extra stof 6 roken en blowen

Extra stof 6 roken en blowen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Extra stof 6 roken en blowen

Slide 1 - Tekstslide

kenniskaart thema 1

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 
Waar gingen de vorige basisstoffen ook weer over. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de formule van verbranding?
A
water+koolstofdioxide + energie --> zuurstof +brandstof
B
Glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie
C
Brandstof +koolstofdioxide --> energie + zuurstof + water
D
Glucose + koolstofdioxide --> energie + zuurstof + water

Slide 5 - Quizvraag

Longblaasje
Neusholte
Long
Mondholte
Keelholte
Luchtpijp
Middenrif
Bronchie

Slide 6 - Sleepvraag

basisstof 2 - ademhalingsstelsel

neusslijmvlies - vochtige slijmlaag in onze neus
Trilharen - verplaatsen ziekteverwekkers & stofdeeltjes

Slide 7 - Tekstslide

Huig - neusholte / keelholte
Strotklepje - slokdarm 

Ademen - alles open
Slikken - alles dicht
Verslikken - foutje

Slide 8 - Tekstslide

Mensen die door hun mond ademen zijn vaker ziek. Hoe komt dit?
A
Komt meer lucht naar binnen dus ook meer ziekteverwekkers
B
Je mondslijmvlies houd de ziekteverwekkers minder goed tegen.
C
Je mond staat dichter bij je longen. Dus de ziekteverwekkers zijn hier sneller. Zo wordt je sneller ziek.
D
Je neus heeft neusslijmvlies die ziekteverwekkers tegen houd. Je mond niet.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen wij de wisseling van zuurstof & koolstofdioxide in de longblaasjes
A
overdracht
B
omwisselen
C
gaswisseling
D
stofwisseling

Slide 10 - Quizvraag

basisstof 3 - ademhalen
1. Zuurstof in de longblaasjes
2. afgegeven aan het bloed
3. door het lichaam
4. verbranding 
5. koolstofdioxide in het bloed
6. naar de longblaasjes
7. uitademen koolstofdioxide

Slide 11 - Tekstslide

borst vs buik ademhaling
borst: borstbeen & rib omhoog
- tussenribspieren 

Buik: middenrif + buik naar voren

Slide 12 - Tekstslide

Waarom kan een zwangere vrouw minder diep ademhalen?
A
Haar borstbeen en ribben kunnen minder goed naar voren toe bewegen.
B
Buikholte zit vol. Middenrif kan niet verder naar beneden.
C
zuurstof gaat naar de baby toe.

Slide 13 - Quizvraag

Wat moet je wel doen om je longen gezond te houden.
A
vapen in plaats van sigaretten roken
B
Hardlopen met veel smog.
C
In een afgesloten lokaal zitten met 26 leerlingen
D
bewegen, frisse lucht, ventileren

Slide 14 - Quizvraag

basisstof 4 - gezonde longen
Slecht voor je longen: 
1. Roken. 
2. Smog [luchtvervuiling] 
Goed voor je longen
1. Frisse lucht
2. Bewegen
3. Ventileren

Slide 15 - Tekstslide

Geef het reactieschema van verbranding

Slide 16 - Open vraag

Hoe noem je de stof waarmee je iets kunt aantonen bij een proef

Slide 17 - Open vraag

beschrijf de werking van de longblaasjes

Slide 18 - Open vraag

Wat is het gevaar van koolstofmonoxide?

Slide 19 - Open vraag

tabakrook 
Rokers leven korter, want door roken kun je hart en vaatziekten en longziekten krijgen. 
Twee longziekten zijn COPD en longkanker. COPD betekent een chronische ontsteking aan de longen. 
Chronisch betekent blijvend.

Slide 20 - Tekstslide

stoffen in sigaret
In tabaksrook zitten veel schadelijke stoffen. 
- nicotine
- teer
- koolstofmonoxide 

Slide 21 - Tekstslide

nicotine
Nicotine is een verslavende stof. Al na een paar sigaretten kun je niet meer zonder nicotine. 
Deze stof zorgt ervoor dat je niet meer zonder kan. 

Slide 22 - Tekstslide

teer 
Teer veroorzaakt bruine aanslag op vingers en tanden. Teer beschadigd de slijmvliezen van de longen. 
de trilharen gaan kapot en daarom hoesten mensen die roken vaker. Rokershoest.

Slide 23 - Tekstslide

koolstofmonoxide
koolstofmonoxide is giftig. 
Als je het inademt dan neemt het de plaats in van zuurstof. Hierdoor krijg je een slechtere conditie. 

Slide 24 - Tekstslide

passief roken of meeroken
Als je in een omgeving bent waar gerookt wordt dan krijg je automatisch rook van anderen binnen. 
Je hebt het niet door maar je kunt dan ook ziek worden van de rook van anderen. 

