IBS 1: hoofdstuk 9 Muizen & Ratten

Hoofdstuk 9:
Muizen en Ratten


IBS 1: Dierverzorger op een recreatiepark
MBO niveau 2
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9:
Muizen en Ratten


IBS 1: Dierverzorger op een recreatiepark
MBO niveau 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Muizen
Huismuis is een cultuurvolger:
 = heeft zich over de hele wereld verspreid

Vrolijke, actieve beestjes, ieder een eigen karakter, nieuwsgierig en leuk om naar te kijken

Herkennen hun eigenaar, tam kun je er heel veel mee



Slide 3 - Tekstslide

Hoe noem je een jong van een muis?
A
whity
B
pinky
C
muisje
D
muizen jong

Slide 4 - Quizvraag

Een muis is een omnivoor. Wat wil dit zeggen?
A
ze eten alleen vlees
B
ze eten alleen planten
C
ze eten zowel vlees als planten

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Een muis is een nachtdier. Wanneer zijn ze dan het meest actief?
A
in de schemering / begin van de nacht
B
midden van de nacht
C
einde van de nacht
D
overdag

Slide 7 - Quizvraag

De huismuis in het ‘wild’ – uiterlijk 
  • Zachte, bruingrijze vacht (op de buik iets lichter dan de rug)
  • Grote ogen en oren
  • Een muffe geur
  • Staart heeft een geringde, geschubde structuur
               - ongeveer net zolang als de muis zelf
  • Grootte is afhankelijk van zijn leefgebied
         - op eilanden groter dan op het vasteland
         - volwassen:
             kop-romp lengte 7-10 cm
            staartlengte 6-10 cm
  • Gewicht 10-45 gram (vrouwtjes meestal zwaarder dan mannetjes)

Slide 8 - Tekstslide

Waarom vinden muizen het prettig om in de buurt van mensen te
wonen?

Slide 9 - Open vraag

De huismuis in het ‘wild’
Groot aanpassingsvermogen aan de omgeving


Voornamelijk ‘s nachts actief:
 - in korte periodes rust en activiteit wisselen
 - in de schemering en eerste helft van de nacht het meest actief
 - overdag verschuilen zij zich in hun nesten

Hol in de grond met ingang verbonden met een nestkamer (20 cm diep)
Soms voedselvoorraden (in heuveltjes tot 50 cm hoog)

In gebouwen: leven onder de vloer of tussen opgeslagen artikelen




Slide 10 - Tekstslide

Hoe kan het soms dat een muis enkele dagen zonder water kan leven?
A
omdat ze zo klein zijn
B
dan stoppen ze met plassen
C
omdat ze geen water nodig hebben
D
ze halen water uit voedsel

Slide 11 - Quizvraag

De huismuis in het wild - voedsel
  • Echte alleseters
       - Voorkeur voor granen, zaden, noten, wortelen, insecten, 
           larven en wormen
      - Kunnen ook papier, zeep en lijm eten (bij gebrek aan beter)
      - Eten het liefste vet- en eiwitrijk voedsel (koolhydraatrijk voedsel als fruit 
         en groene planten worden minder vaak gegeten)

  • Per dag eten ze zo’n 3,5 gram

  • Kunnen overleven zonder water te drinken:
           zolang het voedsel uit minstens 15% water bestaat





Slide 12 - Tekstslide

veeltepelmuis
kleurmuis
huismuis

Slide 13 - Sleepvraag

De kleurmuis
Meer dan 50 verschillende kleurslagen, haartypen, tekeningen en uitmonsteringen.
 - langharig, met krullen, erfelijke vlekken
 - naaktmuizen: gevoelig voor kou
 - japanse dansmuizen bewegen zicht voort of ze dansen
   (komt door een erfelijke afwijking in het evenwichtsorgaan)

Slide 14 - Tekstslide

De veeltepelmuis
Vrouwtjes hebben tot 12 paren van mammae (=borst met tepel)

Kan zich zeer snel vermenigvuldigen
   - voortplanting het hele jaar door
   - 23 dagen drachtig
   - krijgen 6-12 jongen (kan zelfs oplopen tot 22)
   - vrouwtje kan na 11 weken al haar eerste nest krijgen

‘s nachts actief


Slide 15 - Tekstslide

Huisvesting muizen
Makkelijk te houden, wel neemt tam maken tijd in beslag
 

Leven in groepsverband: beste houden per 2 of kleine groepen:
     - vrouwtjes bij elkaar
     - mannetjes bij elkaar zonder vrouwtjes!

