2 Soorten argumenten en argumentatieschema's

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Kennismaking
(Standpunt en argument)
(Onderschikking en nevenschikking)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Je weet welke soorten argumenten er zijn
Je kunt de soorten argumenten herkennen en benoemen
Je weet wat een argumentatieschema is
Je herkent argumentatieschema's in redeneringen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeer eerst het standpunt en daarna het argument en het eventuele tweede argument of argument.
"Ik vind het echt verspilling van mijn tijd, zo'n boek. Daarnaast lees ik liever Scandinavische literatuur. Ik denk dat ik daarom deze vakantie geen boeken voor Nederlands meeneem op vakantie."

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nevenschikkende argumentatie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk standpunt neemt Rutte in volgens Lilian Marijnissen? Welke argumenten geeft Rutte hiervoor? Hoe gaat zij daarop in? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk standpunt neemt Rutte in volgens Lilian Marijnissen? Welke argumenten geeft Rutte hiervoor? Hoe gaat zij daarop in? 
Het valt wel mee (met het salaris van de mensen in de zorg) (ST)
want salarissen in de zorg stijgen toch altijd wel. (ARG)
De lonen stijgen, maar de prijzen stijgen ook (TEGENARG)
want er zijn ook andere redenen waarom mensen de zorg verlaten. (ARG)
Als je te weinig collega’s hebt, is de werkdruk te hoog, dus moeten er meer collega’s bij. Dan helpt een goed salaris ook. (TEGENARG)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectieve argumenten
Controleerbaar, feiten

"De milieuvervuiling is in Nederland een groot probleem. Uit metingen blijkt dat in onze lucht te veel fijnstof zit" ​
"De invoering van de OV-chipkaart heeft al veel problemen opgeleverd. Oplaadpalen doen het bijvoorbeeld vaak niet"


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectieve argumenten
Gebaseerd op een gevoel of emotie, overtuiging, ervaring, geloof, normen en waarden of vermoedens

"Je moet je huiswerk goed plannen. Dat heb ik vorig jaar ook gedaan en ik haalde goede cijfers" ​
"Abortus moet verboden worden. Een ongeboren kind heeft ook recht om te leven!"​


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag
Examenvraag: ​
Wat voor soort argument gebruikt de schrijver in alinea 3?​

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soort argument
Je hoeft voor je vlucht naar Lanzarote geen transfer bij te boeken. Neem gewoon een taxi. Dat doe ik ook altijd als ik daar naartoe ga.
Ze zouden René van der Gijp van de buis moeten halen. De manier waarop hij mensen behandelt, is niet oké.
In bijna de helft van alle huishoudens (47,7%) loopt, zwemt of vliegt er een huisdier. Dat blijkt uit cijfers van Dibevo, de brancheorganisatie voor ondernemende huisdierenspecialisten.
Ik vond 'Wees onzichtbaar' van Murat Isik een heftig boek om te lezen. Het maakt diepe indruk.
Feiten
Onderzoek
Ervaring
Gevoel of emotie
Geloof
Normen en waarden
Vermoedens

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Argumentatieschema
Oorzaak-gevolg: Je moet echt stoppen met roken (st), je kan er longkanker van krijgen (arg). 
Voor- en nadelen: Proefwerken moeten worden afgeschaft (st), anders staan leerlingen te veel bloot aan stress (arg). 
Vergelijking: Ik denk dat die maat schoenen voor hem goed is (st). Mijn zoon is net zo oud en draagt die maat ook (arg).
Voorbeelden: Je kunt absoluut niet op hem rekenen (st). Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten. (arg).
Gezaghebbende bron: Natuurlijk mag je het woord ‘falbala’ neerleggen bij Scrabble (st) het staat in de Van Dale (arg)
Kenmerken of eigenschap: Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (st), want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego (arg).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga nooit weer naar 'De lachende koe'

Vorige week waren we in een ander restaurant met hetzelfde concept en dat eten vond ik maar matig.

