Nieuwsbegrip A Naturalis

Nieuwsbegrip
Kijk naar de video en beantwoord de vragen

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip
Kijk naar de video en beantwoord de vragen

Slide 1 - Tekstslide

Welk museum deed onderzoek naar de biodiversiteit in Nederland?
A
Naturalis
B
Archeon
C
Spoorwegmuseum
D
Nemo

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent biodiversiteit in Nederland? Kies het meest volledige antwoord.
A
alle planten en dieren
B
alle planten, dieren en mensen
C
alle mensen, schimmels, bacterieen en andere levende dingen
D
alle planten, dieren, mensen, schimmels, bacterieen en andere levende dingen

Slide 3 - Quizvraag

Met elkaar houden we de natuur in......
A
actie
B
brand
C
evenwicht
D
gaten

Slide 4 - Quizvraag

Welke soorten zorgen voor het maken van zuurstof?
A
mensen en paddenstoelen
B
bomen en planten
C
dieren en planten
D
dieren en mensen

Slide 5 - Quizvraag

In Nederland gaat het niet goed met de biodiversiteit. Is dat ook in andere Europese landen zo?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Er verdwijnen meer soorten in Nederland, wat is daar de oorzaak van?
A
het waait te hard
B
het regent te veel
C
te weinig bomen
D
een slechtere kwaliteit van het water

Slide 7 - Quizvraag

Onderzoekers kunnen de hulp van mensen goed gebruiken, maar welke telling bestaat niet?
A
bijentelling
B
pissenbedtelling
C
tuinvlindertelling
D
tuinvogeltelling

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet het stiekem neerzetten van planten?
A
stiekeme stekkies
B
plantenplan
C
tuinvernieuwing
D
guerilla gardening

Slide 9 - Quizvraag

Naturalis

lees de tekst

Slide 10 - Tekstslide

Ga je vaker naar een museum?
Ja
Nee eigenlijk nooit

Slide 11 - Poll

In welke stad ligt het museum Naturalis?

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort museum is Naturalis
A
kunstmuseum
B
museum over wetenschap
C
museum over techniek
D
een natuurmuseum

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel voorwerpen/objecten staan er in het museum?
A
42 duizend
B
4200
C
42 miljoen
D
24 miljoen

Slide 14 - Quizvraag

Skelet
Fossielen
Opgezette dieren

Slide 15 - Sleepvraag

Noem zoveel mogelijk verschillende soorten museums

Slide 16 - Woordweb

Naturalis werd als winnaar gekozen uit 27 genomineerde musea. Wat is een ander woord voor genomineerde?
A
winnaar
B
verliezer
C
kanshebber
D
deelnemer

Slide 17 - Quizvraag

Naturalis werd in 1820 opgericht door de Koning?
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Naturalis heeft een passie voor de natuur. Wat past bij passie?
A
andere mensen iets nieuws leren
B
iets heel interessant en belangrijk vinden
C
heel veel onderzoek naar iets doen
D
ergens heel veel geld mee verdienen

Slide 19 - Quizvraag

korte / lange klanken

Slide 20 - Tekstslide

Klanken
Wat weten we al?

Welke korte klanken kennen we in het Nederlands?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Samengestelde klanken
Samengestelde klanken zijn klanken die bestaan uit 2 verschillende letters.
i + e = ie  (vies)
i + j = ij (blij)
o + e = oe (moe)
a + u = au (auto) of ou (hout)
e + u = eu (sleutel)

Slide 23 - Tekstslide

Lange klank of korte klank?
slaap
A
lange klank
B
korte klank

Slide 24 - Quizvraag

Lange klank of korte klank?
kat
A
lange klank
B
korte klank

Slide 25 - Quizvraag

Lange klank of korte klank?
stop
A
lange klank
B
korte klank

Slide 26 - Quizvraag

Lange klank of korte klank?
stuur
A
lange klank
B
korte klank

Slide 27 - Quizvraag

Lange klank of korte klank?
spelen
A
lange klank
B
korte klank

Slide 28 - Quizvraag

h...s
A
ui
B
a
C
aa
D
ee

Slide 29 - Quizvraag

d...k
A
a
B
aa
C
eu
D
ui

Slide 30 - Quizvraag

z...n
A
a
B
aa
C
o
D
oo

Slide 31 - Quizvraag

Z...n
A
a
B
aa
C
o
D
oo

Slide 32 - Quizvraag

r...m
A
a
B
aa
C
eu
D
ui

Slide 33 - Quizvraag

b...m
A
eu
B
ui
C
o
D
oo

Slide 34 - Quizvraag

b...m
A
o
B
oo
C
a
D
aa

Slide 35 - Quizvraag

man  /  mannen

bom / bommen          

Slide 36 - Tekstslide

1 boot  /  2 boten
1 raam  /  2 ramen

Slide 37 - Tekstslide


A
katen
B
katten
C
kaaten
D
kaatten

Slide 38 - Quizvraag


A
bomen
B
bommen
C
boomen
D
boommen

Slide 39 - Quizvraag


A
jaasen
B
jaassen
C
jassen
D
jasen

Slide 40 - Quizvraag


A
brilen
B
brillen
C
briillen
D
brielen

Slide 41 - Quizvraag

graat / gr......
A
graten
B
gratten
C
graaten
D
graatten

Slide 42 - Quizvraag

bus / b...
A
busen
B
buusen
C
buussen
D
bussen

Slide 43 - Quizvraag

bot / b...
A
boten
B
botten
C
booten
D
bootten

Slide 44 - Quizvraag

kus / k...
A
kussen
B
kusen
C
kuussen
D
kuusen

Slide 45 - Quizvraag

rok / r...
A
roken
B
rooken
C
rookken
D
rokken

Slide 46 - Quizvraag

Slide 47 - Tekstslide