Workshop GO- NO GO- Beoordelen

workshop GO-NO GO & beoordelen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

workshop GO-NO GO & beoordelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet ik inleveren?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen van deze les
Wat zijn smartdoelen?
Hoe schrijf ik een evaluatie verslag?
Wat is een beoordelingslijst?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een smartdoel? 
SMART staat voor specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specifiek
  • Voorkomen dat het doel vaag is.
  • Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
  • Wat wil je bereiken?
  • Wie zijn erbij betrokken?
  • Waar ga je het doel uitvoeren?
  • Is het een concreet doel?
  • Waarom wil je dit doel bereiken? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meetbaar 
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.

 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acceptabel
  • Sluit het doel aan bij de opdracht?
  • Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realistisch 
  • Is het doel haalbaar?
  • Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdgebonden
  • Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
  • Wanneer ben je klaar?
  • Wanneer is het doel behaald? 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkst regel 
Specifiek zijn 
Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS om doelen smart te formuleren 
Niet toepassen:
  • meer
  • beter
Wel toepassen:
  • Ik
  • kan 
  • Wat zie je of hoor je als je het doel hebt gehaald 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieverslag
Richtlijnen voor het schrijven van het evaluatieverslag studenten ZPO.
Voorafgaand aan het beoordelingsmoment BPV schrijf je een evaluatieverslag.
In dit verslag evalueer je de afgelopen periode van jouw BPV.
Je evalueert het proces en het product van jouw BPV.

.
Probeer in je verslag zoveel mogelijk vanuit de ik-vorm te schrijven. Dit zorgt ervoor dat je dicht bij je eigen ervaringen blijft.
Je kan het logboek als input voor het verslag gebruiken.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRODUCTMATIG
Bij het productmatige karakter moet je denken aan: welke taken, activiteiten, werkzaamheden heb je de afgelopen periode

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PROCESMATIG
Bij het procesmatige karakter moet je denken aan: hoe ervaar je een en ander, wat doet het met je, welke groei maak je door, enz.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Eerste beoordeling.
-In overleg met je BIP kan het feedbackformulier (bijlage 4) worden gebruikt om de voortgang op de BPV te kunnen volgen van de student (dagelijks, wekelijks of maandelijks). Eigen feedbackformulieren die de instelling zelf heeft ontwikkeld kunnen ook worden gebruikt.
De feedback wordt de input voor het evaluatieverslag.
-In overleg met je PIB (docent, werkbegeleider, praktijkopleider) formuleer je minimaal 2 SMART- leerdoelen. Om doelen op te stellen die je ontwikkeling in gang zetten vraag je feedback aan minimaal 2 collega’s over jouw leerdoelen.
-Als laatste laat je de werkbegeleider en/of praktijkbegeleider de kerncompetentielijst invullen en vul je deze ook zelf in. De resultaten bespreek je met elkaar. Tijdens dit gesprek vul je de definitieve kerncompetentielijst in. Deze lijst is samen met je evaluatieverslag input voor het eerste beoordelingsgesprek. De Pib’ers nodig je uit om deel te nemen aan dit gesprek.
De PIB (docent) vult voor het beoordelingsgesprek ook een kerncompetentielijst in waarbij de theoretische studievoortgang en leerhouding van de student wordt beoordeeld.

Kerncompetentielijst

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betrokkenheid
empathie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betrokkenheid

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

empathie

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

assertiviteit
representativiteit
integriteit
clientgerichtheid

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleveren bij educator, samengevoegd in 1 document:
1. Minimaal 2 SMART leerdoelen (Bijlage 1 en 2)
2. Evaluatieverslag (bijlage 3 en 3A)
3. Gescande beoordelingslijst voorzien van de benodigde handtekeningen (bijlage 5)
De ingevulde kerncompetentielijst neem je mee naar het gesprek (Bijlage 5).
Extra informatie:
Om een voldoende te behalen voor deze oriëntatiekaart gelden de volgende criteria:
• SMART doelen zijn uitgewerkt volgens de richtlijnen (bijlage 1 en 2).
• Evaluatieverslag volgens de richtlijnen met daarin feedback verwerkt van minimaal 2 collega’s (bijlage 3 en 3A)
• Ingevulde kerncompetentielijst



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervolg beoordelingen; kerncompetentielijsten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende beoordelingen.
Zie eerste beoordeling. Daarnaast evalueert de student ook de gestelde SMART-leerdoelen.
De student gebruikt hiervoor de evaluatievragen van bijlage 3A.
-De notulen van de driehoekgesprekken wordt door de Pibber (coach) direct gerapporteerd in “on stage”.
Hierin wordt zeker vermeld: evaluatie afgelopen maand, resultaat kerncompetentielijst (beoordelend gesprek), evaluatieverslag aanwezig, voortgang SMART-doelen, afspraken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren van de leerdoelen (Niet bij de eerste beoordeling!)
Evalueren van de leerdoelen (Niet bij de eerste beoordeling!)

Gebruik de onderstaande vragen om te evalueren op je leerdoel.
-Beschrijf situaties waarin je leerdoel naar voren kwam.
- Beschrijf wat jij in deze drie situaties hebt gedaan /hoe je hebt gehandeld.
- Beschrijf wat er goed ging.
- Welke kwaliteiten en vaardigheden heb je hierbij ingezet?
- Wat ging er niet (helemaal) goed?
- Wat heb je geleerd in deze situaties?
- Welke stappen ga je ondernemen om een volgende keer je werk te verbeteren?
- Wie zou je voor dit leerdoel om hulp willen vragen?
- Is dit leerdoel behaald? Zo niet, hoe ga je verder met dit leerdoel?
- Moet het leerdoel worden aangepast/bijgesteld?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies