3.5 Gewervelden en geleedpotigen

Geleedpotigen
3.5 Geleedpotigen en gewervelden
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geleedpotigen
3.5 Geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Geleedpotigen en gewervelden zijn 2 groepen binnen het dierenrijk.
Er zijn veel meer verschillende soorten geleedpotigen (1 miljoen soorten) dan gewervelden (300.000)

Slide 2 - Tekstslide

GELEEDPOTIGEN:
Veelpotigen
Spinachtigen
Insecten
Kreeftachtigen
  • Insecten
  • Veelpotigen
  • Kreeftachtigen
  • Spinachtigen

Slide 3 - Tekstslide

Lichaamsbouw van geleedpotigen
Een geleedpotige heeft een uitwendig skelet. Je noemt dat skelet het pantser. 
Het pantser zit om de geleedpotige heen.

De poten zijn opgebouwd uit kleine stukjes, de poten zijn geleed. De stukjes zijn de leden.

Het lichaam van veel geleedpotigen is ook uit delen opgebouwd. Die delen noem je segmenten. Het lichaam is 'gesegmenteerd' .

Bij veel geleedpotigen zitten aan elk segment poten vast.
Achterlijf
C
Kop
De kop heeft ogen en voelsprieten
A
Borststuk
Aan het borststuk zitten de poten vast.
Bij de meeste soorten insecten zitten er ook vleugels aan.
B

Slide 4 - Tekstslide

Hoe groeien geleedpotigen?
Omdat het skelet om het lichaam zit kunnen ze niet zomaar groeien. Ze moeten eerst vervellen. Na de vervelling groeit het dier in korte tijd heel veel tot er weer een nieuw pantser omheen is gegroeid. 

Slide 5 - Tekstslide

Aantal poten
Andere kenmerken
Voorbeelden
Foto's
Veelpotigen
meer dan 10
Lang lichaam in een heleboel segmenten
Duizendpoten en miljoenpoten
Kreeftachtigen
    10
2 paren antennes. 3 lichaamsdelen 
Spinachtigen
     8
Geen antennes 1 of 2 lichaamsdelen
Spinnen, teken, mijt
Insecten
      6
1 paar antennes. Met of zonder vleugels
Mieren, bijen, vliegen, kevers, enz

Slide 6 - Tekstslide

LessonUp
Let op! 
Log in. 
Er zitten vragen in het volgende filmpje

Slide 7 - Tekstslide

14

Slide 8 - Video

00:42
Kenmerken van geleedpotigen zijn:
A
vleugels
B
Poten in delen
C
6 poten
D
inwendig skelet

Slide 9 - Quizvraag

00:42
Kenmerken van geleedpotigen zijn:
A
Tweezijdig symmetrisch: als je ze in twee gelijke helften deelt leven ze nog
B
Veelzijdig symmetrisch: Je kan ze op meerdere manieren in twee helften verdelen.
C
Tweezijdig symmetrisch: je kunt ze op één manier in twee gelijke helften delen
D
Ze hebben vleugels

Slide 10 - Quizvraag

00:52
Tijdens deze lessen maken wij geen verschil tussen duizend en miljoenpotigen. Het zijn allemaal veelpotigen. 

Slide 11 - Tekstslide

00:59
Insecten
Veelpotigen
Spinachtigen
Kreeftachtigen

Slide 12 - Sleepvraag

01:06
Welke kenmerken worden gebruikt om te weten welk dier in welke groep hoort?

Slide 13 - Tekstslide

01:21
Veelpotigen
Lichaam verdeeld in heel veel segmenten (stukjes)
2 of 4 poten per segment (stukje). 

