Meesterproef oefenrecensie schrijven

Recensie schrijven
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je een recensie schrijven over een kort verhaal ( en zelfs een theaterstuk!).

Slide 2 - Tekstslide

Lees je wel eens een recensie (review)?

Slide 3 - Woordweb

Heb je wel eens een recensie (review) geschreven? Waarom deed je dat?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Wat vond je van de trailer van Boy 7.
Geef je mening door een beoordelingswoord te noemen.
Leg uit waarom je dat beoordelingswoord vindt passen.


Slide 6 - Open vraag

Waarom schrijf je een recensie?
- Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan een boek, een film of een restaurant zijn).

- De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keuze maken. 

Je gaat  een recensie schrijven over een boek dat je hebt gelezen.
Als je voorbeelden zoekt, kun je kijken op: https://www.hebban.nl/Search?q=Mirjam+Mous

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt een kort verhaal gelezen. In deze les ga je een oefenrecensie schrijven van dat verhaal. Wat vond je van het verhaal?

Slide 8 - Tekstslide

Wat vond je van het gelezen verhaal? Noem 2 beoordelingswoorden.

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag


We gaan nu stap voor stap een recensie schrijven.


Slide 11 - Tekstslide

Een recensie bestaat uit 3 delen
Inleiding
kern
slot

Slide 12 - Tekstslide

Deel 1: Inleiding (alinea 1)
  1. Kies een interessant fragment uit het gelezen verhaal waarmee je de aandacht van de lezer van de recensie schrijft. --> Schrijf dat fragment op.
  2. Schrijf de titel en de auteur van het verhaal op en beschrijf in een paar zinnen waar het verhaal over gaat.
  3. Geef in één zin aan wat je van het verhaal vindt.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding Boy 7
Ik werd wakker in het zand. Ik wist niet waar ik was, waar ik heen moest of hoe ik heette. Zo begint het jeugdboek Boy 7 van Mirjam Mous. Het verhaal gaat over een jongen die is ontvoerd en moet zien te achterhalen wat er is gebeurd. Hij kan zich namelijk niets herinneren van de afgelopen weken. Ik vond het een heel spannend verhaal omdat er verrassende plotwendingen waren en omdat ik vanaf de eerste bladzijde het verhaal in werd gezogen.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag met de inleiding

  • Voer eerst de drie opdrachten uit van de vorige dia. 

  • Voeg de drie opdrachten samen en maak er een goed lopend 'verhaal' van.  Is dat gelukt, dan is je inleiding klaar!

Slide 15 - Tekstslide

Opbouw van de alinea's in de kern
De kern heeft drie alinea's.
Elke alinea in de kern heeft de volgende indeling:
  1. Je eerste zin is de kernzin (boodschap). Hierin staat het beoordelingswoord. 
  2. In de zin(nen) daarna geef je uitleg (argumenten).
  3. Tot slot geef je een voorbeeld, dat je argument nog meer verduidelijkt.

Zie het voorbeeld op de volgende slide.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld van een alinea in de kern
Ten eerste is het verhaal spannend. Dat komt omdat je niet weet wat er precies met Sam is gebeurd en gaat gebeuren. Zo wordt hij in het begin van het boek wakker op een verlaten grasvlakte. Hij weet niet hoe hij daar gekomen is, hij weet niet hoe hij heet en hij weet niet waar hij naar toe moet. Daardoor is het verhaal meteen vanaf het begin al heel spannend.

Slide 17 - Tekstslide

Kern: alinea 2
Omcirkel op het opdrachtenblad een van onderstaande beoordelingswoorden.

  1. Spannend-Saai
  2. Veel actie- Er gebeurt weinig
  3. Boeiend- Niet boeiend

Slide 18 - Tekstslide

Beoordelingswoord 1 gekozen en nu?
Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf alinea 2
Schrijf aan de hand van het opdrachtenblad een goed lopende alinea (denk aan het voorbeeld op slide 16).
Let bij het schrijven van alinea 2 op de volgende zaken:
  1. Is het een logisch geheel?
  2. Lopen de zinnen goed?
  3. Is de spelling en interpunctie correct?

Slide 20 - Tekstslide

Kern: alinea 3 
Omcirkel op het opdrachtenblad  een van onderstaande beoordelingswoorden.
  1. Het verhaal is in begrijpelijk taal geschreven- Het verhaal is geschreven in taal die lastig te begrijpen is.
  2. Leerzaam - Niet leerzaam
  3. Het verhaal is in een logische volgorde geschreven - Het verhaal zit ingewikkeld in elkaar.

Slide 21 - Tekstslide

Beoordelingswoord 2 gekozen ?

Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 22 - Tekstslide

Kern: alinea 4
Omcirkel op het opdrachtenblad een van onderstaande beoordelingswoorden.

  1. Laat me meeleven - Doet me niets
  2. Grappig -Droevig
  3. Ik snap de keuzes van de hoofdpersoon- Ik zou andere keuzes maken dan de hoofdpersoon

Slide 23 - Tekstslide

Beoordelingswoord 3 gekozen?


Leg het gekozen beoordelingswoord uit aan de hand van een situatie of gebeurtenis uit je verhaal. 

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf alinea 4
Schrijf aan de hand van het opdrachtenblad een goed lopende alinea (denk aan het voorbeeld op  slide 16).
Let bij het schrijven van alinea 3 op de volgende zaken:
  1. Is het een logisch geheel?
  2. Lopen de zinnen goed?
  3. Is de spelling en interpunctie correct?

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag met het slot
  • Voer eerst de twee opdrachten uit van de volgende dia.

  • Voeg de twee opdrachten samen en maak er een goed lopend 'verhaal' van. Is dat gelukt, dan is je slot klaar.

Slide 26 - Tekstslide

Deel 3: slot (alinea 5)
  1. Voor wie/voor welke lezer vind jij dit een goed verhaal? Je kunt iets gebruiken van wat je hierboven al gebruikt hebt.
  2. Sluit af met een goede slotzin!

Slide 27 - Tekstslide

Bedenk een passende titel
Dit mag niet de titel van je boek zijn.

Slide 28 - Tekstslide

Herlees en herschrijf je recensie
Lees je recensie grondig door en let daarbij op de 6 kenmerken van een goede tekst.
  1. Inhoud
  2. opbouw
  3. spelling
  4. zinsbouw
  5. toon
  6. lay-out

Slide 29 - Tekstslide

Feedback 
Laat je recensie lezen door een klasgenoot. Je klasgenoot geeft feedback  aan de hand van de 6 kenmerken van een goede tekst.

  1. inhoud
  2. opbouw
  3. spelling
  4. zinsbouw
  5. toon
  6. lay-out

Slide 30 - Tekstslide

Je recensie is bijna af!

Verwerk de feedback van je klasgenoot.

Ben je tevreden?

Slide 31 - Tekstslide

De eindversie
  • Werk in tweetallen/drietallen/viertallen.
  • Maak van jullie recensies één recensie. Kies de beste inleiding, kernalinea’s en slot. Maak een nieuw document aan. Noem je document "recensie + jullie namen"
  • Lever de recensie van je tweetal in. Vergeet niet jullie namen ook onderin het document te zetten.

Slide 32 - Tekstslide