Slide 25 - Tekstslide

blowen 
Blowen is het roken van hasj en wiet. Hasj en wiet zijn vormen van cannabis. Cannabis is een hennepplant. In cannabis zit een stof waar je stoned of high van wordt. Die stof heet THC.

Bij het roken van een joint komt er 5x meer teer in de longen dan van een sigaret. 

Slide 26 - Tekstslide

GEZOND
ONGEZOND
Alcohol drinken
groenten en fruit eten 
Vapen
Lang binnenzitten
Sporten

Slide 27 - Sleepvraag

Geef aan welk zinnetje het meest op jou slaat.
(Wees eerlijk, het wordt niet met ouders gedeeld)
Ik vape vaak
Ik vape soms
Ik ken mensen die vapen maar doe het zelf niet
Ik heb het nog nooit gedaan maar ben wel nieuwsgierig
Ik heb weleens een vape gevonden en het toen geprobeerd
Ik heb nog nooit een vape in het echt gezien

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Video


Wat denk jij? Is een vape schadelijk?
A
Yes, zeker weten!
B
Nee joh, hoe kom je daar bij?!

Slide 30 - Quizvraag


Wat is waar?
A
Van vapen kan je longproblemen krijgen
B
Vapen werkt niet verslavend
C
Vapen is gezond
D
Er zit geen nicotine in vapes.

Slide 31 - Quizvraag


Wat is waar?
A
Vapen is onschadelijk voor je lichaam
B
Door te vapen ga je geen sigaretten roken
C
Door vapen moet je vaker naar de tandarts
D
Vapen zorgt ervoor dat je beter wordt in sport.

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

WAAR
NIET WAAR
Vapes uit China kunnen gevaarlijk zijn
Vapen is minder schadelijk dan roken
Iedere vape die je koopt heeft slechts 2% nicotine
Vapes zijn minder verslavend dan sigaretten
Vapen kan chronische klachten veroorzaken
De meeste vapes die gebruikt worden zijn wegwerp-tapes

Slide 34 - Sleepvraag

Waarom is vapen een hype?
  • De smaakstoffen in een e-sigaret geven een lekkere smaak en verbloemen de bittere smaak van nicotine. 

  • Vooral jongeren vinden de e-sigaret aantrekkelijk door de uitgebreide keuze aan (vooral zoete) smaken.’

  • Vapes zijn goedkoper dan normale sigaretten.

Slide 35 - Tekstslide

Is vapen gezonder dan roken?
  • De damp van een e-sigaret bevat – net als tabaksrook schadelijke stoffen, zoals nicotine, propyleenglycol, glycerol en aldehyde.

  • Wanneer je dit rookt kan dit leiden tot irritatie en schade aan de luchtwegen, hartkloppingen en een verhoogde kans op kanker. 

  • Bij een e-sigaret komen er iets minder schadelijke stoffen vrij dan bij een gewone sigaret.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Korte termijn effecten

- Hoofdpijnen
- Slapeloosheid
- Hoesten
- Droge mond en keel
- Kortademigheid 
- Gewichtsverlies
- Misselijkheid 
- Overgeven
Lange termijn effecten

- Nicotine verslaving
- Longaandoening
- Beroerte
- COPD
- Popcornlong
- Hartinfarct
- Hartaanval
- EVALI (E-cigarette or Vaping use-Associated
 Lung Injury)

Slide 38 - Tekstslide

Bronchiolitis obliterans = popcornlong
Bronchiolitis = ontsteking in de kleine luchtwegen

Obliterans = permanente vernauwing

Komt door o.a. de stof diacetyl. Dit is een smaakmaker in de vapes.

Slide 39 - Tekstslide

Vapen is dus gevaarlijk! Wie herkent de verhalen uit dit filmpje?

A
Ja, zelf meegemaakt
B
Ja, gehoord
C
Nee, gelukkig niet!
D
Nee, ik niet

Slide 40 - Quizvraag

Tips om nee te zeggen
  • Nee zeggen en een reden geven. Bijvoorbeeld: ''Nee dank je, ik rook niet." of "Nee dank je, ik sport 3x in de week en wil mijn conditie behouden."

  • Negeren of over een ander onderwerp beginnen. Geef aan dat je het vervelend vindt dat de ander aandringt.

  • Weggaan. Blijft de persoon aandringen? Loop dan gewoon weg. Uit de buurt blijven van vapende mensen.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Bij passief roken adem je dezelfde stoffen in als bij actief roken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Kan door roken astma worden veroorzaakt?
En kan door roken COPD worden veroorzaakt?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 44 - Quizvraag

Rook is een mengsel.
Waaruit bestaat rook?
A
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een gas
B
vaste deeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof
C
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een gas
D
vloeistofdruppeltjes, fijn verdeeld in een vloeistof

Slide 45 - Quizvraag

exit ticket:
welke stof in een sigaret is verslavend

Slide 46 - Open vraag

exit ticket: rokers hebben meer kans op ziekten. welke?

Slide 47 - Open vraag