Slide 14 - Tekstslide

01:44
1: Veelpotigen: lichaam in heel veel segmenten met
2 a 4 poten per segment
2: Kreeftachtigen: 8 poten met lichaam in 3
segmenten
A
Allebei Waar
B
Allebei niet waar
C
1: Waar 2: Niet waar
D
1: Niet waar 2: Waar

Slide 15 - Quizvraag

02:01
Spinachtigen
8 poten
geen antennes
1 of 2 lichaamsdelen

Slide 16 - Tekstslide

02:27
Insecten
6 poten
3 lichaamsdelen (kop, borst en achterlijf)
1 paar antennes
Soms vleugels

Slide 17 - Tekstslide

02:28
Spinachtigen
A
2 Antennes
B
8 poten
C
6 poten
D
Vleugels

Slide 18 - Quizvraag

02:28
Insecten:
A
Vleugels
B
Geen antennes
C
8 poten
D
6 poten

Slide 19 - Quizvraag

01:44
Kreeftachtigen
                                     2 paren antennes (dus in totaal 4)
                                     10 poten
                                     Twee lichaamsdelen: kopborst-stuk
                                                                                  achterlijf

Slide 20 - Tekstslide

00:59
Sleep de 4 groepen van geleedpotigen in dit vak
Insecten
Kreeftachtigen
Veelpotigen
Spinachtigen
Schimmels
Garnalen
Reptielen
Kwallen
Vlinders

Slide 21 - Sleepvraag

00:42
Kenmerken van geleedpotigen zijn
A
Hard inwendig skelet (pantser)
B
kraaloogjes
C
Vleugels
D
Hard uitwendig skelet (pantser)

Slide 22 - Quizvraag

GEWERVELDEN 
  • Vissen
  • Amfibieën
  • Reptielen
  • Vogels
  • Zoogdieren

Slide 23 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
De gewervelden worden in vijf groepen verdeeld, de indeling wordt gedaan door te letten op de volgende kenmerken:
1. De ademhalingsorganen: longen of kieuwen?
2. De huid: schubben, haren, slijm, veren?
3. De manier van voortplanten: geboren? hard ei? zacht ei?
4. Lichaamstemperatuur: Warmbloedig? Koudbloedig?
Warmbloedige dieren hebben altijd dezelfde lichaamstemperatuur De lichaamstemperatuur is constant.. Ze kunnen zichzelf warmhouden of afkoelen (bv. door te beven of te bibberen).
Koudbloedige dieren hebben de lichaamstemperatuur van de omgeving, De lichaamstemperatuur is niet constant. Ze kunnen hun eigen temperatuur niet regelen. 

Slide 24 - Tekstslide

Gewervelde dieren
Het dierenrijk kent 7 stammen (groepen). Eén van de stammen noemt men 'gewervelden'.
Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet. Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit wervels. Mensen horen hier ook bij. De wervelkolom is je ruggengraat.
Dieren met een wervelkolom noem je gewervelde dieren. Voorbeelden van gewervelde dieren zijn een krokodil, een koe, een paard en een vogel.


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Vissen

Slide 31 - Tekstslide

   Uitzonderingen
Let op:
Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Onthoud
• Gewervelde dieren hebben een wervelkolom.
– De wervelkolom is een onderdeel van het skelet.
– Een wervelkolom bestaat uit wervels.
• Vijf groepen gewervelde dieren zijn: vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.
• Vissen
– Huid: schubben met slijm.
– Ademhaling: met kieuwen.
– Voortplanting: eieren zonder schaal.
– Leefomgeving: water.
• Amfibieën
– Huid: slijm.
– Ademhaling: met longen en huid.
– Voortplanting: eieren zonder schaal.
– Leefomgeving: water en land.
• Reptielen
– Huid: droge schubben.
– Ademhaling: met longen.
– Voortplanting: eieren met zachte schaal.
– Leefomgeving: meestal op het land.
• Vogels
– Huid: veren.
– Ademhaling: met longen.
– Voortplanting: eieren met harde schaal.
– Leefomgeving: vooral in de lucht.
• Zoogdieren
– Huid: haren.
– Ademhaling: met longen.
– Voortplanting: geboren als jong dier.
– Leefomgeving: meestal op het land.

Slide 39 - Tekstslide

Aan het werk! Bio voor Jou
Wat? 3.5 Geleedpotigen en gewervelden - opdrachten 26 t/m 32

Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 40 - Tekstslide