Een creatief en uitdagend ingerichte kooi voorkomt verveling en stress


Slide 16 - Tekstslide

Waarom heeft een geschikte kooi horizontale spijlen?

Slide 17 - Open vraag

Soort huisvesting
Tralie kooi
Glazen bak
let op: spijlen niet verder dan 6 mm van elkaar af 
Op warme dagen kan de temperatuur hoog oplopen
Hoge bodembak (rommel binnen houden)
Geen rommel buiten de kooi

Goede ventilatie 
Slechte ventilatie

Slide 18 - Tekstslide

Benodigdheden huisvesting muizen
  • een goed absorberende en stofvrije bodembedekking: 
      - houtkrullen, op basis van oud papier en maïs
      - Geen zaagsel: beval teveel stof
  • 2-3x per week hele verblijf zuiver maken (ook drinkfles en voerbak)
      - Toilethoek elke dag
  • Dagelijks vers water en etensresten die bederven weghalen
  • Voldoende knaag- en nestmateriaal



Slide 19 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een extraatje
wat je jouw muis zou kunnen
geven.

Slide 20 - Woordweb

Voeding muizen
  • 2 soorten basisvoer:
- Gemengd voer
- Brokken
  • Let op met knaagstenen en muizensnoepjes; zit vaak veel zout & suiker in
  • Extraatjes:
Meelwormen – zonnebloempitjes – gedroogd brood – wortel – wilgentakken – hondenbrokjes
  • Eten in een bakje of door de kooi strooien (op zoek naar eten)





Slide 21 - Tekstslide

Gedrag van muizen
  • Slimme, nieuwsgierige en actieve dieren
          - zorg voor veel klimatributen
  • Erg schone dieren
       veel bezig met schoonmaken van hun zelf en hun     
       soortgenootjes


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Tamme rat
Tamme rat is een variant van de bruine rat, wordt gehouden als huisdier
 

Tam, aanhankelijk, intelligent, vindingrijk, leergierig, mensgericht en relatief schoon

Slide 25 - Tekstslide

Hoe oud wordt de tamme rat gemiddeld?
A
1-2 jaar
B
2-4 jaar
C
5-7 jaar
D
8-10 jaar

Slide 26 - Quizvraag

Hoe noem je een jong van een rat?
A
ritten
B
kitten
C
pinky
D
jong ratje

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

natuurlijk leefgebied  bruine rat in het wild
  • Andere namen: Noorse rat, rioolrat, waterrat, stadsrat
  • Komt over bijna de gehele wereld voor
  • Kenmerken:
     - kop-romplengte 21-29 cm (in het wild)
     - Staartlengte 150-230 mm (altijd korter dan het lichaam)
      - duidelijk herkenbare ringen op de staart
     - Kleine, licht behaarde oren
     - Vacht in het wild; grijsbruin
     - Vrij korte snuit, Stevig gebouwd 



Slide 29 - Tekstslide

Wie zijn er als ze volwassen zijn groter?
A
de mannetjes
B
de vrouwtjes

Slide 30 - Quizvraag

Hoe kwam de rat vanuit Azië verder naar de rest van de wereld.
A
te voet
B
met het vliegtuig
C
niet
D
met de boot

Slide 31 - Quizvraag

Geschiedenis van de rat
Afkomstig uit Azië:
 - vanuit daar met schepen de hele wereld over
     (uitstekend aanpassingsvermogen)

Hele lange tijd vooral als proefdier gebuikt:
  - laboratorium medewerkers eerste mensen met een rat als huisdier


Slide 32 - Tekstslide

Verschil bruine & zwarte rat
  • Bruine rat: staart korter dan het lijf
  • Zwarte rat: staart langer dan het lijf

Slide 33 - Tekstslide

Hoeveel tenen heeft een rat aan zijn voorpoot?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 34 - Quizvraag

Rassenkennis rat
Voorpoten: 4 tenen
Achterpoten: 5 tenen

Kleurstellingen en vachtstructuren:
agouti, eenkleurige ratten, tamme ratten met uitmonstering, korthaar/normaal haar, satijnbeharing, krulbeharing/rex, haaloos/sphynx


Slide 35 - Tekstslide

Huisvesting rat
Kooi minimaal 60 cm hoog
  - rechtop kunnen staan en kunnen klimmen
Hoe meer ratten hoe groter de kooi

geprikkeld worden door kooi inrichting (anders vervelen)

2 of meer samenhouden 
(alleen vrouwtjes, alleen mannetjes of 
vrouwtjes met gecastreerde mannetjes)




Slide 36 - Tekstslide

beuken
snippers
geperste korrel
hooi en stro
Vezel
hennep
Zaagsel

Slide 37 - Sleepvraag

Hoe dood je ongedierte in hooi?

