HA1: een verslag schrijven

Schrijven
een verslag
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schrijven
een verslag

Slide 1 - Tekstslide

Doel

Ik weet wat het verschil is tussen een persoonlijk en zakelijk verslag


Ik kan een kort persoonlijk verslag schrijven aan de hand van de 5w+h-vragen

Slide 2 - Tekstslide

Een verslag schrijven

- Je schrijft over iets wat je hebt gezien, meegemaakt of hebt onderzocht

- Je vertelt de lezer alles wat hij/zij moet weten

- Hiervoor kun je de w-vragen beantwoorden

Slide 3 - Tekstslide

5w+h-vragen

wie

wat

waar

wanneer

waarom

hoe

(waardoor)

Slide 4 - Tekstslide

Zakelijk verslag

- hierin schrijf je alleen over dingen die gebeurd zijn (feiten)


Voorbeeld:

je schrijft over een scienceproef

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk verslag

- hierin schrijf feiten, persoonlijke ervaringen en gevoelens


Voorbeeld:

voetbalwedstrijd waarin je team kampioen werd

Slide 6 - Tekstslide

Zo schrijf je een verslag

- bedenk wat je gaat schrijven: geef antwoord op de 5w+h-vragen

- zet alle informatie in een juiste volgorde

- verdeel de informatie in alinea's

- besteed in een persoonlijk verslag aandacht aan wat je zelf van de gebeurtenis vond

- Noteer, indien van toepassing, het materiaal dat je gebruikt hebt

Slide 7 - Tekstslide

kern
Wie 
Wat
Waar
Waarom
Wanneer
Hoe

Slide 8 - Tekstslide

Op welke vragen geeft de
"5W+H methode" antwoord?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video