Lesson 14 - Friday

English
Textbook
Workbook
Notebook
Laptop
Diary
Pencil case

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English
Textbook
Workbook
Notebook
Laptop
Diary
Pencil case

Slide 1 - Tekstslide

Previously on English Lessons...
...we've done the test.
...we've practices how to say what you 
are doing right now.



Slide 2 - Tekstslide

Today we will...
...repeat how to ask questions in English.
...repeat how to say what we are doing right now.

Slide 3 - Tekstslide

3 ways of asking questions

1. Do or Does.

2. Modal verbs (hulpwerkwoorden).

3. Who, which, what, etc, (vragende voornaamwoorden).

Slide 4 - Tekstslide

Asking questions

1. Do or Does.

2. Modal verbs (hulpwerkwoorden).

3. Who, which, what, etc, (vragende voornaamwoorden).

Slide 5 - Tekstslide

Do or Does

Begin van de zin.

Helpt het werkwoord.

Alleen bij echte werkwoorden nodig.



Slide 6 - Tekstslide

Asking questions

I do

You do

He, she, it does

We do

They do

You do

Slide 7 - Tekstslide

Asking questions

Do I?

Do you?

Does he, she, it?

Do we?

Do they?

Do you?

Slide 8 - Tekstslide

Do or Does

Begin van de zin.

Helpt het werkwoord.

Alleen bij echte werkwoorden nodig.


I do, maar ... does.

Wie denk je?

Slide 9 - Tekstslide

Echte werkwoorden

Spelen, wandelen, zingen, dansen, springen, eten, denken, maken, verzinnen, lachen, huilen, slapen, leuk vinden, etc.

Kun je uitbeelden.


Kunnen, mogen, moeten, zullen, etc.

Hulpwerkwoorden. Kun je niet uitbeelden.

Slide 10 - Tekstslide

Asking questions

You like pizzas.

Do you like pizzas?

We know you.

Do we know you?

He likes me.

Does he like me?


Slide 11 - Tekstslide

Maak er een vraag van:
He works there.

Slide 12 - Open vraag

Maar één werkwoord mag aangeven dat het om een hij/zij/het gaat.


He works there.

Does he work there?

She lives here.

Does she live here?

It plays with the ball.

Does it play with the ball?

Slide 13 - Tekstslide

Asking questions

Do of Does voor de zin plakken als het er een echt werkwoord in de zin staat.

It plays with the ball.

Plays is een echt werkwoord (kun je uitbeelden).

Dus:

Does it play with the ball?

De -s achter play verdwijnt, want does past nu bij 'it'.

Slide 14 - Tekstslide

I live in Nijmegen.

Slide 15 - Open vraag

We work in the shop.

Slide 16 - Open vraag

They have a dog.

Slide 17 - Open vraag

She loves her brother.

Slide 18 - Open vraag

He dances every Tuesday.

Slide 19 - Open vraag

He reads a book.

Slide 20 - Open vraag

Last one!
He has a dog.

Slide 21 - Open vraag

Right now
Persoon + am    is    are + werkwoord + ing
I                          am                          singing
She                     is                            talking
They                  are                          eating

Stijn                     is                         thinking
Lize and Bo     are                       listening

Slide 22 - Tekstslide

Practice!
Do the exercises in All Right Online.
Where are you in the book?

Duo-Lingo.

Quizlet --> practice the sentences!

Slide 23 - Tekstslide