A2a - semaine 45 - 46

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Chapitre 2

période 2

- Lustrumactiviteiten week 45

- opleiding docent week 46

-> week 47: 

lees- en luisteropdrachten gemaakt

Voca ingestudeerd + verbe "faire"

Wat gaan we leren in dit hoofdstuk?

Hoe gaan we aan het werk?

- introduction: kennismaking met het onderwerp

- luistervaardigheid: A. Écouter

- leesvaardigheid: B. Lire

- instuderen Voca A - B

- herhaling werkwoord "faire"

Je bepaalt zelf: 

- in welke volgorde je werkt 

   (kijk naar de kleurcode op de volgende slide)

- wanneer je werkt

- hoe je werkt

MAAR! week 22-11 heb je de opdrachten afgerond!

kleurcode slides

- Introduction 

- A. Écouter

- B. Lire

- le verbe faire

Introduction

exercice 1ab - 3 p58-59

le film: en ligne

les exercices: dans le livre

Ik heb de opdrachten van de "Introduction" gemaakt - de docent mag komen controleren

Oui

Non

A. Écouter

Wat ga je leren in deze paragraaf?

De woordjes die je gaat leren in deze paragraaf hebben te maken met...

In deze paragraaf leer je hoe je woordjes kan leren met behulp van ...

Het stappenplan luisteren dat bij deze paragraaf hoort, vind je op bladzijde ...

Over welke drie stappen gaat het hier?

Maintenant tu fais les exercices:

p 60 t/m p 63

Je maakt alle opdrachten in je boek

luistervaardigheid: exercices 4b - 5abcd

Voca: exercices 6abc - 7ab - 8ab

Ik heb de opdrachten van de "A. Écouter" gemaakt - de docent mag komen controleren

Oui

Non

Voca A

je studeert blokje A van de Voca in

B. Lire

Wat ga je leren in deze paragraaf?

De woordjes die je gaat leren in deze paragraaf hebben te maken met...

Maintenant tu fais les exercices:

p 64 t/m p 67

Je maakt alle opdrachten in je boek

Voca: exercice 9: ken je de betekenis van de woorden?

leesvaardigheid: exercices 10ab

Voca: exercices 11abc - 12ab

Ik heb de opdrachten van de "B. Lire" gemaakt - de docent mag komen controleren

Oui

Non

Voca B

je studeert blokje B van de Voca in

Le verbe "faire"

wat betekent "faire" ook alweer?

ken je de vervoeging in de présent nog?

--> waar kan je die info vinden als je het niet meer weet?

tu ...

1. fais
2. fait
3. font
4. faites

nous ...

1. font
2. faitons
3. faites
4. faisons

elles ...

1. fait
2. fais
3. font
4. faites

Sophie ...

1. fais
2. fait
3. font
4. faites

vous faites

je fais

il fait

ils font

on fait

tu fais

men doet/maakt

Léa en Marc doen/maken

ik doe/maak

jullie doen/maken

jij doet/maakt

hij doet/maakt

jij doet/maakt

de leraar doet/maakt

u doet/maakt

mijn ouders doen/maken

faire

présent

je fais

tu fais

il fait

nous faisons

vous faites

ils font

--> ik maak/doe ...

faire

 passé composé

j'ai fait

tu as fait

il a fait

nous avons fait

vous avez fait

ils ont fait

--> ik heb gemaakt/gedaan ...

Het werkwoord 'faire' heeft geen geheimen meer voor mij!

😒🙁😐🙂😃