werkwoordsvormen: klas 6

Argumentatio 1 b. Grammatica en werkwoorden-oefening
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Argumentatio 1 b. Grammatica en werkwoorden-oefening

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal: audivistis hoc ne dici quidem ab accusatore
A
jij hebt gehoord dat de aanklager dit heeft gezegd
B
jullie hoorden dat dit door de aanklager zelfs niet gezegd werd
C
jullie hebben gehoord dat ik dit zelfs niet tegen de aanklager heb gezegd
D
jullie horen dat dit door de aanklager zelfs niet gezegd is

Slide 2 - Quizvraag

impulerunt komt van impellere ad = aanzetten/drijven (tot) vertaal: impulerunt (als losse vorm)

Slide 3 - Open vraag

Luxuries et...impulerunt: verwacht je een lijd.vw. in deze zin? zo ja, welke?

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent de zin: de luxuria purgavit Erucius: let op de naamval van Erucius

Slide 5 - Open vraag

convivium= diner; interesse = aanwezig zijn
wat betekent: interesse ne in convivio quidem ullo

Slide 6 - Open vraag

regel 8: nihil autem umquam debuit: wie/wat is het onderwerp?
A
hij ( Erucius)
B
nihil
C
hij ( S.R.J.)
D
autem

Slide 7 - Quizvraag

lees de aantekening die staat bij Cupiditates porro quae possunt esse in eo...
Wat wordt het? En hoe vertaal je dan quae(vraagw.) cupiditates possunt esse in eo?

Slide 8 - Open vraag

r.7 welke twee woorden zijn de Acc. en de Inf. in de A.C.I. na dixit?

Slide 9 - Open vraag

r.9/10: ut ipse accusator obiecit: hie vertaal je ut hier?
A
ut+ con. dus: zodat/opdat
B
ut+ ind. dus: zoals
C
ut + ind. dus: zodra
D
ut+ ind. dus: omdat

Slide 10 - Quizvraag

Regel 11: quae vita..zie de aantekening: hoe vertaal je quae vita?
A
dit leven
B
welk leven
C
haar leven
D
het leven, dat

Slide 11 - Quizvraag

regel 11: kijk naar de betekenis van: disiuncta; wat betekent disiuncta a

Slide 12 - Open vraag

En wat dus: coniuncta cum?

Slide 13 - Open vraag