Ik heb er een keer gegeten en daarna ben ik heel ziek geweest: overgeven en zo.
Je moet er altijd zowel een voorgerecht als een toetje nemen.
Uit een recensie in de rubriek Hete soep in de Leeuwarder Courant kwam De lachende koe niet positief naar voren.
De vis die ik er laatst heb gegeten, vond ik verschrikkelijk zout.
Daar geldt het concept van ‘3 gangen voor 1 prijs’ en dat kan de kwaliteit nooit ten goed komen. 
eigenschap
oorzaak-gevolg
vergelijking
voorbeeld
autoriteit
voor- en nadelen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De supermarkten zouden alleen nog maar biologisch vlees moeten verkopen, want (vergelijking)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De supermarkten zouden alleen nog maar biologisch vlees moeten verkopen, want (autoriteit)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Je weet welke soorten argumenten er zijn
Je kunt de soorten argumenten herkennen en benoemen
Je weet wat een argumentatieschema is
Je herkent argumentatieschema's in redeneringen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ARGUMENT
DROGREDEN

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie. Je kunt onderscheid maken tussen het onjuist gebruik van argumentatie en het overtreden van discussieregels

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste argumentatie op basis van:

- Oorzaak-gevolg
- Kenmerk
- Voor- en nadelen
- Voorbeeld (generalisatie)
- Vergelijking
- Autoriteit
- Traditie


Zie ook H10 van Talent

Overtreden van discussieregels:

- Persoonlijke aanval
- Ontduiken van bewijslast
- Vertekenen van standpunt
- Bespelen van het publiek
-  Cirkelredenering




Zie ook H10 van Talent

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

  • Verkeerde vergelijking
  • Verkeerd voorbeeld > vaak generalisatie genoemd
  • Cirkelredenering

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overhaaste generalisatie

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 32 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 33 - Quizvraag

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 34 - Quizvraag

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 35 - Quizvraag

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Drogredenen
  • Onjuiste kenmerk
  • Onjuiste voor- en nadelen (overdrijving of vals dilemma)
  • Bespelen van het publiek
  •  Vertekenen van standpunt

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste kenmerk

Je kent een bepaalde eigenschap toe aan iets of iemand, terwijl je andere, belangrijke eigenschappen negeert
Ze is een goede weddingplanner, want ze is altijd op tijd.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste kenmerk


'Die leraar is echt een saaie vent. Hij heeft altijd dezelfde blouse aan.'

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste voor- en nadelen 
Je overdrijft de voor- en nadelen of stelt iemand voor een vals dilemma 

Als Nederland het gebruik van softdrugs legaliseert, krijgen we veel meer drugsverslaafden, zal het aanzien en de invloed van ons land in de Europese unie enorm afnemen en zal de illegale teelt vanwege de sterkte van de illegale wiet niet verdwijnen. (overdrijving)


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste voor- en nadelen

'Kies maar: alles of niets!' (vals dilemma)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespelen van het publiek
Je probeert het publiek voor je te winnen door op het gevoel in te spelen.

Het is toch verschrikkelijk hoe bankiers hun zakken vullen!

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespelen van het publiek

'We waren er allemaal bij en niemand vond het plan goed uitgedacht.'


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertekenen van standpunt 
Je geeft het oorspronkelijke standpunt verkeerd weer. Je overdrijft het, of zwakt het af.


'Mooie rondingen in die jurk? Je vindt me dus dik!' 


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertekenen van standpunt

'Jij bent voor abortus. Dus jij vindt dat iedereen zonder goede reden een kind mag vermoorden.'

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn opa en oma komen zelden bij mijn voetbalwedstrijd kijken. Zij vinden tijd besteden aan hun kleinkinderen niet belangrijk.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 45 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 46 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Je moet wel op een linkse partij stemmen, anders wordt ons land snel een dictatuur.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 47 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Mijn zus kan goed vertellen wat zij vindt. Zij zou een uitstekende directrice zijn.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 48 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Als je voor haar kiest als klassenvertegenwoordiger zal niemand nog iets te zeggen hebben.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 49 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast