H9 Herhaling

HERHALING
Hoofdstuk 9


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HERHALING
Hoofdstuk 9


Slide 1 - Tekstslide

Enkele begrippen
delict                                                               proces-verbaal
tijdgebonden criminaliteit                    vervolgen
immateriële gevolgen                             dagvaarding
anomietheorie                                            vonnis
bindingstheorie                                          ontoerekeningsvatbaar
fouilleren                                                        repressie
seponeren

Slide 2 - Tekstslide

Jibbe heeft geen zin om na het stappen naar huis te lopen. Hij steelt daarom een fiets.
Hier is sprake van:
A
Asociaal gedrag
B
Een overtreding
C
Een misdrijf
D
Extreme criminaliteit

Slide 3 - Quizvraag

Welke stellingen zijn juist?
1. Delicten die eenmaal in het Wetboek van Strafrecht staan, worden niet meer aangepast.
2. Je bent alleen strafbaar voor misdrijven die in het Wetboek van Strafrecht staan.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide juist
D
Beide onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Soms vergroten ‘biologische factoren’ de kans op crimineel gedrag. Wat betekent dat?
A
Het lichaam reageert slecht op bepaalde stoffen, zoals alcohol.
B
Je omgeving, zoals familie en vrienden, laten je het foute pad op gaan.
C
Sommige mensen worden crimineel door een psychische stoornis.
D
Sommige mensen verdienen weinig geld en zijn eerder geneigd het criminele pad op te gaan

Slide 5 - Quizvraag

1. Door sociale controle neemt de pakkans af.
2. De pakkans bij crimineel gedrag is de afgelopen jaren kleiner geworden omdat de politie het vaak te druk heeft.
3. In een dorp is de pakkans kleiner omdat er minder mensen wonen die op je kunnen letten.
4. De pakkans bij fietsendiefstal is laag
A
1 en 2 zijn juist
B
2 en 3 zijn juist
C
2 en 4 zijn juist
D
1 en 4 zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Een proces-verbaal is een verslag over:
A
De schade na het misdrijf.
B
Het misdrijf en de verdachte
C
De rechtszaak
D
De beslissing van de Officier van Justitie

Slide 7 - Quizvraag

De officier van justitie …………… als hij Bram na het stelen van een koptelefoon een boete geeft.
Welk woord is weggelaten?
A
seponeert
B
schikt
C
arresteert
D
vervolgt

Slide 8 - Quizvraag

Rechters zijn onafhankelijk en onpartijdig. Wat betekent dit?
A
Dat rechters geen lid van een politieke partij zijn en niet mogen stemmen.
B
Dat alleen rijke mensen, die het niet voor het geld hoeven te doen, rechter mogen worden.
C
Dat rechters zonder druk van wie dan ook tot een eerlijk besluit kunnen komen.
D
Dat rechters indien nodig het Wetboek van Strafrecht mogen negeren.

Slide 9 - Quizvraag

Welke rol heeft de officier van justitie tijdens de rechtszaak?
A
Het vonnis (de straf) bepalen.
B
De rechtszaak leiden
C
De schuld van de verdachte bewijzen
D
De verdachte verdedigen

Slide 10 - Quizvraag

Een rechter kan een onverbeterlijke winkeldief een halfjaar gevangenisstraf geven. Bijvoorbeeld om de winkeliers even rust te geven. Wat is dan de reden van de straf?
A
Afschrikking
B
Een veiligere samenleving
C
Gedrag verbeteren
D
Preventie

Slide 11 - Quizvraag

In het wetboek staat wat de maximumstraf is voor een bepaald misdrijf.
Wie bepaalt die maximumstraf?

Slide 12 - Open vraag

Risicofactoren zijn omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten. Noem twee persoonlijke risicofactoren

Slide 13 - Open vraag

In de gevangenis volgt een veroordeelde een cursus om zijn agressie te leren beheersen.
Welke van de vier redenen om criminaliteit te bestraffen hoort hierbij?

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de volgende rijtjes op:
- Persoonlijke risicofactoren voor crimineel gedrag
- Maatschappelijke risicofactoren voor crimineel gedrag
- Theorieën die criminaliteit verklaren

Dit zijn drie verschillende rijtjes die veel met elkaar te maken hebben. Haal ze niet door elkaar op je toets!

Slide 15 - Tekstslide

Tips:
- Leer de begrippen
- Leer de rijtjes
- Oefen met open vragen in je werkboek


Slide 16 - Tekstslide

Maken en leren

Maak de samenvatting op blz. 188 en 189
Kijk ze na en gebruik het om te leren!

Slide 17 - Tekstslide