Stroomkring

 Herhaling 7.2 stroomkring
  • Je tekent onderdelen in een stroomkring.
  • Je benoemt de werking van verschillende spanningsbronnen.
  • Je herkent geschikte materialen voor een schakelaar.
  • Je tekent een schakeling in een schakelschema.


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zit 37 slide, met tekstslide.

Onderdelen in deze les

 Herhaling 7.2 stroomkring
  • Je tekent onderdelen in een stroomkring.
  • Je benoemt de werking van verschillende spanningsbronnen.
  • Je herkent geschikte materialen voor een schakelaar.
  • Je tekent een schakeling in een schakelschema.


Slide 1 - Tekstslide

Wat is een stroomkring?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stroomkring?
Gesloten kring waarin een elektrische stroom rond vloeit. 

Slide 3 - Tekstslide

Een stroomkring maken
De spanningsbron zorgt ervoor dat er stroom door de draden en de lamp gaat. (er gaat een stroom lopen)

Slide 4 - Tekstslide

Een stroomkring maken
Die stroom bestaat uit iets
......................

Wat is de taak van die ...................?  

Slide 5 - Tekstslide

Een stroomkring maken
Die stroom bestaat uit iets
elektronen

Wat is de taak van die elektronen?  

Slide 6 - Tekstslide

spanning en stroomsterkte

Slide 7 - Tekstslide

Spanning
De druk oftewel de hoeveelheid energie die aan de elektronen wordt afgegeven. 
(hoe meer energie hoe meer druk hoe meer spanning)
Stroomsterkte
Hoe groot de stroom is oftewel hoe snel de elektronen stromen. 
Allebei laten het lampje feller branden. --> laat zien.

Slide 8 - Tekstslide

Spanning
De druk/ kracht oftewel de hoeveelheid energie die aan de elektronen wordt afgegeven. 
(hoe meer energie hoe meer druk hoe meer spanning)
Stroomsterkte
Hoe groot de stroom is oftewel hoe snel de elektronen stromen. 
Eenheid = volt (V)
Eenheid = ampère (A)

Slide 9 - Tekstslide

Spanning en stroomsterkte
grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
U
volt
V
grootheid
symbool
eenheid
symbool
stroomsterkte
I
ampère
A

Slide 10 - Tekstslide

Geleiders en Isolatoren
Waarom is een elektriciteitsleiding aan de binnenkant van koper en aan de buitenkant van pvc?

Slide 11 - Tekstslide

Isolatoren en geleiders

Slide 12 - Tekstslide

De manier waarop de onderdelen zijn verbonden noemen we een ............
Natuurkundigen --> lui, tekenen met symbolen. 

Slide 13 - Tekstslide

Schakeling
Schakelschema
Voordelen: sneller en overzichtelijker.

Slide 14 - Tekstslide

Symbolen

Slide 15 - Tekstslide

1. Teken een schakelschema met een spanningsbron en een lampje.
2. Teken een schakelschema met een lamp en een schakelaar. 
3. Teken een schakelschema met een spanningsbron en 2 lampjes. 
4. Teken een schakelschema met 2 batterijen en 1 lampje.
5. Teken een schakelschema met een batterij, lamp en een schakelaar.


Opdracht: Teken de volgende schakelschema en geef bij elke aan of het lampje wel/ niet brandt.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Spanning en stroomsterkte
grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
U
volt
V
grootheid
symbool
eenheid
symbool
stroomsterkte
I
ampère
A
Tekst

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde gebruikt. 
Tekst

Slide 20 - Tekstslide

Vermogen
vermogen = spanning x stroomsterkte

P = U x I

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Paragraaf 2, 3 en 4
Als ik je hoor, mag je geel gaan halen. 

Slide 24 - Tekstslide

 7.4 Parallel en serie schakeling

Slide 25 - Tekstslide

Batterijen schakelen
Serie schakelen
- Meer batterijen serie = meer spanning

Parallel schakelen
- Meer batterijen parallel = spanning één batterij

Slide 26 - Tekstslide

Serieschakeling
Stroom is overal gelijk.
Spanning is verdeeld over de lampjes
.

Slide 27 - Tekstslide

Parallelschakeling
Spanning is overal gelijk.
Stroom is verdeeld over de lampjes

Slide 28 - Tekstslide

Batterijen in serie schakelen

Slide 29 - Tekstslide

Schakelschema

Slide 30 - Tekstslide

Serie

Stroomsterkte = gelijk
Spanning = niet gelijk
Parallel

Stroomsterkte = niet gelijk
Spanning = gelijk

Slide 31 - Tekstslide

Serie & Parallel

Slide 32 - Tekstslide

Spanning en stroomsterkte
grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
U
volt
V
grootheid
symbool
eenheid
symbool
stroomsterkte
I
ampère
A
Tekst

Slide 33 - Tekstslide

1.1 Stroommeter aflezen
Je schrijft dit als: 

I = 0,015 A





I = 0,32 A

Slide 34 - Tekstslide

Batterijen schakelen
"Als je batterijen in serie schakelt, mag je hun 
spanningen bij elkaar optellen"

Slide 35 - Tekstslide

stroommeter aflezen





meetbereik staat op 0,5 A
je kijkt dan dus naar de middelste rij cijfers
je kunt nu aflezen 0,3A

Slide 36 - Tekstslide

Stroomsterkte meter

Een stroomsterktemeter sluit je altijd in serie aan. 

Slide 37 - Tekstslide