2M P4 Herhaling

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Vul de samenvatting in.
timer
5:00
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Vul de samenvatting in.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Startopdracht
  • Voorkennis
  • Herhaling
  • Quiz
  • Zelfstandig werken
  • Rekenopdracht
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • Herhaling hoofdstuk 7.



Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis

Slide 4 - Tekstslide

De internationale handel is sterk toegenomen. Dat komt onder andere doordat communicatiemiddelen steeds beter zijn geworden.
Leg uit hoe betere communicatiemiddelen bijdragen aan meer internationale handel.

Slide 5 - Open vraag

Uitleg

Slide 6 - Tekstslide

Import en export
  • Goedkoper
  • Betere kwaliteit
  • Ruimere keuze
  • Grondstoffen niet aanwezig
  • Beter klimaat

Geld naar buitenland
Ontvangen geld

Slide 7 - Tekstslide

Vreemde valuta
Geld van een land dat niet met de euro betaalt.
Als de waarde van de Britse pond stijgt ten opzichte van de euro, worden producten uit Verenigd Koninkrijk duurder.

Slide 8 - Tekstslide

EU en EMU
EU: 27 landen die economisch samenwerken. Handel tussen de lidstaten eenvoudig en soepel te laten verlopen.
EMU: 20 landen binnen de EU die de euro hebben.
EU
EMU (eurozone)

Slide 9 - Tekstslide

Protectiemaatregelen
Maatregelen om productie en werkgelegenheid in het eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen.
Invoerrechten

Slide 10 - Tekstslide

Welvaart
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
Nederland is welvarend: inwoners kunnen in veel behoeften voorzien.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften

Slide 11 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking
Ondersteuning om samen met ontwikkelingslanden de welvaart in die landen te vergroten.
Protectiemaatregelen EU
Slecht voor ontwikkelingslanden!

Slide 12 - Tekstslide

Quiz

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer je iets koopt op een Chinese website, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export

Slide 14 - Quizvraag

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer je een vakantie boekt in Frankrijk, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export

Slide 16 - Quizvraag

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 17 - Quizvraag

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer een Amerikaanse tourist een KLM vliegticket koopt, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een reden voor het importeren van kleding?
A
Goedkoper
B
Betere kwaliteit
C
Ruimere keuze
D
Beter klimaat

Slide 20 - Quizvraag

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 21 - Quizvraag

Wat wordt verstaan onder welvaart?
A
De mate waarin men in de behoeften kan voorzien
B
Een hoog inkomen
C
Het inkomen per hoofd van de bevolking
D
Veel secundaire behoeften.

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noemen we de economie van een land dat in verhouding veel importeert en exporteert?
A
Open economie
B
Afhankelijke economie
C
Gesloten economie
D
Onafhankelijke economie

Slide 23 - Quizvraag

De landen die bij de EMU horen, hebben allemaal als munteenheid de euro.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Welk kenmerk van een ontwikkelingsland herken je op de foto?
A
Veel kinderarbeid
B
Ondervoeding
C
Weinig scholing
D
Slechte gezondheidszorg

Slide 25 - Quizvraag

Een kenmerk van een ontwikkelingsland is veel kinderarbeid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Welk land is geen lid van de Europese Unie?
A
Nederland
B
Portugal
C
Verenigd Koninkrijk
D
Slowakije

Slide 27 - Quizvraag

De landen die bij de EU horen, horen ook allemaal bij de eurozone.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Welk kenmerk van een ontwikkelingsland herken je op de foto?
A
Veel kinderarbeid
B
Ondervoeding
C
Weinig scholing
D
Slechte gezondheidszorg

Slide 29 - Quizvraag

Joey is een paar jaar geleden verhuisd naar Denemarken.
Op grond van welke afspraak in de EU kon Joey vrij eenvoudig verhuizen naar Denemarken?
A
Binnen de EU geldt vrij verkeer van diensten.
B
Binnen de EU geldt vrij verkeer van goederen.
C
Binnen de EU geldt vrij verkeer van kapitaal.
D
Binnen de EU geldt vrij verkeer van personen.

Slide 30 - Quizvraag

Een land heeft veel welvaart als inwoners weinig geld hebben voor overige behoeften.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Wat? Herhalingsopdrachten (blz. 240-241).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Uitleg

Slide 33 - Tekstslide

Welvaart
Welvaart kun je vergelijken met het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking (gemiddelde inkomen).

Nationaal inkomen per hoofd van de bevolking = 
nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Slide 34 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 35 - Tekstslide

Een land heeft 24 miljoen inwoners. Het nationaal inkomen is € 280 miljard.
Bereken het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking. Rond af op hele euro’s.

Slide 36 - Open vraag

Een land heeft 46,8 miljoen inwoners. Het nationaal inkomen is € 1.100 miljard.
Bereken het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking. Rond af op hele euro’s.

Slide 37 - Open vraag

Samenwerking
Wat? 
  • Kleurplaat met rekenopdrachten.
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? 
  • Herhalingsopdrachten (blz. 240-241).
  • Rekenopdrachten (blz. 236-237).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 40 - Tekstslide