Les 1 woordenschat periode 3 klas 3 K en B

Welkom in de les!
Jas aan de kapstok

Telefoon in de koffer
timer
5:00
socialiseren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les!
Jas aan de kapstok

Telefoon in de koffer
timer
5:00
socialiseren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
  • Startopdracht.
  • Lesdoel.
  • Instructie.
  • Zelfstandig werken.
  • Evaluatie.

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
Doel van de startopdracht:
  1. Ik kan de juiste woorden vinden bij de omschrijvingen.
  2. Ik vergroot mijn woordenschat
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan:
  •  de betekenis van homoniemen afleiden uit de tekst,
  • de betekenis van een onbekend woord in de tekst of een woordenboek vinden.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De twee mannen begrijpen elkaar verkeerd. Hoe komt dat?

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
Sommige woorden hebben meerdere betekenissen. 
Daardoor kun je in de war raken. Lees de tekst goed, want vaak kun je aan de rest van de tekst zien welke betekenis wordt bedoeld. 

Slide 7 - Tekstslide

Instructie
Een voorbeeld: 
– De juryleden prijzen de winnaar. Ze vinden het vooral knap dat hij het lied zelf geschreven heeft.
  • Prijzen is hier niet het meervoud van prijs (hoeveel iets kost of iets wat je kunt winnen).
  • Prijzen is hier een werkwoord dat betekent: zeggen dat iemand of iets heel goed is.

Slide 8 - Tekstslide

Instructie



Homoniemen                   1 woord, 2 betekenissen

Slide 9 - Tekstslide

Instructie
Als je een woordenboek gebruikt, moet je goed kijken welke betekenis in de zin past. Bijvoorbeeld: 
alternatief = 1 andere mogelijkheid; 2 anders dan anders, apart
– Als er veel files staan, is de trein een goed alternatief voor de auto. = betekenis 1
– Ik vind het wel leuk dat Laura zich zo alternatief kleedt. = betekenis 2


Slide 10 - Tekstslide

Toepassen
Ik kan morgen beslist niet komen.
Wat betekent het woord 'beslist'?

Hij beslist morgen of hij mee gaat.
Wat betekent het woord 'beslist'?

Slide 11 - Tekstslide

ZW
Jullie gaan naar Nieuw Nederlands - Hoofdstuk 4 anders - woorden met meerdere betekenissen.

Jullie maken deze les de startopdracht tot en met opdracht 2 helemaal af. 
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
Heb jij je lesdoel behaald?

Geef twee zinnen waarin het woord 'voorstellen' beide keren een andere betekenis heeft. 


Ik kan:
 de betekenis van homoniemen afleiden uit de tekst,
de betekenis van een onbekend woord in de tekst of een woordenboek vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Goed gewerkt! Tot donderdag

Slide 14 - Tekstslide