Spelling 19-04-2023

Werkwoorden op de juiste manier in de zin zetten

Kijk in de zin goed of het verleden tijd of tegenwoordige tijd moet zijn en welke vorm het moet zijn
ik-vorm / jij-vorm / wij-vorm 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden op de juiste manier in de zin zetten

Kijk in de zin goed of het verleden tijd of tegenwoordige tijd moet zijn en welke vorm het moet zijn
ik-vorm / jij-vorm / wij-vorm 

Slide 1 - Tekstslide

ww: leggen
Senna ....... vorige week de spellingregels uit.

Slide 2 - Open vraag

ww: opletten
Hebben jullie goed ........?

Slide 3 - Open vraag

ww: worden
Door veel te oefenen ......je steeds beter.

Slide 4 - Open vraag

ww: pakken
Ik ........ het vanmorgen het beleg uit de la.

Slide 5 - Open vraag

ww: nakijken
De jongens ....... hun werk straks ........ .

Slide 6 - Open vraag

ww: ontvangen
Gisteren ........ hij een groot compliment over zijn werk.

Slide 7 - Open vraag

ww: bekijken
Morgen ......... ik het filmpje.

Slide 8 - Open vraag

ww: storten
Senna ...... gisteren al zijn kennis op het werkblad.

Slide 9 - Open vraag

ww: geven
.......... jij nu de goede antwoorden?

Slide 10 - Open vraag

ww: geven
Gisteren ....... wij een bloem aan de juf.

Slide 11 - Open vraag

ww: leren
De kinderen hebben vandaag weer veel ........ .

Slide 12 - Open vraag

ww: nemen
Gisteren ......... wij afscheid van onze buren.

Slide 13 - Open vraag

ww: vertrekken
Morgen ........ hij voor een half jaar naar het buitenland.

Slide 14 - Open vraag

ww: vertrekken
Zij is vorige week ....... naar een andere stad.

Slide 15 - Open vraag

ww: bewaren
........... jij je spullen altijd in een kluis?

Slide 16 - Open vraag

ww: bewaren
Hij ......... zijn verzameling op zolder.

Slide 17 - Open vraag

ww: bewaren
Vorig jaar ........ wij onze spullen tijdelijk in een opslag.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide