Werken met kinderen met een visuele en auditieve handicap

Werken met kinderen met een visuele en auditieve handicap
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Specifieke begeleidingsvragenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werken met kinderen met een visuele en auditieve handicap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je kinderen met een visuele handicap kunt ondersteunen.

Slide 2 - Tekstslide

Geef aan het begin van de les duidelijk het leerdoel aan en bespreek kort wat de leerlingen kunnen verwachten.
Wat weet jij al van het werken met kinderen met een visuele handicap?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een visuele handicap?
Een visuele handicap houdt in dat iemand slechtziend of blind is.



Slide 4 - Tekstslide

Bespreek de verschillende niveaus van visuele handicap en geef voorbeelden van hoe je kinderen met een visuele handicap kunt ondersteunen.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een visuele handicap?
A
Slechthorend zijn.
B
Een spraakgebrek hebben.
C
Een motorische handicap hebben.
D
Slechtziend of blind zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulpmiddelen zijn er voor mensen met een visuele handicap?
A
Brailleleesregel, taststok, spraaksoftware.
B
Gehoorapparaat, hoortoestel, oorbeschermers.
C
Zwemvliezen, snorkel, duikbril.
D
Looprek, rolstoel, krukken.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitdagingen visuele beperking

Deze kinderen kunnen niet goed observeren 
Motorische vaardigheden ontwikkelen hierdoor ook langzamer
Problemen op sociaal vlak, kunnen geen gebruik maken van non-verbale signalen
Emoties herkennen op het gezicht is lastig
Fantasiespel is lastiger

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een uitdaging voor kinderen met visuele beperkingen?
A
Het begrijpen van non-verbale signalen
B
Het herkennen van emoties op het gezicht
C
Het ontwikkelen van motorische vaardigheden
D
Het spelen van fantasiespel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pas je je omgeving aan?
Visuele beperking: Belangrijk is dat activiteiten tastbaar en hoorbaar zijn. Materialen moeten op herkenbare, vaste plekken staan in de ruimte

Slide 11 - Tekstslide

Bespreek hoe je de omgeving kunt aanpassen om kinderen met een visuele en auditieve handicap te ondersteunen.
Welke activiteit kan jij bedenken als het gaat om een visuele beperking?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Reflecteer op wat je hebt geleerd en bedenk hoe je dit in de praktijk kunt toepassen.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag de leerlingen om na te denken over hoe ze de kennis en vaardigheden die ze hebben geleerd kunnen toepassen in hun eigen praktijk.
Wat is een auditieve handicap?
Een auditieve handicap houdt in dat iemand slechthorend of doof is.

Slide 15 - Tekstslide

Bespreek de verschillende niveaus van auditieve handicap en geef voorbeelden van hoe je kinderen met een auditieve handicap kunt ondersteunen.
Hoe communiceer je met kinderen met een auditieve handicap?
Gebruik verbale beschrijvingen en non-verbale communicatie, zoals gebaren en aanrakingen.

Slide 16 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het geven van verbale beschrijvingen en non-verbale communicatie.
Hoe communiceer je met kinderen met een auditieve handicap?
Gebruik gebarentaal of schrijf op wat je wilt zeggen.

Slide 17 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met gebarentaal en het schrijven van boodschappen.
Hoe maak je activiteiten toegankelijk?
Zorg voor tactiele materialen en gebruik beschrijvende taal.

Slide 18 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het maken van activiteiten toegankelijk voor kinderen met een visuele en auditieve handicap.
Welke hulpmiddelen zijn er?
Er zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar, zoals braille, vergrootglazen en hoortoestellen.

Slide 19 - Tekstslide

Bespreek de verschillende hulpmiddelen en hoe je ze kunt gebruiken.
Hoe werk je samen met ouders en professionals?
Communiceer open en duidelijk en werk samen aan een plan voor de ondersteuning van het kind.

Slide 20 - Tekstslide

Bespreek het belang van samenwerking en geef voorbeelden van hoe je dit kunt doen.
Hoe bevorder je de zelfstandigheid?
Geef kinderen de kans om zelfstandig te zijn en geef ze de juiste ondersteuning en hulpmiddelen.

Slide 21 - Tekstslide

Beschrijf hoe je kinderen met een visuele en auditieve handicap kunt helpen om zelfstandig te zijn en geef voorbeelden.
Hoe bevorder je de sociale interactie?
Zorg voor een inclusieve omgeving en stimuleer interactie tussen alle kinderen.

Slide 22 - Tekstslide

Bespreek hoe je een omgeving kunt creëren waarin alle kinderen zich welkom voelen en hoe je interactie tussen kinderen kunt stimuleren.
Casusbespreking
Bespreek een casus waarbij je ondersteuning biedt aan een kind met een visuele en/of auditieve handicap.

Slide 23 - Tekstslide

Geef de leerlingen de kans om de kennis en vaardigheden die ze hebben geleerd toe te passen op een concrete situatie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.