H8.4_Protectie, vrijhandel en globalisering

H8: Overheid en buitenland
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H8: Overheid en buitenland

Slide 1 - Tekstslide

Par 8.4: Protectie, vrijhandel en globalisering


Wat gaan we vandaag doen?;
  • Lesdoelen par. 8.4;
  • Uitleg;
  • Huiswerk volgende les;
  • Reflectie;
  • Filmpje.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen Paragraaf 8.4: 

  • Jullie kennen de begrippen protectie, vrijhandel en globalisering;
  • Jullie kunnen toelichten wat de gevolgen zijn van protectie en vrijhandel op de internationale handel.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg...

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik paragraaf 8.3

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Protectie 
= Het beschermen van binnenlandse bedrijven tegen buitenlandse concurrentie (= tegengaan van import).

-----Door het beschermen van de binnenlandse bedrijven is er meer productie, meer werkgelegenheid en dus een hogere welvaart van eigen land-----

Slide 8 - Tekstslide

Protectie --- Hoe?
  • Douanerechten of invoerrechten -> belastingen op buitenlandse goederen, deze worden hierdoor duurder en minder aantrekkelijk
  • Importquota of importcontingenten -> beperkte hoeveelheid mag worden ingevoerd
  • Importverboden -> NL: wapens en exotische dieren
  • Kwaliteitseisen -> hoge eisen waardoor producten het land niet in mogen
  • Exportsubsidies of belastingvoordelen -> hierdoor worden de exportgoederen in het buitenland goedkoper.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen van protectie
  • de import daalt
  • de binnenlandse productie stijgt
  • de binnenlandse werkgelegenheid stijgt
  • de consumenten betalen een hogere prijs voor geïmporteerde producten

---> Landen binnen de Europese Unie betalen geen invoerrechten.

Slide 13 - Tekstslide

Vrijhandel
Vrijhandel wil zeggen dat er geen protectionistische handelsbelemmeringen bestaan

--> WTO (World Trade Organization) zet zich wereldwijd in voor vrijhandel

Slide 14 - Tekstslide

Vrijhandel

Slide 15 - Tekstslide

Globalisering

Slide 16 - Tekstslide

Globalisering
= Het proces van toenemende internationale handel wordt globalisering of mondialisering genoemd.

Voorbeeld globalisering:
Toyota, werelds grootste autoproducent, heeft fabrieken in 27 verschillende landen en hun auto’s worden in 160 landen verkocht.

Slide 17 - Tekstslide

Oorzaken Globalisering
  • Handelsliberalisatie -> toegenomen vrijhandel
  • Verbeterde en goedkopere ICT-toepassingen
  • Sneller transport en lagere transportkosten
  • Outsourcing en offshoring -> vb: verschil in loonkosten
  • Toegenomen internationale arbeidsmarkt -> meer Nederlanders werken in het buitenland en omgekeerd
  • Veranderde politieke wereldorde -> economische grenzen vervagen...

------> Outsourcing: Delen van de productie vinden plaats in het buitenland . 
------> Offshoring: Gehele productie wordt verplaatst naar het buitenland

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk 
Maken oefentoets: 
opdrachten 3, 4, 6, 7, 9 en 12

Slide 19 - Tekstslide

Reflectie...

Probeer de volgende vragen te beantwoorden....

Slide 20 - Tekstslide

Het afschaffen van invoerrechten leidt tot...
A
Minder concurrentie
B
Meer concurrentie

Slide 21 - Quizvraag

Vrijhandel betekend dat je
A
Geen belasting hoeft te betalen bij invoer
B
Dat je extra belasting moet betalen bij invoer

Slide 22 - Quizvraag

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 23 - Quizvraag

vrijhandel betekent: vrij verkeer van
A
goederen, diensten, producten en transport
B
goederen, diensten, geld en werk
C
goederen, diensten, personen en kapitaal
D
personen, kapitaal, werk en goederen

Slide 24 - Quizvraag

Vrijhandel en protectionisme passen......
A
wel bij elkaar
B
niet bij elkaar

Slide 25 - Quizvraag

Globalisering is...
A
Het meer rond maken van de aarde.
B
Datgene produceren waar een land goed in is.
C
Het geven van subsidie aan duurzame landbouw
D
Toenemende vrije wereldhandel

Slide 26 - Quizvraag

Binnen de Europese Unie (EU) is er vrijhandel.
Kies welke invloed vrijhandel heeft op de concurrentie binnen de EU.
timer
1:00
A
De concurrentie verandert niet door vrijhandel.
B
Er ontstaat meer concurrentie door vrijhandel.
C
Er ontstaat minder concurrentie door vrijhandel.
D
Deze heeft geen invloed.

Slide 27 - Quizvraag

Globalisering kan zorgen voor economische groei, maar ook voor werkloosheid.
Daarover gaan de volgende zinnen.
1 Een bedrijf verhuist naar een lagelonenland om goedkoper te produceren.
2 Het wordt voor bedrijven makkelijker om in een ander land te produceren.
3 Nederlandse fabrieksarbeiders verliezen hun baan.
Wat is de juiste volgorde?
A
Globalisering → 1 → 3 → 2 → werkloosheid
B
Globalisering → 2 → 1 → 3 → werkloosheid
C
Globalisering → 3 → 2 → 1 → werkloosheid
D
Globalisering → 2 → 3 → 1 → werkloosheid

Slide 28 - Quizvraag

Door globalisering komt er steeds meer internationale arbeidsverdeling
A
onjuist
B
juist

Slide 29 - Quizvraag

In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Een reclamespreuk uit 1933 was: ‘Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar’. Leg uit waarom deze spreuk haaks staat op vrijhandel. Wie help je met die spreuk wel en wie help je daarmee juist niet?

Slide 31 - Open vraag

Een uitspraak die je vaak leest als het gaat om globalisering: ‘De wereld wordt steeds meer een dorp’.
Leg in je eigen woorden uit wat daarmee wordt bedoeld.

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Video