1A Donderdag 9 juni 5.8 deel I

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Tekstslide

Zo gaan we het doen:
1. Bij binnenkomst meteen je spullen op tafel.
2. Je bent stil en wacht tot de les begint. 
3. Tijdens de les praat je pas als ik je een beurt geef.
4. Je doet mee en let op, zo kan iedereen leren in de les!


Slide 2 - Tekstslide

Dit gaan we doen:
Huiswerk bespreken                                      5 minuten
Uitleg H5.8                                                          10 minuten
Werken op de computer                                30 minuten
Jeugdjournaal                                                    10 minuten
Lesafsluiting                                                       5 minuten

Lesdoelen: na deze les kan je vertellen hoe je het voltooid deelwoord en bijvoeglijke naamwoorden spelt.

Slide 3 - Tekstslide

Toetsplanning:
H4.5 + H5.5 --> 50 woorden
H4.7 + H5.7 -->  grammatica
H4.8 + H5.8 --> spelling
Toets: donderdag 16 juni

Boekverslag: inleveren 22 juni. Boek uitgelezen hebben: 15 juni. 
Ik zal volgende week de opdracht uitdelen en uitleggen. 


Slide 4 - Tekstslide

Je boek....

Thuis nog gelezen?
Schiet het lezen een beetje op? Je hebt door de verschuiving van de inleverdatum van het boekverslag iets meer tijd. Zorg dat je uiterlijk vrijdag 15 juni je boek uithebt. 

Lees stil en rustig, zodat ook je medeleerlingen kunnen lezen. 

Slide 5 - Tekstslide

Even opfrissen:
Op zijn verjaardag kreeg hij zijn eerste huisdier: een schattig hondje. 

Schrijf op in je schrift: wat in deze zin is het....
1. Lidwoord
2. Voorzetsel
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord
5. Telwoord
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

H 5.8

In deze paragraaf leer je:
• hoe je het voltooid deelwoord spelt;
• hoe je het bijvoeglijk naamwoord spelt;
• acht dicteewoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Op zijn verjaardag heeft hij een schattig hondje gekregen.

Wie weet wat het voltooid deelwoord is?

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (dat betekent 'voltooid').
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.
- Het voltooid deelwoord staat vaak achterin de zin. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-er-ont woorden
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
A
loop
B
liep
C
gelopen
D
vergeten

Slide 13 - Quizvraag

Onthouden:
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden schrijf je zoals je het zegt. 

Slapen - sliep - geslapen. We hebben heerlijk geslapen.
Denken - dacht - gedacht. Dat had ik nooit gedacht!


Slide 14 - Tekstslide

Onthouden:
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t.

Gebruik dan de stappen van 't Kofschip X: 
1. Hele werkwoord --> - en
2. Eindigt stam wel op letter in 't Kofschip X? --> dan eindigt het voltooid dw op -t
3. Eindigt stam niet op letter in 't Kofschip X? --> dan eindigt het voltooid dw op -d

Ik haalde een voldoende voor Nederlands. 
Ik heb een voldoende voor Nederlands ....... ???

Slide 15 - Tekstslide

Spelling van bijvoeglijke naamwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil?
Een leuk meisje
Het leuke meisje

Een leuk verhaal
De leuke film

Slide 17 - Tekstslide

Spellen van bijvoeglijke naamwoorden
Het lidwoord is dus belangrijk. 
De mooie kamer. 
Het mooie huis. 
Een mooi huis

Lidwoord = 'de' --> dan komt er een -e achter het bijv. nwd.
Lidwoord = 'het' --> dan komt er ook een -e achter het bijv nwd.
Alleen bij het lidwoord 'een' --> geen -e achter het bijvn. nwd. 

Slide 18 - Tekstslide

'Hard'

De harde stem klinkt door de muur. 
Het harde geluid doet pijn aan m'n oren. 
Een hard gebonk komt van het lokaal hiernaast vandaan. 


Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 11 online. 
  • Wat niet af is, is huiswerk voor morgen. 
  • Als bij de opdrachten: lees de lesstof gaat, ga dan naar de lesstof!
  • Klaar? Ga dan lezen. 
  • Werk geconcentreerd. Je mag samenwerken, maar praat zachtjes en alleen over de lesstof of de opdrachten. 

timer
30:00

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 21 - Tekstslide