Observeren Les 7 Rapporteren doe je zo!

Observeren, Signaleren en Rapporteren
Les 7: Rapporteren doe je zo!


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Observeren, Signaleren en Rapporteren
Les 7: Rapporteren doe je zo!


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie

Ben je te laat? 
Geef het te laat briefje dan aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Lesdoelen
  2. Theoretische gedeelte
  3. Werken aan eindopdracht
  4. Afsluiting les

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Lesdoelen

Je kan je bevindingen naar aanleiding van je observatie rapporteren. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rapporteren
In de maatschappelijke zorg krijg je dagelijks te maken met rapporteren. Dat wil zeggen dat je verslag uitbrengt van je bevindingen.

Dit kun je schriftelijk of mondeling doen. Je kunt bijvoorbeeld verslag uitbrengen van een gebeurtenis op de groep, van een gesprek met een ouder, het verloop van een dienst en de interactie tussen twee cliënten.

 

Slide 6 - Tekstslide

Met het grootste deel van deze informatie doe je helemaal niets. Je eet bijvoorbeeld een boterham met kaas. Je proeft dit, maar je doet niets met deze informatie. Het is normaal. Ook tijdens je werk ben je steeds bezig met waarnemen. Maar hier is het van belang dat je dit bewust doet. Je kijkt steeds bewust naar wat er met de cliënt of in de groep gebeurt. Het helpt je om de cliënt beter te leren kennen. Je weet wat de cliënt nodig heeft en daarop pas je de begeleiding aan.
Intern & extern
Je kunt voor verschillende doelgroepen rapporteren, intern of extern. 

Intern rapporteren wil zeggen dat je verslag uitbrengt aan de collega’s die voor dezelfde organisatie werken.

Extern rapporteren doe je naar mensen met wie je samen aan hetzelfde doel werkt, maar die niet in hetzelfde team of voor dezelfde organisatie werken.

Slide 7 - Tekstslide

Met het grootste deel van deze informatie doe je helemaal niets. Je eet bijvoorbeeld een boterham met kaas. Je proeft dit, maar je doet niets met deze informatie. Het is normaal. Ook tijdens je werk ben je steeds bezig met waarnemen. Maar hier is het van belang dat je dit bewust doet. Je kijkt steeds bewust naar wat er met de cliënt of in de groep gebeurt. Het helpt je om de cliënt beter te leren kennen. Je weet wat de cliënt nodig heeft en daarop pas je de begeleiding aan.
Waarom is rapporteren belangrijk?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van rapporteren
- Informatieoverdracht
- Om betrokkenen te informeren
- Voor een goede doorgang van werk
- Tijdig signaleren van problemen
- Verantwoording aan bijvoorbeeld het zorgkantoor of gemeente

Slide 9 - Tekstslide

Met het grootste deel van deze informatie doe je helemaal niets. Je eet bijvoorbeeld een boterham met kaas. Je proeft dit, maar je doet niets met deze informatie. Het is normaal. Ook tijdens je werk ben je steeds bezig met waarnemen. Maar hier is het van belang dat je dit bewust doet. Je kijkt steeds bewust naar wat er met de cliënt of in de groep gebeurt. Het helpt je om de cliënt beter te leren kennen. Je weet wat de cliënt nodig heeft en daarop pas je de begeleiding aan.
Rapporteren
Een rapportage kan specifiek gericht zijn op de doelen die in het begeleidingsplan staan.

Praktijkvoorbeeld:
In het begeleidingsplan van Wesley staat het volgende doel: ‘Wesley lost conflicten met zijn groepsgenoten niet op met fysiek geweld en past de tips toe die hij bij de weerbaarheidstraining heeft geleerd.’ 

Slide 10 - Tekstslide

Met het grootste deel van deze informatie doe je helemaal niets. Je eet bijvoorbeeld een boterham met kaas. Je proeft dit, maar je doet niets met deze informatie. Het is normaal. Ook tijdens je werk ben je steeds bezig met waarnemen. Maar hier is het van belang dat je dit bewust doet. Je kijkt steeds bewust naar wat er met de cliënt of in de groep gebeurt. Het helpt je om de cliënt beter te leren kennen. Je weet wat de cliënt nodig heeft en daarop pas je de begeleiding aan.
Soorten non-verbale communicatie
Pre-verbaal
Communiceren met lichaamstaal noem je pre-verbaal. Denk aan je houding, je manier van bewegen en je gezichtsuitdrukking. Door je houding zend je informatie naar de ontvanger over hoe je je voelt of hoe je ergens over denkt. 

Slide 11 - Tekstslide

Met het grootste deel van deze informatie doe je helemaal niets. Je eet bijvoorbeeld een boterham met kaas. Je proeft dit, maar je doet niets met deze informatie. Het is normaal. Ook tijdens je werk ben je steeds bezig met waarnemen. Maar hier is het van belang dat je dit bewust doet. Je kijkt steeds bewust naar wat er met de cliënt of in de groep gebeurt. Het helpt je om de cliënt beter te leren kennen. Je weet wat de cliënt nodig heeft en daarop pas je de begeleiding aan.
Wat zijn de voordelen van mondelinge rapportage?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de nadelen van mondelinge rapportage?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rapporteren volgens de SOAP-methode

De SOAP-methode is een gestructureerde manier van rapporteren, die vaak wordt toegepast in de psychiatrie en ouderenzorg. Het is een algemene methode en dus toe te passen bij elke zorg- en welzijnsorganisatie.

Het doel is het splitsen van de gesignaleerde informatie in vier delen, zodat het gerapporteerde overzichtelijk is en geen onnodige informatie bevat.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP-Methode
De letters van SOAP staan voor:
S = Subjectief (de informatie van de cliënt of naastbetrokkenen)
O = Objectief (wat jij als professional hebt waargenomen)
A = Analyse (wat jij denkt dat er aan de hand is op basis van S en O)
P = Plan (de actie die je onderneemt op basis van S, O en A).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld:
Danny zegt dat hij gepest wordt door de hele groep.
S = Danny zegt dat hij gepest wordt door de hele groep.
O = Ik zag dat Danny een conflict had met Ivan.
A = Danny is wat gevoelig, omdat hij op school veel gepest is, nu was er het conflict met Ivan, maar niet met de rest van de groep.
P = Ik ga met Danny in gesprek om hem te laten inzien dat hij geaccepteerd is door de groep, maar ook dat er altijd conflicten kunnen ontstaan als je dingen samen doet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verwerken in observatieplan?
Bij 'rapporteren' ga je je observatie uitwerken: dus wat heb je waargenomen? Waar ging je opletten? Wat viel jou op? Wat was het gedrag van de cliënt etc.... 

Nadat je dat hebt omschreven voeg je ook de SOAP-methode toe. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Observatieplan verder uitwerken!

Wat heb jij nodig van mij ?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies