Nederlands; Lesweek 31 Trappen van vergelijking

Lesplanning
1)  Welkom
2) Lezen
3) Instructie Spelling
4) Zelfstandig werken


      
       

 

 

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands TaalverzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 165 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
1)  Welkom
2) Lezen
3) Instructie Spelling
4) Zelfstandig werken


      
       

 

 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les toets over:

  • Voltooid deelwoord
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp

Slide 2 - Tekstslide

werkwoorden:
  • iemand doet iets
  • er gebeurd iets

werkwoorden vervoegen:
je zet de zin in een andere tijd
je verandert het aantal

voltooid deelwoord:
  • het is al gebeurd
  • het is klaar

infinitief:
  • het hele werkwoord
  • woordenboek vorm

voorvoegsel:
  • komt niet als los woord voor.
  • je voegt het toe voor een zelfstandig naamwoord of een werkwoord
Na deze les...

... weet je wat de trappen van vergelijking zijn
... kun je de trappen van vergelijking toepassen in 
     zinnen en woorden.







 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Stil-lezen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Voor-lezen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking ?
                   Opdracht: Kijk naar de video.
                                         Maak aantekeningen.
                                         Schrijf daarna kort jouw conclusies op je wisbordje. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Andere video:
https://www.youtube.com/watch?v=vyBvA45rQ38

De trappen van vergelijking

De trappen van vergelijking worden gebruikt om dingen met elkaar te vergelijken. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten
De trappen van vergelijking kun je alleen op bijvoeglijke naamwoorden toepassen.

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over 
een zelfstandig naamwoord.

                                                            Het boek is leuk.

Boek is een zelfstandig naamwoord.
Leuk is een bijvoeglijk naamwoord.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Overtreffende  trap


Je maakt de overtreffende  trap door:
het + (bijvoeglijk naamwoord) +st te doen.
Het boek is leuk.
Dit boek is leuker.
Dit boek is het leukst.

De fiets is mooi.
Die fiets is mooier.
Die fiets is het mooist

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden op -r
Bij bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -r
In de vergrotende trap (de 2de trap) schrijf je -der

duur  - duurder - het duurst
ver - verder - het verst
zwaar - zwaarder - het zwaarst


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Vergrotende trap


Je maakt de vergrotende trap 
door -er  achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.
Het boek is leuk.
Die boek is leuker.

De fiets is mooi.
Die fiets is mooier.

fijn .................
dun .................
vies .................

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling vergrotende trap (2de trap)
Woorden met een lange klank in het midden: 
1 klinker weg: groot - groter - grootst

Woorden met een korte klank in het midden:
Een dubbele medeklinker: dun - dunner - het dunst

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling vergrotende trap (2de trap)
Woorden op -f: 
f wordt v: lief - liever - het liefst

Woorden op -s:
s wordt z: vies - viezer - het viest

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen (leer uit je hoofd!)
goed - beter - het best
veel - meer - het meest
weinig - minder - het minst
graag - liever - het liefst   (lief - liever - het liefst)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden op -e
Bij bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -e:
- In de vergrotende trap (2de trap): alleen -r
- Bij de overtreffende trap (3de trap):  + meest + (bijvoeglijk                                                                                          naamwoord)
luxe - luxer - meest luxe
roze - rozer - meest roze

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden op: -isch, -sd of -st
Wanneer het bijvoeglijk naamwoord eindigt op -isch, -sd, -st: dan schrijf je in de overtreffende trap (trap 3): + meest

fantastisch - fantastischer - het meest fantastisch
verbaasd - verbaasder - het meest verbaasd
gewenst - gewenster - het meest gewenst
                              

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van de trappen van vergelijking?
A
stellende trap overtreffende trap vergrotende trap
B
vergrotende trap stellende trap overtreffende trap
C
stellende trap vergrotende trap overtreffende trap
D
overtreffende trap stellende trap vergrotende trap

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel trappen
van vergelijking zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de trappen van vergelijking in de goede volgorde. 
1
2
3
de stellende trap
de vergrotende trap
de overtreffende trap

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
Groot
Groter
Grootst

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de goede volgorde:
1
2
3
 traag
trager
traagst

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de trappen van vergelijking
van LIEF in de goede volgorde?
A
lief - het liefst - liever
B
het liefst - liever - lief
C
lief - liever - het liefst
D
liever - lief - het liefst

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de trappen van vergelijking
van VEEL in de goede volgorde?
A
veel - meer - het meest
B
meer - veel - het meest
C
veel - het meest - meer
D
veel - het meest- meer

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking:
'meer' = ........ trap
A
de vergelijkende trap
B
de overtreffende trap
C
de vergrotende trap
D
de stellende trap

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De trappen van vergelijking:
dwaas-dwazer-...
A
dwaasts
B
dwazerst
C
dwaast
D
het meest dwaas

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking:
vreemd - vreemder - .............
A
vreemdst
B
vreemst
C
meest vreemd

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

trappen van vergelijking
meest kritisch=
A
de vergelijkende trap
B
de overtreffende trap
C
de vergrotende trap

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De trappen van vergelijking:
triest-triester-
A
triestst
B
meest triest
C
triest
D
triester

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
weinig=
A
de stellende trap
B
de overtreffende trap
C
de vergrotende trap

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van 'veel' ?
A
veel - meer - het meest
B
meer - minder - het meest
C
veel - het meest - meer
D
veel - het meest - minst

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'trappen van vergelijking' zijn goed?
A
mooi - meer mooi - mooist
B
mooi - mooier - mooist
C
mooi - lelijker - lelijkst
D
mooi - minder mooi - lelijk

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jullie nog vragen?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan werken met de trappen van vergelijking.
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Hoe?
Zelfstandig 
Opdr.
Ned. Taalverzorging
H5 Opdracht 1 t/m 7

Leren Dictee


Klaar?
Leesboek
timer
45:00

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies