Epilepsie

1 / 24
volgende
Slide 1: Video
VerzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Doelen:
  1. De student weet wat epilepsie is.
  2. De student  kent verschillende aanvalstypen en is in staat kenmerken hiervan te benoemen. 
  3. De kan de begrippen couperen en statusepilepticus uitleggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Wat weet je van epilepsie?
  • Uitleg vormen epilepsie
  • Opdracht 

Slide 3 - Tekstslide

Epilepsie

Slide 4 - Woordweb

Epilepsie en VGZ

Epilepsie is een veelvoorkomende somatische aandoening bij mensen met een verstandelijke beperking. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vormen epilepsie
  1. Gegeneraliseerd
  2. Partiële epilepsie (locatie gebonden)
  3.  Complex partiële epilepsie
  4. Secundair gegeneraliseerde epilepsie

Slide 8 - Tekstslide

Gegeneraliseerde epilepsie

Epilepsie waarbij beide hersenhelften ongecontroleerd signalen versturen.

Slide 9 - Tekstslide

Absences
Absences:
Patiënt verlies gedurende enkele seconden het bewustheid en houdt op met wat hij of zij aan het doen is.


Slide 10 - Tekstslide

Tonisch clonisch insult
  • Patiënt verliest plotseling het bewustzijn en valt verstijfd neer. Alle skeletspieren zijn verkrampt (tonisch) 
  • Hierna gaan alle skeletspieren schokken (clonisch). Alle ledematen bewegen daarbij symmetrisch in een afnemende intensiteit. 
  • Daarna volgt een slappe bewusteloze fase en geleidelijk komt de patiënt bij.

Slide 11 - Tekstslide

3

Slide 12 - Video

00:24
Hoe heet deze fase van het insult.

Slide 13 - Open vraag

00:45
Hoe heet deze fase van het insult?

Slide 14 - Open vraag

01:17
Verliep dit insult symmetrisch of asymmetrisch?

Slide 15 - Open vraag

Partiële aanval

Een epilepsie waarbij een klein deel van de hersenen ongecontroleerd signalen naar elkaar stuurt

  • Motorische aanvallen, aanvallen zijn van invloed op bewegen
  • Sensorische aanvallen, aanvallen zijn van invloed op zien, horen, proeven en ruiken.
  • Autonome aanvallen, verschijnselen: bleek worden, kippenvel, transpireren, hartkloppingen.
  • Psychische aanvallen, stemmingsveranderingen, onverklaarbare angst, vreemde gedachten/waarnemingen, herinneringen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

secundair gegeneraliseerde epilepsie
Een aanval die start als een partiële (lokale) aanval maar waarbij de storing in het brein zich uitbreid tot een gegeneraliseerde aanval vaak tonisch-clonisch

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht:
Je gaat een expert opdracht doen. Je krijgt een nummer en een cijfer van de docent. 

De opdracht bestaat uit 2 delen eerst in het groepje met hetzelfde nummer daarna in het groepje met dezelfde letter. 
Je krijgt steeds 10 minuten de tijd.



timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat is epilepsie
A
Een aanval gepaard met schokken
B
Ongecontroleerde ontlading van hersencellen
C
Aandoening waarbij spieren samentrekken

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een tonisch-clonisch insult?

Slide 21 - Open vraag

Midazolam kan worden voorgeschreven als medicatie om een epileptische aanval te couperen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een status epilepticus?

Slide 23 - Open vraag

Midazolam neusspray kun je gebruiken om een insult te couperen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag