2.2 & 2.3 weerstand stroom spanning

Planning
start nieuwe periode
 
volgend PTA over H2 en H7
over elektriciteit & systeembord
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
start nieuwe periode
 
volgend PTA over H2 en H7
over elektriciteit & systeembord

Slide 1 - Tekstslide

vandaag 2.2 en 2.3
lesdoelen
Wat is elektrische stroom, spanning en weerstand

Slide 2 - Tekstslide

positief






negatief

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Stroom en spanning
  • Bol A is - , bol B is +                                → spanning tussen A en B
  • De elektronen verplaatsen zich van de - naar de +
  • bewegen van elektronen = stroom
  • Stroom heeft gelopen → geen spanningsverschil meer

Slide 5 - Tekstslide

Stroomsterkte I [A]

Q = lading [C]
I = stroomsterkte [A]
t = tijd [s]








stroomsterkte = hoeveelheid lading die in een bepaalde tijd door een draad stroomt.






De ampère [A] = coulomb per seconde [C/s].
I=tQ

Slide 6 - Tekstslide

Spanning U [V]
"De druk achter de stroom"
De spanningsbron geeft energie aan de ladingen.
Als de spanning van de spanningsbron bijvoorbeeld 20 V is, dan krijgt elke coulomb aan lading dus 20 joule aan energie mee. De meeste spanningsbronnen hebben een vaste spanning. Over een stopcontact staat bijvoorbeeld in Nederland altijd 230 V. We noemen dit ook wel de netspanning. 
Een normale AA batterij heeft een spanning van 1,5 V. We kunnen ook spanningsbronnen aan elkaar koppelen. Hieronder zien we bijvoorbeeld twee AA batterijen die in serie gekoppeld zijn. De totale spanning wordt in dat geval 1,5 + 1,5 = 3,0 V, zie afbeelding hieronder.

Slide 7 - Tekstslide

Weerstand R [Ω]
Weerstand geeft aan hoe goed stroom wordt tegen gehouden
Elk apparaat heeft weerstand
  • meer weerstand → minder stroom
  • minder weerstand → meer stroom

Slide 8 - Tekstslide





De stroomsterkte hangt af van de spanning en de weerstand
Formule van Ohm





R= weerstand in ohm [Ω]
U = spanning  [V]
I = stroomsterkte [A]

weerstand berekenen

Slide 9 - Tekstslide

Sommetje
Een stofzuiger werkt op het lichtnet (230V).
Er loopt dan 5 Ampère door. 
Bereken de weerstand van de stofzuiger
  • R = U / I = 230 / 5 = 46 Ω
R=IU

Slide 10 - Tekstslide

Eenheid:
Siemens
      (S)

Slide 11 - Tekstslide

Ohmse weerstand
  • U en I rechtevenredig
  • weerstand R is altijd hetzelfde
R=IU
(I-U)-diagram

Slide 12 - Tekstslide

Niet-ohmse weerstand
De weerstand is niet constant

Reken R uit bij 1 V en bij 5V

Slide 13 - Tekstslide

U, I en R wat betekenen ze?
Spanning (U) - Volt [V]
geeft energie mee aan de lading
U
Stroomsterkte (I) - Ampère [A]
Lading per seconde
I
Weerstand (R) - Ohm [Ω]
geeft aan hoe goed stroom wordt tegen gehouden

R

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les
Practicum! 17 nov

Slide 15 - Tekstslide

Nu maken
  • KeCo 
  • Klaar? -->  dan HW, af voor volgende les: 17 nov
5.2: 13abcd en 5.3: 14, 16, 18, 19ab, 20

Slide 16 - Tekstslide