende woordweb alle prepositions of place die jij kent. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions
of Place

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ENG = In

NL = In

My book is in my bag.


I am in my room. 



I live in the Kardinaal de Jongweg.



We live in the Netherlands.

ENG = On
NL = Op

My book is on the table.


I am on the bus to Leeuwarden.


ENG = At 

NL = Op

We are at school.


I live at the Kardinaal de Jongweg 20.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ENG = In

NL = In

My book is in my bag.


I am in my room. 

👆🏻 Afgesloten ruimtes


I live in the Kardinaal de Jongweg.

👆🏻 Wegen


We live in the Netherlands.

👆🏻 Landen/grote gebieden

ENG = On 

NL = In

My book is on the table.

👆🏻 Oppervlaktes

I am on the bus to Leeuwarden.

👆🏻 Openbaar vervoer


ENG = At 

NL = In

We are at school.

👆🏻 Gebouwen

I live at the Kardinaal de Jongweg 20.

👆🏻 Straatnummers



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

On and At?
Betekenen dus allebei "op"

Maar... Wat is dan het verschil tussen:
- I am at school?
en
- I am on school? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The boy is on school. 
(bovenop)
These kids are at school.
👇🏻
👇🏻

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In
On
In front of
Between
Next to
Under
Above

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I live ______ Germany.
A
in
B
on
C
at

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. The elephant is.......... the chair
A
next to
B
in front of
C
under
D
between

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I live _____ the Reeweg 14.
A
in
B
on
C
at

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. The girl is hiding............... the tree
A
under
B
behind
C
in front of
D
in

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. He is stuck.................the rocks
A
opposite
B
next to
C
between
D
on

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. The puppies are.........the basket
A
in
B
opposite
C
behind
D
on

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. The man is standing............the bear
A
opposite of
B
behind
C
next to
D
on

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. The statue of the girl is.................
the statue of the bull
A
next to
B
in
C
between
D
opposite

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I meet you _______ (voor) the cinema.
A
on
B
between
C
in front of
D
at

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. The pig is.............the skateboard
A
on
B
in front of
C
under
D
in

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. He is hiding............his desk
A
behind
B
on
C
in front of
D
under

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The library is _______ (tussen) the supermarket and the cafe.
A
between
B
next to
C
on
D
through

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Snapte ut?
A
nogniecht
B
kweeniemisschieneffekijkeh
C
denkvanwelja
D
joazekersjoa

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je het al een beetje? Goed bezig!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

prepositions of place
H4 B. Themewords (p. 14 tm 17)
Online exercise / book 11 tm 16

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

GAME
Prepositions of place

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies