gelijknamige breuken optellen en aftrekken

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?


- Herhaling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Vooraf: 
Een breuk schrijven we hier gewoon met een schuine streep, zoals bijv.   3/4 of 5/8

Slide 3 - Tekstslide

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller, breukstreep en noemer
C
teller en breukstreep
D
boven, breukstreep en onder

Slide 4 - Quizvraag

Breuken
voorkennis 
Vul de tekst aan door onderstaande begrippen 
naar de juiste plek te slepen.
Van deze breuk is 6 de ......................  en de 8 is de ......................  .

Tussen de teller en de noemer staat de breukstreep.

86
noemer
breukstreep
teller

Slide 5 - Sleepvraag

1/10 van 700
A
70
B
7
C
10
D
700

Slide 6 - Quizvraag


Welk deel is hier gekleurd?
A
1/2
B
3/4
C
5/6
D
7/8

Slide 7 - Quizvraag


Welk deel is hier gekleurd?
A
1/2
B
3/4
C
5/6
D
7/8

Slide 8 - Quizvraag

leerdoelen:
  • een breuk vereenvoudigen
  • hele uit een breuk halen
  • gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 9 - Tekstslide

=  breuken kleiner maken

Slide 10 - Tekstslide

breuken vereenvoudigen

Slide 11 - Tekstslide

Vereenvoudig de volgende breuk:
8/12
A
1/2
B
2/3
C
2/6
D
16/24

Slide 12 - Quizvraag

Vereenvoudig de volgende breuk:
5/10
A
1/2
B
10/20
C
3/4
D
2/5

Slide 13 - Quizvraag

Sleep de gelijke breuken naar de juiste plek.
Breuken
voorkennis 
74
83
32
21
95
65

Slide 14 - Sleepvraag

Ik kan breuken vereenvoudigen
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

helen uit de breuk halen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Haal de helen eruit: 10/3=
A
1/3
B
3 (1/10)
C
3/10
D
3/1/3

Slide 18 - Quizvraag

haal helen er uit:
12/5

Slide 19 - Open vraag

Ik kan de helen er uit halen
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

uitleg 
Gelijknamige breuken kun je optellen en aftrekken.


Als je gelijknamige breuken optelt of aftrekt, blijft de noemer gelijk.

Optellen en aftrekken met breuken
103+107=1010=1
158152=156

Slide 21 - Tekstslide

breuken optellen

Slide 22 - Tekstslide

Bereken:
13/27 + 13/27 = ?

Slide 23 - Open vraag

Bereken en vereenvoudig als dat kan:
11/15 + 1/15 = ?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

gelijknamige breuken aftrekken

Slide 26 - Tekstslide

bereken:
7/9 - 5/9 =

Slide 27 - Open vraag

bereken:
1- 5/6 =

Slide 28 - Open vraag

Bereken:
8/10 - 2/10 = ?

Slide 29 - Open vraag

Wat is hetzelfde bij een gelijknamige breuk?
De noemer of de teller?
A
De noemer
B
de teller

Slide 30 - Quizvraag

Ik kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken
🤯NEEE
🤔nee
😐Misschien
🙂ja
😁JAAA

Slide 31 - Poll

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 32 - Woordweb

Hoe heb je deze les gewerkt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Huiswerk
paragraaf 6.2 afmaken!!!

Slide 34 - Tekstslide