Slide 38 - Open vraag

Houtvezel / zaagsel
zacht en warm van aard, neemt vocht redelijk op
vaak erg stoffig
beukensnippers
minder stof dan zaagsel, ook wat harder (minder prettig), kouder, neemt weinig vocht op (snel vieze plekken
geperste korrels
korrels die geurtjes en vocht goed opnemen
vooral papieren versies zijn goed en niet te stoffig
erg hard; niet prettig als nestmateriaal
hooi en stro
kan ongedierte zoals mijt inzitten 
kan erg stoffig zijn
hemparade en aubiose (vezelhennep)
nagenoeg stofvrij, zacht en warm van aard, neemt vocht goed op, biologisch goed afbreekbaar

Slide 39 - Tekstslide

Hoe noem je het als een vrouwelijke rat vruchtbaar is.
A
flapperig
B
hengstig
C
drachtig
D
balts

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Video

knarsen
Met hun tanden, verschillende oorzaken; tevredenheid, pijn, kwaadheid of angst
egelen
Haren recht overeind om tegenstander te imponeren (lijken zo groter, andere angst aanjagen). Kwaad!
ploppen
Heel snel, iets naar buiten en weer naar binnen schieten van het oog. Kan voorkomen tijdens het knarsen. Niet ernstig.
spelen
Kan met piepen en krijsen, is onschuldig (geen gewonden)

poetsen
Wassen zichzelf en kooigenootjes.
flapperig
Vruchtbaar vrouwtje, om de 5 dagen. Flapperen met hun oren en houden vaak de kont omhoog bij aanraking.
barberen
Sabbelen of knagen op eigen vacht of die van een kooigenootje in mate dat er kale plekken ontstaan. Komt door stress.
zekeren
Hoofd van links naar rechts wiegen en weer terug (rest van het lichaam stil). Doen vaak ratten met rode ogen (slechter zicht dan donkere ogen)

Slide 42 - Tekstslide

Geslachtsbepaling rat & muis
Afstand tussen de geslachtsopening en de anus:
 kort = vrouwtje
 lang = mannetje




Bij mannetjes zijn na enkele weken de teelballen te zien.
Pas op! Mannetjes kunnen hun teelballen intrekken als ze opgetild worden.










Slide 43 - Tekstslide

Hanteren muis/rat - methode 1
Stap 1
Maak contact met het dier door je hand in het hok te leggen.
Drijf het dier in een hoekje en schep ze op.

Stap 2
Maak van je handen een kommetje en houd hierin de muizen 
vast.
Tamme ratten kun je op je hand laten zitten of op je schouder 
zetten.


Slide 44 - Tekstslide

Hanteren muis/rat - deel 2
Til de muis/rat op aan de staartbasis en ondersteun met je andere hand.
 

Nooit een rat bij de staart op pakken; 
staart kan afbreken of zijn staarthuid kan afgestroopt worden.



Slide 45 - Tekstslide

Fixeren muis
Stap 1
Houd de muis vast door met je vingers het staartje van de muis op de tafel te 
drukken. Doe dit niet te hard en niet aan de top van de staart.
Stap 2
Pak nu het muisje met duim en wijsvinger stevig vast aan zijn nekvel, direct 
achter zijn kopje. Omsluit nu met je andere vingers de rest van het muizenlijfje.
Stap 3
Draai nu het muisje op zijn rugje. Je kan nu het muisje met je andere hand 
behandelen.



Slide 46 - Tekstslide

Fixeren rat
Stap 1
Pak de tamme rat vast aan de basis van de staart (niet hoger want dan kan je het vel van de staart afstropen).
Stap 2
Pak bij de tamme rat direct achter het kopje vast bij het nekvel. Til de rat op en draai hem op de rug.
Stap 3
Pak de rat vast rond zijn schouders. Zorg er wel voor dat je 
de voorpootjes en kopje goed fixeert tussen je vingers.



Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag!
Hoofdstukvragen:
- 7 Konijn
- 8 Cavia

Leeractiviteiten:
 1.3 Voedermiddelen en bodembedekkingen herkennen en benoemen
1.4: Schooldieren hanteren en eventueel fixeren

joinmyquiz.com     code: 5972 6094 

Slide 48 - Tekstslide