In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Toets klas 2
Thema 1 Verbranding en ademhaling
BS 1 t/m 6, 8 en leren onderzoeken
Proefwerk
Verbranding en ademhaling
Slide 1 - Tekstslide
De toets verbranding en ademhaling bestaat uit 38 vragen die samen 41 punten opleveren.
De toets bestaat uit drie delen:
- open vragen
- juist/onjuist vragen
- meerkeuze vragen
Succes!
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
In welk onderdeel van de cel gebeurt de afbraak van glucose?
Slide 4 - Open vraag
Insecten ademen door tracheeën die via openingen met de buitenwereld zijn verbonden. Hoe heten die openingen?
Slide 5 - Open vraag
Meneer De Boer heeft longemfyseem. Bij deze ziekte gaan de wanden van de longblaasjes stuk. Longblaasjes die kapot zijn kunnen niet opnieuw aangroeien. Leg uit dat meneer De Boer het vaak benauwd heeft door zijn ziekte.
Slide 6 - Open vraag
Met welk nummer is een bronchie
aangegeven?
Slide 7 - Open vraag
Met welk nummer is het strotklepje
aangegeven?
Slide 8 - Open vraag
Hoe heet deel 4 ?
Slide 9 - Open vraag
Hoe vindt de ademhaling plaats bij een pantoffeldiertje?
Slide 10 - Open vraag
Kies de juist woorden.
Tijdens een winterslaap daalt/stijgt de lichaamstemperatuur van een egel en versnelt/vertraagt zijn stofwisseling.
Slide 11 - Open vraag
Larven van de steekmug leven in het water. Zij hebben aan hun achterlijf een buis die boven water uitsteekt (zie afbeelding hiernaast)
Leg uit wat het voordeel is van ademhalen door deze buis.
Slide 12 - Open vraag
Sonja is op het strand tot vlak boven haar middel ingegraven Welke van de twee soorten ademhaling kan ze niet goed uitvoeren? Leg je antwoord uit.
Slide 13 - Open vraag
Inademen door de neus heeft enkele voordelen boven het inademen door de mond.
Noem twee van die voordelen
Slide 14 - Open vraag
Bekijk de afbeelding. Hoe komt het dat de kaars uitgaat?
Slide 15 - Open vraag
Geef de twee belangrijkste verschillen in samenstelling van ingeademde lucht en uitgeademde lucht en noem de oorzaak van de beide verschillen.
Slide 16 - Open vraag
Wat is de definitie van stofwisseling?
Slide 17 - Open vraag
Leg uit dat veel koudbloedige dieren een winterslaap houden.
Slide 18 - Open vraag
Hieronder is de verbranding in je lichaam schematisch weergegeven. Zuurstof + 1 > 2 + CO2 + energie
Wat moet er op 1 en 2 ingevuld worden?
Slide 19 - Open vraag
Pim wil lang onder water blijven. Als hij voelt dat hij moet inademen, trekt hij zijn buikspieren aan.
Leg uit dat hij daardoor minder snel gaat inademen
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
De Luchtpijp kan afgesloten worden door de huig.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Bij de afbraak van glucose komt energie vrij.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Helder kalkwater is een indicator voor zuurstof.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Door harder te gaan fietsen gaat het hart van de jongen sneller kloppen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Bladgroenkorrels zetten koolstofdioxide en water om in glucose.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Tijdens het rustige fietsen komt er in het lichaam van een mens meer warmte vrij dan tijdens het harde fietsen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Zuurstof uit de lucht wordt in het bloed opgenomen vanuit de longblaasjes
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Welk nummer geeft de plaats aan waar de lucht heen stroomt tijdens een uitademing?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
Slide 30 - Quizvraag
Op welke van de genummerde plaatsen bevindt zich bloed dat rijk is aan koolstofdioxide?
A
Op plaats 1
B
Op plaats 2
C
Op plaats 3
Slide 31 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Welke twee figuren geven de stand weer na een uitademing?
A
Figuur 1 en 3.
