4. Leven in de Gouden Eeuw



4. Leven in de Gouden Eeuw
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



4. Leven in de Gouden Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Als we het over 'de Republiek' hebben, waarover hebben we het dan?
A
Duitsland tijdens de Gouden Eeuw
B
Nederland tijdens de Gouden Eeuw
C
Frankrijk tijdens de Gouden Eeuw
D
Een land dat bestond uit een stuk van NL, België en Duitsland

Slide 2 - Quizvraag

Wie bestuurden de gewesten in de Gouden Eeuw?
A
Stadhouders
B
Gewone burgers
C
Winkeleigenaren
D
Loonarbeiders

Slide 3 - Quizvraag

Beslissen over stadszaken
Beslissen over rechtspraak en belasting
Beslissen over oorlog en de VOC
Staten
Staten Generaal
Regenten

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe wordt de handel in de Oostzee ook wel genoemd?
A
Moedernegotie
B
Vaderhandel
C
Broedergeld
D
Zustervaart

Slide 5 - Quizvraag

Waar kwamen de volgende producten vandaan: graan, hout ?
A
Amerika
B
Oostzee
C
Azië

Slide 6 - Quizvraag

Welke 3 zinnen zijn juist?
Juist
Onjuist

De VOC werd in 1602 opgericht.

De VOC handelde met Portugal en Spanje.

Alleen de VOC mocht in Indië handelen.

De VOC zorgde voor grote welvaart.

Slide 7 - Sleepvraag

Westen
Oosten

VOC
WIC
Handelskapitalisme
Factorij

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Gouden Eeuw niet voor iedereen rijkdom betekende, terwijl anderen juist erg rijk werden.

Slide 9 - Tekstslide

Rijk en arm

Slide 10 - Tekstslide

Rijk...

  • Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren

  • Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)

Slide 11 - Tekstslide

...en arm
  • Ambachtslieden en winkeliers: er hoefde maar iets te gebeuren, waardoor ze in de problemen kwamen. Bijvoorbeeld: stijging van broodprijzen
  • Meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam hadden geen vast werk en/of inkomen. Zo lang het goed ging in Amsterdam maakte dit nog niet uit.
  • In het oosten en noorden van Nederland kwam er nog veel meer armoede voor: mensen leefden vooral als 'kleine' boer. Voor hen leverde de handel niet zo veel op. 

Slide 12 - Tekstslide

Armenzorg
1. Kerk 
2. Gilden
3. Rijke burgers
4. Stadsoverheid
Arm & opgesloten: bedelen verboden
  • Rasphuis: voor mannen
  • Spinhuis: voor vrouwen
Wat was het: tuchthuis waar je werd opgevoed in ijverig zijn, ipv lui (bedelen)

Slide 13 - Tekstslide

Bestudeer de bron.

Welk begrip past bij wat er zich hier afspeelt?
A
armenzorg
B
kinderarbeid
C
sociale kwestie
D
verzorgingsstaat

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet de gevangenis voor mannen in de 17e eeuw?
A
rasphuis
B
spinhuis

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet de gevangenis voor vrouwen in de 17e eeuw?
A
rasphuis
B
spinhuis

Slide 16 - Quizvraag

Vrijheid
  • In de Republiek was meer vrijheid en tolerantie dan in andere landen.

  • De bestuurders van de Republiek vertelden de mensen niet hoe ze moesten leven of welke godsdienst ze moesten aanhangen.

  • Veel geleerden konden in de Republiek (meestal) schrijven wat ze wilden, zonder gevaar te lopen

Slide 17 - Tekstslide


Hugo de Groot
1583-1645


  • Hugo de Groot schreef boeken over                                                       geschiedenis, wetgeving en godsdienst. 
  • Hij kwam in conflict met stadhouder                                     Maurits en werd gevangen gezet. Hij ontsnapte naar Frankrijk in een boekenkist.                                                        
  • Sommige van zijn ideeën worden vandaag nog steeds gebruikt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Regels voor oorlogen
  • Landen mochten alleen vechten voor zelfverdediging, of om andere goede redenen (oorlogsrecht).
  • Hieruit ontstond later het volkerenrecht (regels die gelden tussen staten).
  • Vrije zee, iedereen moest vrij kunnen reizen over zee (zee is van niemand)  

Slide 20 - Tekstslide

Wetenschap
  • Voor rijke inwoners van de Republiek was het mogelijk om te gaan studeren aan universiteiten.
  • Wetenschappers delen kennis en de resultaten van hun onderzoeken.
  • Bekende Nederlandse wetenschappers waren Christiaan Huygens en Antoni van Leeuwenhoek (microscoop)

Slide 21 - Tekstslide


Atlas Major
1662


Joan Blaeu brengt een grote hoeveelheid kaarten
en tekeningen uit, gebundeld in een serie boeken: de Atlas Major

Slide 22 - Tekstslide


Schilderkunst


Ook in de schilderkunst is er een Gouden Eeuw.
Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Jan Steen en Frans Hals zijn de belangrijkste Nederlandse schilders uit die tijd

Slide 23 - Tekstslide

Welke uitvinding werd door een Nederlander gedaan tijdens de Gouden Eeuw?
A
Microscoop
B
Telescoop
C
Brandweerslang
D
Duikboot

Slide 24 - Quizvraag

Sleep onderstaande woorden naar de juiste afbeelding
Spinoza
Stapelmarkt
VOC
WIC
Michiel de Ruyter
Rembrandt van Rijn

Slide 25 - Sleepvraag