Franse les 21-12 H2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdregel:
het bijvoeglijk naamwoord komt in Frankrijk meestal VOOR / ACHTER het zelfstandig naamwoord

1. voor
2. achter

Kies de juiste vorm:
une dame (witte)

1. blanc
2. blancs
3. blanche
4. blanches

Kies de juiste vorm:
une voiture (rood)

1. rouge
2. rougée
3. rougee

Kies de juiste vorm:
deux (goede) films (=mnl)

1. bon
2. bons
3. bonnes

UN PETIT GARÇON betekent:

1. een grote jongen
2. een klein meisje
3. een kleine jongen
4. twee kleine jongens

EEN KLEIN MEISJE in het Frans is:

1. une petit fille
2. une petite fille
3. une petits fille
4. une petites filles

Kies de juiste vorm:
un (oude) ami

1. vieux
2. vieille
3. vieil

Waar staat het huisnummer in een Frans adres?

1. Op dezelfde plaats als bij ons
2. Voor de postcode
3. Voor de straatnaam
4. Achter de postcode

Op welke dag wordt
in Frankrijk
kerstmis NIET gevierd?

1. le vingt-quatre décembre
2. le vingt-cinq décembre
3. le vingt-six décembre

Hoe zeg je in het Frans dat je een broer hebt?

1. J'ai une soeur.
2. J'ai un frère.
3. J'ai un ami.
4. Il a un frère.

Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Frans?

1. Bonne Christmas
2. Feliz Navidad
3. Merry Christmas
4. Joyeux Noël

Wat is de meest bezochte bezienswaardigheid in Frankrijk?

1. De Eifeltoren
2. De Notre- Dame
3. Le Louvre
4. De Champs Élysées

De Mona Lisa staat in:

1. Het Rijksmuseum
2. Musée d'Orsay
3. De Louvre
4. The National Gallery

In een deel van Canada wordt Frans gesproken.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe zeg je dat je de supermarkt zoekt?

1. Je cherche le supermarché.
2. Je cherche le magasin.
3. Tu cherches le supermarché.
4. Je cherche le marché.

Hoe zeg je in het Frans:"ik wil graag vijf croissantjes?"

1. J'ai faim.
2. Je préfère les croissants.
3. Vous avez cinq croissants?
4. Je voudrais cinq croissants.

Kies de goede vertaling voor:
l'enfant

1. de afspraak
2. de olifant
3. het kind
4. het kledingstuk

Wat betekent:
Bonne Année?

1. kerstmis
2. oudejaarsavond
3. nieuwjaar
4. gelukkig nieuwjaar

Dit is GEEN Frans merk

1. Chanel
2. Louis Vuitton
3. Marc Jacobs
4. Yves Saint Laurent

Hoe vraag je in het Frans aan iemand hoe oud hij/zij is?

1. Elle a quel âge?
2. Tu habites où?
3. Il a quel âge?
4. Tu as quel âge?

Hoe vraag je naar de kaart in een Frans restaurant?

1. Où est la carte?
2. Monsieur, la carte s'il vous plait.
3. Monsieur, où sont les toilettes?
4. Monsieur, l'addition s'il vous plait.

Hoe zeg je dat je iets niet begrijpt in het Frans?

1. Je ne sais pas.
2. Je n'aime pas ça.
3. Je ne comprends pas.
4. Non, merci.

wat betekent de zin:
Ça coute combien?

1. Hoeveel heb je?
2. Hoeveel kost het?
3. Hoeveel koop je?
4. Hoeveel wil je?

Welke dag is het vandaag in het Frans?

1. mardi
2. jeudi
3. lundi
4. vendredi

Hoe zeg je in het Frans 'tot later'?

1. au revoir
2. salut
3. à plus
4. voilà

Geef jezelf een beoordeling voor deze quiz.

😒🙁😐🙂😃