B
Figuur 1 en 4.
C
Figuur 2 en 3.
D
Figuur 2 en 4.
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het produceren van slijm
B
Het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers
C
Het keuren van de binnenstromende lucht
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte
Slide 33 - Quizvraag
Welke pijl geeft de weg aan van de lucht tijdens het inademen door de neus?
A
Pijl 1
B
Pijl 2
C
Pijl 3
D
Pijl 4
Slide 34 - Quizvraag
Welke pijl geeft in deze afbeelding de weg aan van het voedsel tijdens het slikken?
A
Pijl 1
B
Pijl 2
C
Pijl 3
D
Pijl 4
Slide 35 - Quizvraag
Wim Hof is bekend als the iceman die in staat is om naakt bijna twee uur lang in een bak met ijs te blijven zitten.
Hof verklaarde eerder dat hij in staat is tot zijn kouderecords door goed te trainen.
Ik heb een goede reflex om mijn aderen rondom mijn kerndelen, dus het hart en de longen, te vernauwen. Daardoor blijven die constant op 37 graden Celsius, terwijl de oppervlaktedelen van lichaam veel kouder zijn.’
Wat gebeurt er met de verbranding in de kerndelen van Hof als hij in een bak met ijs gaat zitten?
A
Die neemt toe.
B
Die blijft gelijk.
C
Die neemt af.
Slide 36 - Quizvraag
Wim Hof is bekend als the iceman die in staat is om naakt bijna twee uur lang in een bak met ijs te blijven zitten. Hof verklaarde eerder dat hij in staat is tot zijn kouderecords door goed te trainen. Ik heb een goede reflex om mijn aderen rondom mijn kerndelen, dus het hart en de longen, te vernauwen. Daardoor blijven die constant op 37 graden Celsius, terwijl de oppervlaktedelen van lichaam veel kouder zijn. De lucht boven de bak met ijs is koud
Hoe kan de iceman het beste ademhalen?
A
Door de mond
B
Door de neus
C
Zowel door de mond als de neus
Slide 37 - Quizvraag
Wat is de functie van de neusharen?
A
Het keuren van de binnenstromende lucht
B
Het opvangen van stofdeeltjes.
C
Het produceren van slijm.
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte
Slide 38 - Quizvraag
Een egel en een eekhoorn zijn ongeveer even groot . Een egel houdt een winterslaap; een eekhoorn niet. Welk van beide dieren heeft in de winter de meeste energie nodig en waarom?
A
De egel, want die is koudbloedig en de eekhoorn niet
B
De egel, want die heeft veel energie nodig voor de winterslaap
C
De eekhoorns want die is warmbloedig en de egel niet
D
De eekhoorn, want die heeft veel energie nodig om actief te zijn
Slide 39 - Quizvraag
Welke letter geeft een longblaasje aan?
A
Letter P
B
letter Q
C
Letter R
Slide 40 - Quizvraag
Welke reactievergelijking hoort bij het proces fotosynthese ?
A
glucose + O2 --> H2O +CO2
B
H2O +CO2 --> glucose +water
C
glucose + water --> licht +CO2
D
H2O +CO2 + licht --> glucose + O2
Slide 41 - Quizvraag
Kaarsvet speelt een rol bij de verbranding van een kaars. Wat voor rol?
A
Bij de verbranding van een kaars ontstaat vet als verbrandingsproduct
B
Bij de verbranding van een kaars wordt vet als brandstof gebruikt.
C
Bij de verbranding van een kaars wordt energie omgezet in vet.
Slide 42 - Quizvraag
Een muis heeft een vergelijkbare lichaamstemperatuur als de mens.
Vergelijk de muis in bak 2 met de kikker in bak 3.
Wie verbruikt de meeste zuurstof?
A
Muis in bak 2
B
Kikker in bak 3
Slide 43 - Quizvraag
Slide 44 - Tekstslide
Einde toets
Vergeet je toets niet echt in te leveren met behulp van de inleverknop.