Taal 26 januari

Taal dinsdag 26 januari
Lesdoel: Ik kan een fantasieverhaal schrijven over een dier en woorden gebruiken die de volgorde aangeven. 

Je hebt je verhaalschrift, je stabilo en je foto van je dier van gister nodig.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Taal dinsdag 26 januari
Lesdoel: Ik kan een fantasieverhaal schrijven over een dier en woorden gebruiken die de volgorde aangeven. 

Je hebt je verhaalschrift, je stabilo en je foto van je dier van gister nodig.

Slide 1 - Tekstslide

Fantasieverhaal
- Een fantasieverhaal is een verhaal dat niet echt is gebeurd.
- Je gebruikt je eigen fantasie: als jij wilt dat dieren kunnen praten dan kan dat, maar als jij wilt dat het 'gewoon' dieren zijn kan dat ook.
- Jouw dier kan bijvoorbeeld de held zijn in het verhaal, maar het kan ook zijn dat jouw dier wordt gered, of niets van dit allen....
- Jij bepaalt het!

Slide 2 - Tekstslide

Behalve jouw dier, welke mensen of dieren komen er ook voor in jouw verhaal?

Slide 3 - Woordweb

Als je een verhaal schrijft...
is het voor de lezer niet zo fijn als er steeds 'en toen, en toen, en toen staat.
In deze les leer je welke woorden je hier ook voor kunt gebruiken.
We gaan woorden die een volgorde aangeven leren gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden geven een volgorde aan denk jij?
A
omdat, daarom, want
B
gisteren, vandaag, morgen
C
eerst, toen, omdat
D
gisteren, vannacht, waarom

Slide 5 - Quizvraag

B was goed, dit waren alledrie woorden die de volgorde/tijd aangeven.
C was deels goed, eerst en toen geven de tijd aan.
D was ook deels goed, gisteren en vannacht geven de tijd aan.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van woorden die de tijd of volgorde in je verhaal aangeven.
- ten eerste, ten tweede, ten derde als er meerdere gebeurtenissen achter elkaar gebeuren die je opsomt.
- vanochtend, vanmiddag, vanavond, vannacht.
- eerst, een uur geleden, nu, straks, later.
En er zijn er natuurlijk nog veel meer, maar nu heb je alvast wat inspiratie.

Slide 7 - Tekstslide

Eerst ga ik naar de dokter. Dan ga ik met de fiets naar de kapper. Vervolgens ga ik naar mijn oma. Ten slotte ga ik lekker eten.
Welke woorden geven een volgorde aan?
A
Eerst, naar, ga, ten slotte
B
Eerst, dan, vervolgens, ten slotte
C
Eerst, dan, ga, naar

Slide 8 - Quizvraag

Wat ga je doen?
- je schrijft een verhaal met het dier dat je gister hebt gefotografeerd in de hoofdrol.
- het is een fantasieverhaal.
- je start met de inleiding: hierin laat je de lezer weten wie de hoofdpersonen zijn en je vertelt iets over ze (leeftijd, uiterlijk karakter) en je laat de lezer weten waar het verhaal zich afspeelt en in welke tijd (nu, vroeger).
- de kern is het belangrijkste van het verhaal, daarin leest de lezer het avontuur! Dit stuk is 10-15 regels.
- de eindigt met het slot , daarin leest de lezer hoe het afloopt met de hoofdpersoon.
- je bedenkt een titel.

* Je schrijft natuurlijk netjes en je gebruikt hoofdletters, en start bij de kantlijn.

Slide 9 - Tekstslide

We zijn heel benieuwd naar de foto van je verhaal!

Slide 10 - Open vraag