B3-Voltooid tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je de
Voltooid Tegenwoordige Tijd?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wanneer gebruik je de
Voltooid Tegenwoordige Tijd?

Slide 1 - Woordweb

Voltooid tegenwoordige tijd
Wanneer gebruik je deze grammatica?
- Iets is in het verleden begonnen en nu nog bezig is.
- Praten over ervaringen uit iemands leven.
- Iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu het resultaat.

Slide 2 - Tekstslide

Voltooid tegenwoordige tijd
Hoe maak je de Voltooid Tegenwoordige Tijd?
regelmatige werkwoorden:
  • have / has + voltooid deelwoord (ww+ed)
Onregelmatige werkwoorden:
  • have / has + voltooid deelwoord (3e rijtje lijst)

Slide 3 - Tekstslide

Weet je nog?
I have
you have
he / she / it has
we have
you have
they have

Slide 4 - Tekstslide

TIP!
Weet je niet zeker of een werkwoord
regelmatig of onregelmatig is?

Kijk eerst of je het woord op de lijst kunt vinden met onregelmatige werkwoorden. 
Zo ja? Gebruik dan het derde rijtje! (voltooid deelwoord)
Zo nee? Zet er dan (e)d achter! 

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: 
4 meerkeuze opgaven

Slide 6 - Tekstslide

Judy can't come home; she ___ her leg.
A
has breaked
B
have broken
C
has broken

Slide 7 - Quizvraag

She ___ her mobile phone before.
A
has never lost
B
never have lost
C
have never lost

Slide 8 - Quizvraag

We ___ our house.
A
painted
B
have painted
C
has painted

Slide 9 - Quizvraag

It ___ rainy all summer.
A
has be
B
have been
C
has been

Slide 10 - Quizvraag

Stap 2:
5 open vragen. Succes!
Schrijf de hele zin op!
(denk eraan: have / has + voltooid deelwoord)

Slide 11 - Tekstslide

The police ___ their plan of attack. (change)

Slide 12 - Open vraag

My mum ___ her foot; she can't walk.
(hurt)

Slide 13 - Open vraag

Derek ___ a new level.
(reach)

Slide 14 - Open vraag

___ you ___ the news lately?
(see)

Slide 15 - Open vraag

I ___ the news James Bond movie yet.
(see - not)

Slide 16 - Open vraag

Wanneer gebruik je deze grammatica?
  • Iets is in het verleden begonnen en nu nog bezig is. 
  • Praten over ervaringen uit iemands leven. 
  • Iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu het resultaat.
Hoe maak je de Voltooid Tegenwoordige Tijd?
regelmatige werkwoorden:
have / has + voltooid deelwoord (ww+ed)
Onregelmatige werkwoorden:
have / has + voltooid deelwoord (3e rijtje lijst)

Slide 17 - Tekstslide

Ik begrijp wat ik moet doen bij grammatica 6,
Voltooid Tegenwoordige Tijd.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag