meesterproef recensie schrijven

Recensie schrijven
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je een recensie schrijven over en kort verhaal.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer lees je wel eens een recensie (review)?

Slide 3 - Woordweb

Heb je wel eens een recensie geschreven? Waarom deed je dat?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Wat vond je van de trailer van Boy 7.
Geef je mening door een beoordelingswoord te noemen.
Leg uit waarom je dat beoordelingswoord vind passen.


Slide 6 - Open vraag

Waarom schrijf je een recensie?
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan een boek, een film of een restaurant zijn).

De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keus maken. 
Je gaat  een recensie schrijven over een boek dat je hebt gelezen.

 Als je voorbeelden zoekt, kun je kijken op: https://www.hebban.nl/Search?q=Mirjam+Mous

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt een kort verhaal gelezen. In deze les ga je een recensie schrijven van dat verhaal. Wat vond je van het verhaal?

Slide 8 - Tekstslide

Wat vond je van het gelezen verhaal? Noem 2 beoordelingswoorden.

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag


We gaan nu stap voor stap een recensie schrijven.


Slide 11 - Tekstslide

Een recensie bestaat uit 3 delen
Inleiding
kern
slot

Slide 12 - Tekstslide

Deel 1: Inleiding (alinea 1)
  1. Kies een interessant fragment uit het gelezen verhaal waarmee je de aandacht van de lezer van de recensie schrijft. Schrijf dat fragment op.
  2. Schrijf de naam en de schrijver van het verhaal en beschrijf in een paar zinnen waar je het verhaal over gaat.
  3. Geef in één zin aan wat je van het verhaal vindt.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag met de inleiding

  • Voer eerst de drie opdrachten uit van de vorige dia. 
  • Voeg de drie opdrachten samen en maak er een goed lopend 'verhaal' van.  Is dat gelukt, dan is je inleiding klaar!

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag met de kern
Voor je de kern van de recensie schrijft, maak je de eerst de  voorbereidende opdracht.
  1. Geef je mening aan de hand van de gegeven beoordelingswoorden.
  2. Leg het beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal.


Slide 15 - Tekstslide

Deel 2: Kern (alinea 2,3 en 4)


Je kern bestaat uit twee of drie alinea’s. Begin iedere alinea met een juist gekozen signaalwoord. Geef daarbij een argument en een voorbeeld.

Slide 16 - Tekstslide

Beoordelingwoorden


Om een oordeel te geven over het verhaal, gebruik je beoordelingswoorden. 


Slide 17 - Tekstslide

Kern: alinea 2
Omcirkel op het opdrachtenblad 1 van onderstaande beoordelingswoorden.

  1. Spannend-Saai
  2. Veel actie- Er gebeurt weinig
  3. Boeiend- Niet boeiend

Slide 18 - Tekstslide

Beoordelingswoord 1 gekozen en nu?
Gebruik opdrachtenblad 1.

Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf alinea 2
Schrijf aan de hand van het opdrachtenblad een goed lopende alinea.
Let bij het schrijven van alinea 2 op de volgende zaken:
  1. Is het een logisch geheel?
  2. Lopen de zinnen goed?
  3. Is de spelling en interpunctie correct?

Slide 20 - Tekstslide

Kern: alinea 3
Omcirkel op het opdrachtenblad 1 van onderstaande beoordelingswoorden.

  1. Laat me meeleven - Doet me niets
  2. Grappig -Droevig
  3. Ik snap de keuzes van de hoofdpersoon- Ik zou andere keuzes maken dan de hoofdpersoon

Slide 21 - Tekstslide

Beoordelingswoord 2 gekozen ?
Gebruik opdrachtenblad 1.

Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf alinea 3
Schrijf aan de hand van het opdrachtenblad een goed lopende alinea.
Let bij het schrijven van alinea 3 op de volgende zaken:
  1. Is het een logisch geheel?
  2. Lopen de zinnen goed?
  3. Is de spelling en interpunctie correct?

Slide 23 - Tekstslide

Kern: alinea 4 (2 hv)
Omcirkel op het opdrachtenblad 1 van onderstaande beoordelingswoorden.
  1. Het verhaal is in begrijpelijk taal geschreven- Het verhaal is geschreven in taal die lastig te begrijpen is.
  2. Leerzaam - Niet leerzaam
  3. Het verhaal is in een logische volgorde geschreven - Het verhaal zit ingewikkeld in elkaar.

Slide 24 - Tekstslide

Beoordelingswoord 3 gekozen? (2hv)
Gebruik opdrachtenblad 1.

Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf alinea 4 (2hv)
Schrijf aan de hand van het opdrachtenblad een goed lopende alinea.
Let bij het schrijven van alinea 4 op de volgende zaken:
  1. Is het een logisch geheel?
  2. Lopen de zinnen goed?
  3. Is de spelling en interpunctie correct?

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag met het slot
  • Voer eerst de twee opdrachten uit van de volgende dia.
  • Voeg de twee opdrachten samen en maak er een goed lopend 'verhaal' van. Is dat gelukt, dan is je slot klaar.

Slide 27 - Tekstslide

Deel 3: slot (alinea 5)
  1. Voor wie/voor welke lezer vind jij dit een goed verhaal? Je kunt iets gebruiken van wat je hierboven al gebruikt hebt.
  2. Sluit af met een goede slotzin!

Slide 28 - Tekstslide

Herlees en herschrijf je recensie
Lees je recensie grondig door en let daarbij op de 6 kenmerken van een goede tekst.

  1. inhoud
  2. opbouw
  3. spelling
  4. zinsbouw
  5. toon
  6. lay-out

Slide 29 - Tekstslide

Feedback 
Laat je recensie lezen door een klasgenoot. Je klasgenoot geeft feedback  aan de hand van de 6 kenmerken van een goede tekst.

  1. inhoud
  2. opbouw
  3. spelling
  4. zinsbouw
  5. toon
  6. lay-out

Slide 30 - Tekstslide

Je recensie is bijna af!

Verwerk de feedback van je klasgenoot.

Ben je tevreden?

Slide 31 - Tekstslide