H1 Week 19

H1 Week 19
We gaan aan de slag met 5.3 Lezen waar je leert over de tekstdoelen overtuigen en activeren. Ook leer je een betogende tekst te herkennen. Daarnaast leer het concluderend tekstverband te herkennen. 
Ook ga je weer met Nieuwsbegrip en Vlekkeloos Nederlands verder. Daarnaast lees je in het boek en begin je met je boekanalyse.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H1 Week 19
We gaan aan de slag met 5.3 Lezen waar je leert over de tekstdoelen overtuigen en activeren. Ook leer je een betogende tekst te herkennen. Daarnaast leer het concluderend tekstverband te herkennen. 
Ook ga je weer met Nieuwsbegrip en Vlekkeloos Nederlands verder. Daarnaast lees je in het boek en begin je met je boekanalyse.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
Weet ik niet

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een toneelstuk?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
Weet ik niet

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een handleiding voor een wasmachine?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
Weet ik niet

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een schoolboek?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
Weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Een tekst heeft altijd maar één tekstdoel
A
waar
B
niet waar
C
D
Weet ik niet

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je leert de tekstsoorten activeren en overtuigen herkennen.
- Je leert een betogende tekst herkennen.
- Je leert het concluderend tekstverband herkennen.

Slide 7 - Tekstslide

Tekstdoelen
Overtuigen     de schrijver wil dat de lezer het met hem eens is
Bijvoorbeeld: een filmbespreking, een ingezonden brief in de krant

Activeren     de schrijver wil de lezer aansporen om iets te doen
Bijvoorbeeld: een advertentie, een reclamefolder

Een tekst die jou wil overtuigen of activeren heeft bijna altijd meer dan één tekstdoel. Maar er is er altijd één het belangrijkst.

Slide 8 - Tekstslide

Betogende tekst
In een betogende tekst of betoog geeft een schrijver zijn mening over een onderwerp. Hij verdedigt die mening met argumenten. Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat zijn mening juist is.

Slide 9 - Tekstslide

Betogende tekst
Veel betogen hebben een driedeling:
  • Inleiding: de schrijver geeft zijn mening over een onderwerp
  • kern: hij geeft argumenten voor zijn mening
  • slot: hij trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen

Slide 10 - Tekstslide

Tekstverband
Het concluderend tekstverband komt vaak voor in betogende teksten.
Signaalwoorden die bij dit tekstverband
horen: dus, dan, ook, hieruit volgt,
de slotsom is, concluderend.
Anja heeft acrylnagels opgeplakt. Ze is
dus helemaal klaar voor het slotfeest.

Slide 11 - Tekstslide

Boekanalyse

Slide 12 - Tekstslide

Weektaak
Talent 5.3
  • Lezen theorie (opdrachten doen we volgende week)
Nieuwsbegrip AT en WS
Boek lezen
  • Gebruik hierbij het formulier van de boekanalyse
M. Vlekkeloos Nederlands opdracht 87 t/m 89


timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide