H18 Eiwitten

H18 Eiwitten
Par 1 + 2. Van polypeptideketen tot werkzame eiwitten, functies van eiwitten

§18.1 Ik kan uitleggen hoe een cel van een of meer polypeptideketens een werkzaam eiwit maakt
§18.2 ik kan benoemen hoe eiwitmoleculen bijdragen aan het functioneren van een organisme

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H18 Eiwitten
Par 1 + 2. Van polypeptideketen tot werkzame eiwitten, functies van eiwitten

§18.1 Ik kan uitleggen hoe een cel van een of meer polypeptideketens een werkzaam eiwit maakt
§18.2 ik kan benoemen hoe eiwitmoleculen bijdragen aan het functioneren van een organisme

Slide 1 - Tekstslide

De Cel
met organellen

ER
Golgisysteem

voor het 'afmaken' van 
eiwit

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Par 3 en 4
Ik begrijp hoe enzymen werken en op welke manier cellen de activiteit van enzymen regelen

 
Ik kan benoemen hoe een cel eiwitten opruimt en hoe een cel voorkomt dat er ongewenste eiwitten ontstaan

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Enzymwerking
Regulatie door:
- Temperatuur, pH
- Co - factor (bv. Metaalionen)
- Blokkeringseiwitten
- hormonen

Slide 9 - Tekstslide

Hydrolyse en condensatiereactie

Slide 10 - Tekstslide

Regeling van
enzymwerking

Competitieve
remming
vs. 
allosterische 
remming 



                     








                                             Bezet houden van actief centrum      Binding aan allosterisch centrum -->                                                                                                                              vormverandering actief centrum
                                                                                                                          allos = anders. sterisch = ruimteljk








Binding aan allosterische centrum --> vormverandering actief centrum
allos = anders. sterisch = ruimteljk

Slide 11 - Tekstslide

Negatieve terugkoppeling

Slide 12 - Tekstslide

18.4 Regeling van eiwitten in een cel
Afbreken van verkeerde eiwitten

Slide 13 - Tekstslide

RNA inzetten bij regulering eiwitten
RNA (in V4 en V6) als:
1. transcriptie van DNA - boodschapper (mRNA)
2. Translatie bij ribosoom – (tRNA)
3. Onderdeel van ribosoom – (rRNA)

Slide 14 - Tekstslide

RNA interferentie
methode om genen uit te schakelen 

Slide 15 - Tekstslide

RNA interferentie
Verschil mi RNA en si RNA qua oorsprong
Het proces van RNA-interferentie (RNAi) kan worden gemodereerd door siRNA of miRNA, en er zijn subtiele verschillen tussen de twee. Beide worden in de cel verwerkt door het enzym Dicer en opgenomen in het complexe RISC.

siRNA wordt beschouwd als exogeen dubbelstrengs RNA dat wordt opgenomen door cellen. Met andere woorden, het komt binnen via vectoren , zoals virussen

miRNA is enkelstrengs. en het is afkomstig van endogeen niet-coderend RNA, wat betekent dat het in de cel wordt gemaakt. Dit RNA wordt gevonden in de introns van grotere RNA-moleculen.
eerschil 

Slide 16 - Tekstslide

RNA interferentie
Overeenkomst in effect!
siRNA en miRNA kunnen beide een rol spelen in epigenetica via een proces dat RNA-geïnduceerde transcriptionele silencing (RITS) wordt genoemd. Epigenetica is de studie van erfelijke genetische informatie waarin de nucleotidesequentie van DNA niet wordt veranderd maar zich manifesteert als chemische kenmerken. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

4 mi RNA

Slide 20 - Tekstslide

5. si RNA

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Crispr-Cas: Het CRISPR/Cas systeem is eigenlijk niet meer dan het immuunsysteem van bacteriën!
Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats, afgekort CRISPR. CRISPR’s zijn korte segmenten van herhaalde codes in het DNA van bacteriën die oorspronkelijk ontdekt werden in 1987 door Japanse wetenschappers. Deze regio bevat dus een verzameling van stukjes van alle vreemd DNA waar de bacterie al mee in contact is gekomen en kan aangewend worden om later infectie met diezelfde virussen snel te herkennen en onschadelijk te maken.
Deze herhalende DNA-patronen een rol spelen in het immuunsysteem van bacteriën, ze vormen gids DNA voor de zogeheten Cas9-enzymen en gespecialiseerde RNA-moleculen. Hierbij dienen de enzymen als een soort schaar en de RNA-moleculen die uit het gids DNA ontstaan als een soort biologische TomTom.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

6. met gRNA in bacteriën
Transcriptie van CRISP-locus leidt tot guideRNA --> er ontstaan enzymen die virus-DNA (faag) vernietigen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video